Direct naar artikelinhoud
AchtergrondHalloween

Hoe zijn we van een gruwelijk horrorfestijn in dit verkleedpartijtje beland? Een korte historie van het Halloween-kostuum

Hoe zijn we van een gruwelijk horrorfestijn in dit verkleedpartijtje beland? Een korte historie van het Halloween-kostuum
Beeld rv

Volgens de kostuumafdeling van Google Trends zijn de jaren tachtig weer erg in trek met Halloween en is de kans is groter dat u straks Spider-Man tegen het lijf loopt dan Batman. Al was het lange tijd anders.

Aan wie nu al geïrriteerd is door nog maar eens een artikel over een Amerikaanse traditie: sorry. De roots van Halloween liggen dan wel in Europa, het is ontegensprekelijk zo dat het de voorbije decennia flink ‘repackaged’ terug de oceaan is overgestoken. Maar dat maakt de geschiedenis uiteraard niet minder interessant, en die van Halloween als knotsgekke verkleedpartij al helemaal niet. Want aanvankelijk was er van witte lakens en – enigszins later – superheldenpakjes of een ‘sexy chicken sandwich costume’ geen sprake.

De eerlijkheid gebiedt ons weliswaar te zeggen dat over de geschiedenis van Halloween de laatste doctoraatsstudie nog niet is geschreven. Al wordt er in de regel van uitgegaan dat het Keltisch nieuwjaarsfeest Samhain, de nacht van 31 oktober op 1 november, aan de basis ligt van wat door de katholieken eeuwen later werd omgedoopt tot All Hallow’s Eve. Voor de Kelten luidde Samhain het einde van de oogst en de zomer in, en dus logischerwijze ook het begin van de winter – een seizoen dat werd geassocieerd met de dood.

Samhain was daarmee ook een nacht waarin de poorten van het hiernamaals opengingen, en dat zou reeds gepaard gegaan zijn met een soort ‘trick or treat’: opdat ze iedereen met rust zouden laten, kregen de geesten vreten gepresenteerd. Er waren daarnaast ook pompoenen mee gemoeid en om diezelfde geesten te misleiden, kwamen er volgens de overlevering al vermommingen aan te pas. Mensen gingen gehuld in dierenvellen en -koppen, zodat geesten zouden denken dat ze een van hen waren.

Zorg dat de geesten denken dat je een van hen bent, was lang het devies.Beeld Getty Images

Tegen de 11de eeuw was de Keltische traditie volledig geadopteerd door de katholieke kerk, die er Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november) aan had toegevoegd, maar die dus ook All Hallow’s Eve, de avond voor Allerheiligen, in leven had gehouden. Bedelaars gingen in die periode van deur tot deur om, in ruil voor cake, schietgebedjes te prevelen voor de doden, terwijl ze boze geesten verdreven met uitgeholde pompoenen. Ook in onze contreien trouwens.

Al snel hulden ook andere volwassenen en kinderen zich in vodden om treats te scoren. En vanaf de 15de eeuw, toen ook de danse macabre de (doods)kop opstak, werden de vodden geleidelijk aan vervangen door enge, vaak nogal morbide outfits en dito maskers. Tegelijk groeide het idee dat je met zo’n masker aan vrij was om te doen wat je wou.

Dat laatste bleek uiteindelijk niet zo aantrekkelijk, vreemd genoeg, want Halloween boette in de eeuwen daarop flink aan populariteit in. Tot het in de 18de en vooral 19de eeuw weer opdook in Amerika, waar Ierse en Schotse migranten elke gelegenheid aangrepen om aan het thuisfront te worden herinnerd. Al zeker als daar cake bij kwam kijken en een wit laken over het hoofd trekken voldoende was om in alle anonimiteit de plezante uit te hangen.

Uit oude foto’s is af te leiden dat die witte lakens er overigens voor zorgden dat iedereen er toen bijliep als Michael Myers in John Carpenters slasherklassieker Halloween. Maar voor wie nu denkt dat de horrorregisseur daar de mosterd haalde: het masker uit Halloween is een carnavalsmasker van Captain Kirk uit Star Trek waarvan de wenkbrauwen zijn afgetrokken.

