Drie verdachten van poging tot ontvoering Van Quickenborne mogen overgeleverd worden

Drie mannen die verdacht worden van de poging tot ontvoering van Justitieminsiter Vincent Van Quickenborne in september, mogen overgeleverd worden aan ons land. Dat heeft de Internationale Rechtshulpkamer in Amsterdam zonet beslist.

Cedric Lagast, Wim Verhaert
Bron: BELGA

Vier verdachten, die mogelijk van plan waren minister Van Quickenborne te ontvoeren, hadden zich in eerste instantie verzet tegen een snelle overlevering, waardoor de Internationale Rechtshulpkamer van de Amsterdamse rechtbank over de overlevering moet beslissen. De verdachten Abdellatif N. (48), Leonard D.S. (29) en Farzat J (20) mogen nu overgeleverd worden. Ze ontkennen dat ze van plan waren om de minister te ontvoeren.

“Misverstand”

De advocaat van Farzat J. (20) verzette zich niet langer tegen de uitlevering. Hij heeft de garantie gekregen, dat de Nederlander niet op de grond moet slapen in een Belgische gevangenis. Hij wordt binnen de tien dagen naar ons land overgebracht. Farzat J. ontkent dat hij naar België kwam om de minister te ontvoeren. Volgens hem gaat het allemaal om een misverstand.

Voor de vierde verdachte, de 21-jarige man die op 25 september opgepakt werd in Den Haag, stond de zitting donderdagnamiddag gepland. De man verzet zich echter niet meer tegen de overlevering aan ons land, zegt zijn advocaat Thomas Gillis. “Het was altijd de bedoeling dat onze cliënt zo snel mogelijk naar België zou komen, om er verklaringen af te leggen. Hij zat echter na zijn arrestatie in beperkingen, wat betekent dat hij alleen met zijn advocaten contact kon hebben en zijn familie niet kon zien. Nadat die beperkingen opgegeven werden op verzoek van de verdediging, heeft hij contact gehad met zijn familie, en kon de snelle procedure voor overlevering gestart worden.”

Over de inhoud van de zaak geeft de Belgische advocaat, die samen met de Nederlandse advocaat Gerard Spong de verdachte verdedigt, geen commentaar. “De verdediging hoopt dat hij heel spoedig in vrijheid wordt gesteld”, zegt Gillis. Tegen de beslissing van de Internationale Rechtshulpkamer is geen beroep mogelijk en als de overlevering wordt toegestaan moet die binnen de tien dagen uitgevoerd worden.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer