Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenSenioren

‘Plots doet men geen beroep meer op je expertise’: 75+’ers verzetten zich tegen stereotypen over ouderen

Ghislaine Cellier en Leo De Beul.Beeld Thomas Sweertvaegher, Tine Schoemaker

Ouderen zitten heus niet allemaal met een tv-deken op de knieën sjaals te breien. Dat is de centrale boodschap van Rebels, een boek en bijhorende documentaire van journalist Ann Peuteman waarin 75+’ers zich fel verzetten tegen stereotypen en betutteling. ‘Als je ouder wordt, doen anderen geen beroep meer op je expertise.’

Ghislaine Cellier (78): ‘In mijn hoofd reis ik de wereld nog rond’

“Aan het woord rusthuis merk je meteen welke stereotypen over ouderen in de maatschappij leven. Wanneer je een bepaalde leeftijd bereikt, verwachten veel mensen dat het tijd is om alleen nog maar te rusten. Dan is het afgelopen met initiatieven nemen en beslist men in jouw plaats.” Ghislaine Cellier (78) uit Gent spreekt resoluut tegen dat ouderen intellectueel op hun lauweren zouden rusten.

Na een decennialange carrière als leerkracht Duits aan de hogeschool bleef ze na haar pensioen even geïnteresseerd in de wereld om haar heen. Gezondheidsproblemen maken het sinds kort weliswaar moeilijker om nog lange reizen te maken en persoonlijk andere culturen op te snuiven, maar daar heeft ze weinig moeite mee. “In mijn hoofd trek ik nog steeds de wereld rond. Daarvoor heb ik enkel een zetel, een televisie en een computer nodig.”

Cellier beantwoordt op geen enkele manier aan het clichématige beeld van een 75+’er die geen idee heeft hoe een televisietoestel werkt en die het in Keulen hoort donderen wanneer de term ‘internet’ valt. Iedere dag bekijkt ze actuaprogramma’s in vier verschillende talen om zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gebeurt. “Als ik iets niet begrijp, zoek ik het later op. En wanneer ik ooit zelf naar een van de besproken plekken reisde, ga ik na welke documentatie ik er zelf nog over heb.” Tijdens een traditionele reis is het mogelijk om exotische geuren op te snuiven en met de plaatselijke bevolking te praten, een luxe die je vanuit je woonkamer niet hebt. “Al kan ik me door het wegvallen van dat zintuiglijke aspect wel meer focussen op wat er effectief in die landen gebeurt”, zegt Cellier monter.

Vrienden en familieleden van Cellier vragen weleens of ze niet beter wat vaker de stad in zou trekken. Het is een goedbedoeld advies, maar de Gentse vrouw voelt zich prima bij haar zelfgekozen tijdsindeling. “Alleen zijn is niet hetzelfde als eenzaam zijn. Ik geniet van de dagen waarop ik niets te doen heb en me bezig kan houden met wat me boeit. Daarnaast spreek ik graag met vrienden af, maar alleen zijn kan ook een bron van verrijking zijn.”

Het is een visie die ze verder ontwikkelde toen haar partner na een huwelijk van 30 jaar in 2014 overleed. Plots besefte ze dat ze in haar relatie bepaalde delen van zichzelf minder goed kon ontplooien. Door de tragedie kwam daar meer ruimte voor. “Ik merkte bijvoorbeeld dat muziek heel belangrijk voor me is. Met mijn man kon ik goed over politiek discussiëren, maar we gingen niet vaak naar concerten en luisterden zelden naar mijn geliefde Franse chansons. Dat doe ik nu wel.”

Als intellectueel hecht Cellier veel belang aan haar zelfstandigheid. Ze spreekt zich graag uit tegen het vastgeroeste beeld waarbij ouderen hun honger naar kennis verliezen. Toch is ze zich ervan bewust dat gezondheidsproblemen het ooit moeilijker kunnen maken om even onafhankelijk te leven als nu het geval is. “Ik kreeg bijvoorbeeld de vraag van vrienden om volgend jaar opnieuw naar Armenië af te reizen. Dat maakt me nieuwsgierig en toch bang. Want het is een land met veel bergen en ter plekke zou ik veel moeten stappen. Ik vraag me af of ik dat aan zal kunnen, want ik wil niemand tot last zijn.”

Zolang ze in België blijft, denkt Cellier niet dat haar veel kan overkomen. Met een televisie en een internetaansluiting brengt zij de wereld in haar kamer binnen. Waar ze dan precies woont, doet er dan niet veel toe. Zelfs als dat in een woon-zorgcentrum zou zijn. “Ik leerde van mijn man dat piekeren niet helpt. Ik probeer gewoon mijn pad te bewandelen zonder me zorgen te maken over de obstakels die ik later kan tegenkomen.”

Ghislaine Cellier: ‘Ik probeer gewoon mijn pad te bewandelen zonder me zorgen te maken over de obstakels die ik later kan tegenkomen.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Monika Triest (81): ‘Voor een vrouwelijke éminence grise is zelfs geen term’

In sommige culturen worden ouderen op tijd en stond gepolst naar hun levenservaringen of wijsheden. Het zijn sferen waarin Monika Triest (81) bijzonder goed zou aarden. Als internationaal gelauwerde docente, onderwijsdeskundige en auteur deed ze de voorbije decennia uitgebreid onderzoek. Zo is ze expert op het domein van vrouwenbewegingen en schuimde ze lang het ene debat na het andere af.

Tijdens haar professionele loopbaan woonde ze geruime tijd in Duitsland, Tsjecho-Slowakije, de Verenigde Staten en Canada. Daardoor bouwde ze haar kennis verder uit, al merkt ze al meerdere jaren dat minder mensen belangstelling voor haar werk hebben. En dat heeft volgens haar alles met haar leeftijd te maken. “Als er iets in de actualiteit gebeurde, werd ik plots niet meer gevraagd om duiding te geven. Ik vroeg aan leeftijdsgenoten wat er aan de hand zou kunnen zijn, want ik deed nog steeds hetzelfde werk. Waarop zij me vertelden dat de beurt nu aan de jonge garde was. Als je ouder wordt, doen anderen geen beroep meer op je expertise.”

Triest had initieel niet veel mogelijkheden om haar afbrokkelende platform te ondersteunen. Twee jaar nadat ze de wettelijke pensioenleeftijd bereikt had, werd ze alsnog gedwongen om haar onderwijstaken op te geven. Daardoor verloor ze collega’s en professionele contacten, wat het nog lastiger maakte om gehoord te worden. “Opvallend is daarbij dat vooral vrouwen sneller uitgerangeerd worden wanneer ze ouder worden. In praatprogramma’s zie je nog wel oudere mannen, maar voor de vrouwelijke tegenhanger van de éminence grise bestaat zelfs geen woord. Als je dan als vrouw telkens te horen krijgt dat er voor jouw boodschap geen plaats meer is, moet je moeite doen om jezelf niet onzichtbaar te maken. Want je gaat dat uiteindelijk geloven.”

Al wil Triest niet bitter klinken, daar is ze veel te bevlogen voor. “Ik ben iemand die dingen wil direct aanpakken en niet thuis wacht tot er iemand aanklopt met een voorstel. Ik lees en schrijf heel graag, daar heb ik niemand anders voor nodig.”

Tijdens haar carrière besteedde Triest veel aandacht aan lesgeven. Die ambitie om haar kennis te delen, is ze niet kwijtgeraakt. Ze werkt aan een podcast over de Verenigde Staten en sinds kort is ze ook actief in de Antwerpse Erfgoedblibliotheek Hendrik Conscience. Oorspronkelijk wilde ze daar enkel boeken uit de rekken halen voor de aanwezige onderzoekers, maar de directie stelde haar zelf een boeiender alternatief voor. “Een dag per week werk ik er aan een instrument voor onderzoekers binnen het domein van vrouwenstudies. Die tool moet het makkelijker maken om de catalogus te doorzoeken, want die telt meer dan een miljoen documenten.”

Het geeft Triest een fijn gevoel om jongere wetenschappers uit haar eigen onderzoeksveld op weg te helpen. Door een intergenerationele dialoog op te starten, wordt de kans dan ook kleiner dat er dubbel werk gebeurt. “De jongste generatie wil zelf het wiel heruitvinden, iets wat ik herken uit de periode waarin ik mijn eigen carrière opstartte. Maar wanneer het bijvoorbeeld over een nieuw meldpunt voor geweld en intimidatie tegenover vrouwen gaat, is het wel nuttig om met ouderen te praten. Want er zijn gelijkaardige initiatieven geweest in het verleden. Waar zijn zij tegenaan gebotst? Het helpt veel als je zoiets weet.”

Terwijl Triest verder aan haar eigen weg timmert, hoopt ze vooral dat ze mee kan aantonen dat ouderen ook intellectueel uitgedaagd willen blijven worden. “Je lichaam wordt ouder, maar je hersenen niet. Er wordt zo vaak over dementie gesproken, dat sommigen lijkten te denken dat je automatisch dementeert als je ouder wordt.”

Leo De Beul (84): ‘Intellectueel en lichamelijk moet je meer doen dan jongeren’

“Creativiteit heeft me geholpen bij het ouder worden. Het houdt me scherp”, zegt Leo De Beul uit Sint-Gillis-bij-Dendermonde. Al sinds zijn jeugd zoekt hij artistieke uitdagingen op en voelt hij een sterke drang om schoonheid te creëren. Tijdens zijn professionele carrière was hij eerst lay-outer voor de ondertussen afgevoerde 3D-schijven van Viewmaster, later ging hij aan de slag als productmanager bij een hengelsportbedrijf en nam hij een baan bij het Wereld Natuur Fonds aan.

De zuiver artistieke ambities stonden in die periode op een wat lager pitje omdat hij in de eerste plaats zijn gezin moest onderhouden, maar na zijn pensioen kreeg hij de kans om zichzelf heruit te vinden. Het internationaal gelauwerde theatergezelschap Peeping Tom stelde hem in 2010 voor om mee te spelen in zijn nieuwste productie A Louer. “Tijdens de ontwikkeling van hun voorstellingen ben je als speler erg betrokken want van tevoren is er geen script. We improviseren veel en proberen veel uit, waarna de choreografen kiezen welke elementen in de voorstelling passen”, vertelt De Beul.

Die aanpak is bijzonder efficiënt: De Beul trok als 72-jarige met het theatergezelschap de wereld rond en kreeg enkele jaren later de vraag om opnieuw een voorstelling te maken. In Vader zou hij de hoofdrol spelen, waardoor hij nog nauwer bij het artistieke ontwikkelingsproces betrokken werd. “Je bent als oudere persoon verplicht om op intellectueel, lichamelijk en creatief niveau meer te doen dan de jongere generatie. Je moet je altijd bewijzen. Want de jongeren zijn vaak professioneel opgeleid en je wil iets doen dat op gelijkwaardige hoogte kan staan. Zodat ze denken: miljaar, die ouwe kan iets.” De mogelijkheid om op latere leeftijd een artistieke droom waar te maken, geeft De Beul veel energie. Hij vindt het ook fijn om als oudere persoon centraal in de productie staan, want naar de stem van leeftijdsgenoten wordt niet altijd voldoende geluisterd. Al geeft hij ook toe dat het niet altijd makkelijk was om zijn creatieve plannen met de realiteit van het ouder worden te verzoenen.

Leo De Beul: 'Je wil je bewijzen zodat de jongere generatie denkt: ‘Miljaar, die ouwe kan iets’.'Beeld Tine Schoemaker

De vrouw van De Beul is al enkele jaren ziek, waardoor ze moeilijk alleen kan blijven. Wanneer hij lang in het buitenland is voor een tournee logeren zijn dochters daarom bij hem thuis. Zelf kreeg hij jaren geleden ook de diagnose van prostaatkanker, al was dat in een periode waarin hij even niet bij Peeping Tom hoefde te spelen. “Ik werd 39 keer bestraald, maar ik had eigenlijk geen tijd om daar lang bij stil te staan. Ik moest voor mijn vrouw zorgen en was ook bezig met de voorbereidingen van een tentoonstelling van mijn schilderijen. Nu ben ik gelukkig van die kanker af.”

De ziekte van De Beul deed hem ook stilstaan bij waar hij in zijn leven nog tijd aan wil besteden. De doorgedreven digitalisering frustreert hem daarom meer dan ooit. “De banken sluiten hun kantoren en laten weten dat je facturen maar online kan betalen. Een keer vertelde een bankier me zelfs dat ik moest weggaan omdat het veel kostte als zij zelf verrichtingen moest doen. Je belandt zo in een vernederende situatie, want je krijgt het gevoel dat je niet mee kan.”

De Beul gelooft dat bedrijven minder rekening houden met zijn leeftijdscategorie omdat zijn levensverwachting lager ligt. Hoewel hij wil bewijzen dat ouderen nog steeds creatief zijn en graag nieuwe wegen inslaan, vraagt hij ook om begrip voor wanneer iets niet lukt. “Ik wil mijn vrijheid behouden en mijn tijd spenderen aan de activiteiten die ik zelf uitkies. Daarom ben ik nog niet van kwade wil. Ik wil vooral niet de taken uitvoeren die bedienden voor de digitalisering zelf uitvoerden.”

Het boek Rebels door Ann Peuteman is beschikbaar bij Uitgeverij Vrijdag, 208 p., 22,5 euro.

De gelijknamige film draait nu in de zalen. Hij werd gemaakt door Ann Peuteman en Brecht Vanhoenacker, en is een productie van OKRA, Knack en Victoria Deluxe.