De gemaskerde moordenaar Michael Myers in 'Halloween'.Beeld Getty Images

Cosplay avant la lettre

Met die emotieloze tronie van William Shatner – gekocht voor 2 dollar in de supermarkt – zijn we bij het moderne Halloween aanbeland, met zijn maffe outfits die vaak meer verwijzen naar de popcultuur dan dat ze hun oorsprong vinden in Keltische gebruiken of katholieke feestdagen. Het idee dat ze per definitie iets met de geesten van overledenen te maken hebben, is er intussen bijna helemaal uit geëxorciseerd.

Veel heeft te maken met de manier waarop Halloween in de Verenigde Staten in de eerste helft van de vorige eeuw was gaan ontsporen. Wat was begonnen als een avond waarop je elkaar schrik kon aanjagen (en je eventueel erger kon voorkomen door snoep uit te delen), gaf in verschillende Amerikaanse steden aanleiding tot almaar meer vandalisme en anarchie. En daar had de anonimiteit van de kostuums – in groeiende mate geïnspireerd door piraten, bandieten en, welja, zigeuners – zeker iets mee te maken.

In Chicago waren de problemen zelfs zo groot dat Halloween er in 1942 werd verboden. Of toch zeker op papier, want in de praktijk bleek een verbod op Halloween tegen dan al even onhaalbaar als een verbod op alcohol. En dus werd nationaal geopteerd voor een plan B: Halloween moest een feest worden enkel en alleen voor kinderen.

Met de intrede (en impact) van televisie vond dat plan vrij snel overal ingang. Nog geen klein beetje geholpen door het feit dat er met het einde van de Tweede Wereldoorlog opnieuw suiker in overvloed was en daarmee dus ook snoep à volonté. Kinderen werden op pad gestuurd om de buren van hun overschot en -gewicht te verlossen, en in plaats van een wit laken over hun hoofd te trekken, konden ze plots kiezen uit maskers van onder meer Mickey Mouse en Popeye.

Eind jaren dertig begon die aan hoog tempo licenties op Disney-figuren op te kopen om er flinterdunne kostuums van te maken en die te verkopen voor geen geld.Beeld rv

Dat laatste maakt van de New Yorkse kostuumontwerper Ben Cooper in feite de architect van het moderne Halloween. Eind jaren dertig begon die aan hoog tempo licenties op Disney-figuren op te kopen om er flinterdunne kostuums van te maken en die te verkopen voor geen geld. Tegen dat hij in de jaren vijftig Superman en Zorro aan zijn collectie toevoegde, had Cooper driekwart van de exploderende Halloween-markt in handen. Het dichtst dat hij daarbij nog ooit bij de dood en de oorsprong van Halloween kwam, was toen hij begin jaren zestig ook maskers van John F. Kennedy op de markt bracht en die na drie jaar alweer uit de rekken moest halen.

Voor wie zich nu afvraagt welke onverlaat voor zijn kind het masker van een politicus koopt: in de jaren zestig raakten almaar meer volwassen in de VS opnieuw in de ban van Halloween en ook die hadden geen zin meer om er nog langer bij te lopen als een duivelskind. Niet dat horror in die periode geen comeback maakte: eind jaren vijftig waren Dracula en Frankenstein weer populair geworden met Halloween nadat Universal Pictures zijn klassieke monsterfilms op tv had gegooid, in de jaren zestig maakte Ben Cooper ook maskers van Richard Nixon en eind jaren zeventig zou John Carpenter nog meer gruwel in de officieuze feestdag injecteren met Halloween.

Evenzeer lieten steeds meer volwassen Amerikanen niet alleen het griezelen achterwege, maar ook hun maskers. Ze verkleedden zich – cosplay avant la lettre – in Fred Flintstone of Betty Rubble. Of ze gingen nog een flinke stap verder. In grote steden greep de lgbtq+-gemeenschap Halloween aan om voor de verandering eens ongestoord in drag of uitbundige, weinig verhullende kledij op straat te komen. Pride avant la lettre, quoi. Zeggen dat ze daarmee verantwoordelijk zijn voor het feit dat Halloween-kostuums in de VS vandaag in de regel ‘uitbundig’ en ‘weinig verhullend’ zijn, zou enigszins overdreven zijn, maar zoals in all things nightlife hebben ze er onbetwistbaar een groot aandeel in.

