De coronapandemie – een hele tijd geen competitie, daarna competitie zonder publiek, geen inkomsten omdat cafetaria’s dichtbleven – hakte er al zwaar in bij de sportclubs. En toen volgde de energiecrisis, een gevolg van de Russische inval in Oekraïne. De Vlaamse Sportfederatie (VSF) becijferde dat de voorschotfactuur voor de energierekeningen bij sportclubs met gemiddeld 137 procent steeg, dat 17 procent van de clubs structureel verlies maakt, en dat 30 procent de spaarpot moet aanspreken. “We zijn in dialoog met het VSF. We willen ondersteuning bieden, via een combinatie van leningen en noodsteun zoals is gebeurd tijdens de coronacrisis”, zo antwoordde minister van Sport Ben Weyts (N-VA) op een vraag van Vlaams Parlementslid Annick Lambrecht (Vooruit). Over hoeveel het precies gaat, is het nog even wachten. Weyts: “Dat is work in progress. De komende weken zullen uitwijzen hoe het steunpakket er zal uitzien.”

Een kwalijk gevolg van de stijgende rekeningen: volgens het VSF verhoogde zo’n 7 procent van de sportclubs noodgedwongen het lidgeld, en 13 procent van de sportclubs overweegt het. Lambrecht: “Als dat zo doorgaat, zullen veel mensen stoppen met het sporten in clubverband.”

Weyts erkent dat er een groot verschil is tussen lidgelden van verschillende clubs. “Sportclubs zijn vrij om hun lidgeld te bepalen, en als verhoging van lidgelden noodzakelijk is om leefbaar te blijven, moet dat gebeuren. We willen clubs ondersteunen, zodat ze niet dwangmatig het lidgeld moeten verhogen.”