Dress like a slut

De ironie is dat daarmee vandaag op Halloween het compleet tegenovergestelde gebeurt van hoe het ooit begonnen is. In plaats van zich ermee voor geesten te verbergen, dienen Halloween-kostuums tegenwoordig om gezien te worden en al dan niet stiekeme fantasieën te beleven. “Die nacht kan zelfs een lief meisje zich kleden als een dominatrix zonder zich daarvoor te schamen de volgende ochtend”, aldus Linda M. Scott, auteur van het boek Fresh Lipstick: Redressing Fashion and Feminism. Of zoals Lindsay Lohan het netjes samenvat in de komedie Mean Girls: “Halloween is de enige dag van het jaar dat een meisje zich als een totale slet kan kleden en geen enkel ander meisje daar ook maar iets van kan zeggen.”

Al moet uiteraard gezegd dat, naast sexy cheerleaders en cowgirls, ook piraten en vampiers het volgens Google Trends goed blijven doen met Halloween. En dan zijn er dus nog mensen die verkleed gaan als Elvis Presley, zeker als daar net een populaire film over is gemaakt. Of als Clippy, de Microsoft Office-assistent. Of als de schaduw van Peter Pan. Of als Chewbacca. Of als Emily in Paris. Al zitten we met die laatste wel weer in de horrorsfeer.

Een John F. Kennedy-masker.Beeld rv

Wat natuurlijk ook enigszins ironisch is, is dat Halloween vandaag na een uitermate lange afwezigheid en via een kleine omweg ook weer hier is opgedoken. With a little help from social media, een scheut fomo en een niet aflatende stroom horrorpret op tv (zie kader). Dat is op zich geen slecht nieuws, ware het niet dat – en we willen de pret nu echt niet bederven – daarmee ook de ecologische voetafdruk van Halloween merkelijk groter is geworden.

Een recente studie wees uit dat ruim 80 procent van de Halloween-kostuums is gemaakt van niet-afbreekbare stoffen, en dat die meestal ook maar één keer worden gebruikt. Er is daarnaast de kwestie van de miljoenen pompoenen die na Halloween in de gft-bak belanden, maar dat is voer voor een meer culinair stuk.

Waarmee we niet per se een pleidooi willen houden om maandag allemaal in adamskostuum op het appel te verschijnen – nee, dat is niet grappig. Maar de beste, origineelste ideeën voor Halloween-kostuums staan echt niet op Bol.com. Trek je kleerkast open, loop desnoods een paar tweedehandswinkels plat of doe zoals Lady Gaga enkele jaren geleden deed en trek oldskool een wit laken over je hoofd.

HALLOSCREEN

Het is je misschien al opgevallen: de meeste streamingdiensten laten zich niet onbetuigd met Halloween. Een klein, doch huiveringwekkend overzicht van de strafste dingen.

1. Guillermo del Toro’s Cabinet of Curiosities (Netflix)

In afwachting van zijn adaptatie van Pinocchio heeft Guillermo del Toro voor Netflix deze achtdelige anthologiereeks gemaakt met zijn favoriete horrorregisseurs – van Jennifer Kent (The Babadook) over Panos Cosmatos (Mandy) naar Ana Lily Amirpour (A Girl Walks Home Alone at Night). Elke aflevering duurt een uur en er zitten verschillende parels tussen.

2. Barbarian (Disney+)

In de VS kwam deze instant horrorklassieker van Zach Cregger in de zalen, maar bij ons gaat het rechtstreeks naar Disney+. Spijtig, al doet dat weinig af aan de intensiteit en inventiviteit van deze vaak ook erg grappige film die begint met een dubbele Airbnb-boeking.

3. Censor (Streamz+)

Prano Bailey-Bond brengt een verrukkelijk stijlvol eerbetoon aan het tijdperk van de video nasties in Groot-Brittannië – goedkope horrorfilms waarvan Margaret Thatcher dacht dat ze nog eerder voor moreel verval zouden zorgen dan zijzelf.

4. The VVitch: A New-England Folk Tale (Prime Video)

De debuutfilm van Robert Eggers (The Lighthouse) is een huiveringwekkend spookachtige slow burner die enerzijds sterk schatplichtig is Stanley Kubricks meesterwerk The Shining en anderzijds op zijn beurt een verrassend en zelfverzekerd staaltje paranoia is.

5. Werewolf by Night (Disney+)

Marvel dacht nog eens ‘iets’ te proberen met deze vijftig minuten durende hommage aan de monsterklassiekers van Universal Pictures. Eerlijk: regisseur Michael Giacchino blijft wat steken in zijn eerbied voor de originele films, maar vermakelijk is het allemaal wel.