Direct naar artikelinhoud
DubbelinterviewNina en Eva Mouton

Zussen Eva en Nina Mouton: ‘Bij een tegenslag zeggen mensen soms: ‘ik kwam er sterker uit.’ Daar verzet ik me tegen.’

Nina en Eva Mouton: ‘Ook te midden van de chaos van het dagelijkse leven kun je af en toe een halve minuut stilstaan bij je lichaam en je gevoel. Dat is een begin.’Beeld Rebecca Fertinel

‘Hyperefficiënt je yogalessen inplannen, dat is eerder vluchtgedrag.’ Nina (gezinstherapeut) en Eva (illustrator) Mouton willen zoveel mogelijk mensen aan de échte zelfzorg. ‘Als je altijd maar blijft doorpompen, dan crash je.’

“O nee. Alwéér een boek over zelfzorg”, zegt Nina Mouton (37) gespeeld schamper, terwijl ze met haar perfect bordeaux gelakte nagels op de tafel tikt. “Ik ga tips krijgen over wat ik allemaal moet doen om me beter te voelen. Meditatie. Ademcursus.” En dan barst ze in lachen uit. (fel) “Nee. Daarover gaat ons boek Zelfzorg is het begin van alles he-le-maal niet”, vervolgt de gezinstherapeut, bekend van het boek Mild ouderschap.

“Het gaat trouwens ook niet over een warm badje nemen met een bruisbal”, vult haar zus en veelgevraagd illustrator Eva Mouton (35) grijnzend aan. Het duo vormt niet alleen qua nagels – bij Eva zijn ze paars – een hechte, kwikzilveren eenheid. Ze maken elkaars zinnen af, vullen elkaars gedachten aan en nemen opmerkelijk evenwichtig gespreksruimte in.

En dat nieuwe boek over zelfzorg is ook een samenwerking van de zussen. Nina schreef de heldere tekst over nochtans niet makkelijk verteerbare thema’s als emotionele kwetsuren en wat we als kind hebben gemist in de relatie met onze ouders. Net zoals in Mild ouderschap blaast Eva lucht in het boek met haar treffende tekeningen.

“Ik heb dit keer wel de komische toon weggelaten”, zegt ze. “Mild ouderschap gaat over herkenbare en dagelijkse situaties in het gezin, terwijl dit boek inzoomt op onze innerlijke processen. Dat wilde ik niet met grappige accenten relativeren want dat doen we zelf al genoeg. ‘Zelfzorg, dat is voor softies en verwende narcisten, dat heb ik niet nodig’, denken veel mensen. Maar zelfzorg is aan de slag gaan met hoe je op het diepste niveau functioneert. Daar wil ik geen mopjes bij.”

Nina: “Het is straf hoe jij die innerlijke processen in beelden hebt weten te vatten. Een van mijn favorieten is het meisje dat op een strandbal balanceert die ze onder water probeert te houden. Die staat bij de passage over hoe je je emoties niet voorgoed het zwijgen kunt opleggen. Net zoals met een grote strandbal die je onder water probeert te houden lukt dat misschien even of deels. Maar vroeg of laat springt hij toch weer omhoog. En met een kracht die veel groter is dan wanneer je hem laat drijven. Dat is ook zo met je gevoelens. Duw je ze weg, dan komen ze ooit met heel veel kracht weer tevoorschijn.”

NINA MOUTON

37 jaar • klinisch en gezinspsycholoog, psychotherapeut • auteur en columnist • publiceerde in 2020 Mild ouderschap, met illustraties van zus Eva • ook Zelfzorg is het begin van alles was een samenwerking met Eva • is mama van Miro en Loa  

EVA MOUTON

35 jaar • illustratrice • maakt getekende columns, muur­tekeningen en veel meer • werd bekend met de ‘Hey Baby’-kalenders • illustreerde de boeken van zus Nina • verloor in 2018 haar te vroeg geboren tweeling 

We kunnen toch niet de hele tijd onze gevoelens uiten?

Nina: “Klopt. Wanneer je baas iets zegt dat je kwaad maakt, is het beter om pas ’s avonds je hart te luchten bij vrienden of familie dan om op kantoor te gaan schreeuwen. Niet toevallig schrijf ik in dit boek ‘Coping is oké’. Copingmechanismen zijn manieren om met gevoelens om te gaan in stressvolle situaties. Dat gaat van emoties wegduwen, erg kwaad worden of vluchten in eten, drinken, werken, sporten tot je emoties weglachen. Ook je enorm aanpassen aan de ander en te veel toegeven is zo’n strategie. Dat zie je vaak bij kinderen die in een gewelddadig gezin opgroeien of bij mensen in een toxische relatie. Manipuleren komt ook voor. Dan bedek je jouw negatieve gevoelens met oneerlijk gedrag. Je bewerkt de ander dan zodanig dat die de verantwoordelijkheid op zich neemt voor iets wat eigenlijk jouw verantwoordelijkheid is.”

En die strategieën zijn ontstaan in onze kindertijd en blijven zonder dat we dat beseffen doorwerken?

Nina: “Inderdaad. Je hebt bijvoorbeeld de neiging je eigen gevoelens steevast te minimaliseren omdat er in jouw gezin geen plaats was voor emoties. Meer inzicht krijgen in hoe het in jouw kindertijd ging en in hoe jij omgaat met moeilijke momenten is essentiële zelfkennis en dus zelfzorg. Ben je eerder een vechter, een vluchter of een pleaser? Of rationaliseer je vaak bepaalde je emoties? En zijn jouw copingstrategieën constructief of op den duur negatief? Bijvoorbeeld omdat je je emoties niet alleen tijdelijk parkeert omdat dat slimmer en handiger is maar omdat je ze blijft opkroppen?”

Innerlijke processen, onderdrukte emoties, patronen uit de kindertijd. Dat klinkt inderdaad niet als waar we ‘zelfzorg’ mee associëren.

Eva: “Zelfzorg is voor de meeste mensen me-time. Massages, op restaurant gaan. Dat kan leuk zijn en je batterij opladen. Maar zelfzorg gaat vooral over wie je in je kern bent. Wat heb jij nodig? Wat maakt je echt blij? Ben je vooral angstig om anderen teleur te stellen? Zit er een harde perfectionist in je? Alleen als je die kennis hebt, kun je beter je grenzen afbakenen en je behoeften invullen. Daar heb je zelf baat bij, maar iedereen rond je evenzeer.

“De dingen waaraan we denken bij zelfzorg zijn nu ook eerder een lapmiddel om te blijven functioneren in dat dolgedraaide systeem waarin er zoveel druk ligt op ons. Je moet je gezin doen draaien, tot na je werkuren je mails lezen, permanent ‘aan’ staan. En met meditatieapps en ademcursussen proberen we dat beter aan te kunnen. ‘Als ik nu yoga inplan, dan kan ik morgen weer functioneren en productief zijn’, denken we dan. Dat is eerder vluchten van wat je echt nodig hebt dan goed voor jezelf zorgen.”

Over wegvluchten van je gevoelens gesproken, in het boek staat een passage over toxische positiviteit, waarbij je zodanig krampachtig positief blijft dat je je eigen gevoelens of die van anderen onrecht aandoet. De schone schijn van sociale media voedt zo’n houding. Hoe ben jij daarmee omgegaan toen jouw tweeling in 2018 overleed, Eva?

Eva: “Die ervaring heeft me heel hard met de voeten op de grond gezet. Ik ben zoals zovelen heel erg opgevoed met het idee van de maakbare wereld. Je kan wat voor droom dan ook waarmaken als je er hard voor werkt.

“Maar dat is een illusie. Door wat is gebeurd, denk ik nu: ‘Het leven loopt zoals het loopt. Ik heb niets te willen’. Dat begon al toen ik ivf inschakelde om zwanger te worden. En toen de tweeling te vroeg geboren werd, zeiden drie gynaecologen dat ik pech had gehad. Dan kun je woedend worden of aanvaarden dat brute pech bestaat, in de echte wereld.

'De sleutel van zelfzorg ligt bij zorg dragen voor je innerlijke gekwetste kind.'Beeld Rebecca Fertinel

“Als het op sociale media al eens over tegenslagen gaat, is het ook van: ‘Het was hard maar ik ben er sterker uitgekomen.’ Ook daar verzet ik me tegen. Als je midden in zo’n diepe rouw zit zoals ik toen, dan heb je geen verhaal. Dan is alles rauw en aan flarden gereten. Ik was zo moe. Als ik de foto’s van mijn gezicht vol verdriet zie die ik toen maakte kan ik alleen maar denken: ‘Dat was een moedige vrouw.’ Therapie maar ook vrienden en vriendinnen bij wie ik met dat verdriet terecht kan, hebben me enorm geholpen.”

Heb je nog een kinderwens?

Eva: “Ik heb nooit een droombeeld gekoesterd over een gezin. Nu ben ik op een punt dat die kinderwens er wel is, maar dat het leven echt ook heel oké is zoals het nu is. We zien wel.”

Nina, jij bent bekend van het boek Mild ouderschap. Maar ben jij nu zelf zo’n milde ouder die altijd zen is, zoals velen denken?

Nina (schatert het uit): “Als je mijn kinderen vraagt of ik weleens tegen hen roep, zullen ze bevestigend antwoorden. Het is een fout beeld dat mild ouderschap neerkomt op permanent zen zijn. Ook een misverstand is dat het zou gaan om grenzeloos opvoeden. Voordien geloofde ik in het klassieke straffen en belonen. Maar toen mijn zoon van twee me duidelijk liet merken dat dat niet zou pakken, ben ik samen met zijn vader op zoek gegaan naar iets anders.

“Daar is mild ouderschap uit ontstaan. Het gaat absoluut niet om geen grenzen stellen, wel om situaties ontmijnen door zo eerlijk mogelijk te zijn. Ik heb het mijn kinderen gisteren nog moeten zeggen toen ze het uithingen: ‘Mannekes, nu is het te veel. Ofwel ga ik gillen, ofwel gaan jullie ruzie krijgen en elkaar pijn doen. Wat zal het zijn?’ Ik was kwaad, ik toonde heel duidelijk waar de grens lag maar ik heb niet gereageerd vanuit mijn agressieve kwaadheid, vanuit het kind in mij, maar vanuit assertieve, volwassen kwaadheid. Ik kan alleen maar zeggen dat iedereen daar meer aan heeft, ook al lukt het zeker niet allemaal altijd.”

Waarom is zelfzorg ‘het begin van alles’?

Nina: “Als we onszelf beter kennen, kunnen we stilstaan bij wat we zelf nodig hebben. Dan ga je niet meer handelen tegenover anderen vanuit angst om afgewezen te worden of omdat je denkt dat iemand iets van jou verwacht, maar vanuit wat je zelf kunt en wilt geven. En dat is een cadeau aan anderen. Je vermijdt pijnlijke misverstanden, gepieker, emoties die gaan etteren.”

Maak dat eens concreet?

Eva: “Onlangs vroeg een vriendin of ik voor haar kon babysitten. Ik kon niet omdat ik op weekend ging. Maar op het laatste moment ging dat weekend niet door omdat iemand met een dubbele boeking zat. Dat vernam ik pas de dag zelf. Ik postte die dag iets op sociale media. Waarop mijn vriendin me belde om te vragen of ik dat weekend als excuus had ingezet omdat ik niet wilde babysitten. Ik vond het moedig dat ze me dat durfde vragen in plaats van het op te kroppen. Zo is een misverstand meteen opgeklaard en niet gaan etteren.”

Nina: “Dat is eer doen aan je relatie. Terwijl we vaak denken: ‘Ik hou het voor mezelf om de relatie te redden.’ Veel mensen zijn opgevoed met het idee dat ze hun emoties best voor zichzelf houden. Maar net door ze te erkennen en te analyseren bescherm je relaties. Iemand is dan in staat om te zeggen ‘Door de manier waarop je me dit zegt voel ik me aangevallen, ook al bedoel je het misschien niet zo’ in plaats van door het lint te gaan of boosheid in te slikken om de ander niet te kwetsen.”

Waarom is het boek opgedragen aan ‘de kleine Eva’ en ‘de kleine Nina’?

Nina: “Omdat de sleutel van zelfzorg wat mij betreft ligt bij zorg dragen voor je innerlijke gekwetste kind. Zodat je niet meer automatisch vanuit die kwetsuren reageert in je volwassen leven. Iedereen heeft bepaalde basisbehoeften, zoals liefde, aandacht, autonomie, realistische verwachtingen om aan te voldoen. Werd er in je kindertijd niet voldaan aan een van die behoeften, bijvoorbeeld omdat je heel erg het perfecte kind moest zijn, dan is de kans zeer groot dat je je ook als volwassene soms nog erg gekwetst, bang, verdrietig, eenzaam, beschaamd, misbruikt, hulpeloos, afhankelijk, vernederd, verwaarloosd of verlaten voelt. Het is de reden waarom we buitenproportioneel kwaad of triest kunnen worden in reactie op iets dat feitelijk niet zo erg is. Uitzoeken wie dat innerlijke kind is en wat het nodig heeft, kan ervoor zorgen dat je veel volwassener met emoties omgaat.”

Wie zijn de kleine Eva en de kleine Nina?

Nina: “Ik was het flinke kindje dat zeer goed wist wat er verwacht werd en dat zich daaraan conformeerde. De typische grote zus die goed moest presteren en van wie veel verwacht werd. Ik ben ook een vermijder of wat we in de psychologie ‘vermijdend gehecht’ noemen. Dat wil zeggen dat ik bang ben om afgewezen te worden en dus niets durf te vragen, want dan komt er misschien een ‘nee’. Ik doe het daarom liever allemaal zelf. Als je zo leeft, word je moe en raak je geïsoleerd want je laat niemand toe. Ik kan me al anders opstellen, maar het leerproces is zeker nog niet ten einde.”

Eva: “Ik had als jongere zus meer bewegingsruimte. ‘Doe maar’, zo werd er tegen mij gezegd. Ik was degene die klein mocht blijven, er werd weinig verwacht. Maar ik heb wel een Kelly in mij.”

Pardon, wie?

(geschater)

Eva: “Kelly, dat is de strenge stem in mijn hoofd. Spelen is bij mij een basisbehoefte. Maar dat is iets wat ik als twintiger weggeduwd heb. Ik was free­lance illustrator en mensen hadden het beeld van me dat ik tot de middag in bed lag. Het was wel mijn droom om een werkleven te leiden dat ik zelf inrichtte. Maar in plaats van daarvan te genieten, voelde ik mij verplicht mijzelf uit te putten met werk. Ik was permanent hyper en had maagproblemen. Mensen ontgoochelen en ‘nee’ zeggen was geen optie. Die strenge kant zit in mij.

“Mijn lief stelde onlangs voor er een naam aan te geven omdat ik er ondertussen wel van een afstand naar kan kijken. Kelly is ideaal als ik een deadline heb, op andere momenten moet ik ze wegjagen.”

'Zelfzorg is voor de meeste mensen me-time. Massages, op restaurant gaan. Dat kan leuk zijn en je batterij opladen. Maar zelfzorg gaat vooral over wie je in je kern bent.'Beeld Rebecca Fertinel

Is Nina dan degene die jou dat soort dingen helpt zien?

Eva: “Het is zeker een voordeel om haar als zus te hebben. We horen elkaar dagelijks en ze hielp me door heel moeilijke periodes, zoals toen onze tweeling overleed. Het gaat niet alleen over kennis. Als ik zo streng ben voor mezelf kan Nina me ook heel goed uitlachen. Wanneer ik zo moe ben dat alles een taak is, zelfs gaan eten bij haar, dan weerklinkt haar bulderlach en wijst ze me op hoe absurd ik bezig ben. Omdat Nina voor haar opleiding als therapeut intensief therapie volgde en ik die kennis in onze gesprekken meekrijg, is ook mijn zelfkennis groter geworden.”

Riskeer je niet dat je dan therapeut en cliënt bent in plaats van zussen?

Nina: “Nee, ik ken de theorie maar ik vind dat Eva zelf ook een goede therapeut zou zijn. Het is gelijkwaardig tussen ons.”

Eva (tot Nina): “Behalve toen ik in rouw was over de tweeling. Dan was jij bijna mijn psycholoog.”

Nina (verbaasd): “Vond jij dat?”

Eva: “Jij hebt dat zachtjes aangegeven. ‘Is het nu geen tijd om in therapie te gaan?’, zei je op een bepaald moment. Dat deed ik en later zei je dat dat ook goed geweest was voor jou. Je kon me opnieuw zien als zus.”

Nina: “Dat was ik vergeten.”

Eva: “Ik vond het krachtig dat jij dat durfde te zeggen.”

Nina: “Dat is het dus. Jezelf goed kennen en zo je grenzen durven aan te geven. Niet dat ik er zelf al ben. Ondanks mijn kennis gebeurt het nog dat ik verval in mijn kinderlijke patronen en bijvoorbeeld ineens veel te kwaad word.”

Eva: “Je had ook wel de moed om met je praktijk als psycholoog te stoppen.”

Nina: “Mocht ik daarmee doorgegaan zijn, was ik in een burn-out beland. Ik kon op den duur niet meer luisteren, mijn hoofd zat permanent veel te vol. Nu pas, sinds een jaar, kan ik weer naar podcasts luisteren. Nu geef ik online trajecten over zelfzorg. Ik heb zelf zo erg veel gehad aan de inzichten daarover, dat ik dat met een zo groot mogelijk publiek wil delen. En online is al een stuk laagdrempeliger dan gesprekstherapie.”

Eva: “En het boek is nog toegankelijker.”

Jezelf afpellen als een ui, onderzoeken of je door de relatie met je ouders veilig, vermijdend of angstig gehecht bent, daar heb je toch een professional bij nodig die je een-op-een op je blinde vlekken wijst?

Nina: “Dat kan zeker en daarom staat er in het boek dat ik hoop dat het een aanzet is. Sommigen in de onlinetrajecten combineren die dan ook met een klassieke therapie. Het zijn geen lichte onderwerpen, maar eens je leest over deze inzichten en begrippen, gaat die kennis niet meer weg. En alleen al in hoofdstuk één lezen wat zelfzorg niet en wel is kan een eyeopener zijn. Daarom ook meteen een scène uit mijn dagelijkse leven en hoe ik daarin zelfzorg verweef. Ook als er geen tijd is. Je kunt ook te midden van de drukte en de chaos af en toe pas op de plaats maken, eens een halve minuut stilstaan bij je lichaam en je gevoel. Dat is een begin.”

Eva: “Iedereen wil tips en concrete stappenplannen. Voor echte zelfzorg werkt dat niet. Ik zie dit boek daarom als een ankerpunt waar je steeds naar kan terugkeren naargelang de situaties die je meemaakt. Hoe ging dat nu weer, geweldloos communiceren? Dat staat dan wel in vier stappen heel concreet uitgelegd in dit boek. Maar het is niet omdat je dat één keer gelezen hebt, dat je het in de praktijk kan toepassen, net omdat emotionele patronen zo diep ingesleten zitten.

“Ik heb bijvoorbeeld sinds kort een nieuwe relatie en ik dacht meteen: ‘Ik weet nu hoe het werkt. Ik ben in therapie geweest. Ik ken mijn patronen en valkuilen, kom maar op.’ (lacht) Maar na een tijd merkte ik dat ik nogal snel kwaad kon worden op hem. Nochtans is het echt een goede relatie en verdient hij dat helemaal niet. Tot ik inzag dat ik dat kinderlijk kwade de vrije loop liet net omdat ik me in deze relatie veilig voel. Omdat het bij hem mag. Door dat te zien, hebben we dat kunnen bespreken en kan ik het nu anders aanpakken. Ik moet dan wel Kelly tot de orde roepen. (lacht) Want zij oordeelt: ‘Je was toch in therapie maar je gedraagt je nog altijd soms als een onredelijk kind.”

Dat we allemaal een innerlijk gekwetst kind meedragen klinkt beschuldigend tegenover ouders.

Nina: “Dat is een belangrijk punt. De meeste ­ouders, en dan heb ik het niet over misbruik­situaties, hebben hun best gedaan om je zo goed mogelijk groot te brengen tot de persoon die je bent. En daarnaast heb je als kind onvermijdelijk dingen gemist. Want de perfecte opvoeding bestaat niet. Het gaat dus niet over schuld. Als je die kaart trekt, doe je de deur dicht voor ieder gesprek. Veel waardevoller is met je ouders delen dat jij bepaalde dingen op een bepaalde manier beleefd hebt. Sommige ouders kunnen dat dragen, andere niet.”

Voor zulke gesprekken moet je goed kunnen praten over emoties. Knelt net daar niet vaak het schoentje?

Eva: “Als je communicatie eng bekijkt wel. Maar iedereen heeft een andere manier van emotioneel communiceren. Onze vader is een beeldhouwer, een man van weinig woorden die veel alleen moet zijn in zijn atelier. Niet bepaald een prater. Hij zegt het letterlijk: ‘Beeldhouwen is mijn taal.’ Maar dingen doen voor anderen en met anderen is zijn ‘liefdestaal’. Nina en ik schakelen hem dan ook de hele tijd in voor klussen. Door in te zien wat zijn liefdestaal is, is de band met mijn vader verdiept.”

Nina: “Daarom beschrijf ik in het boek verschillende liefdestalen. De ene communiceert met handelen, de ander met cadeaus of complimenten. Je kunt van iemand zoals onze vader niet verwachten dat je daar lange emotionele gesprekken mee hebt. Zelfzorg is ook in staat zijn daarover te rouwen, maar om het niet – als een gekwetst kind – om te zetten in verwijten aan het adres van die ander die jou niet kan bieden wat je nodig hebt. Het is inzien dat je bij die persoon wel andere waardevolle dingen kan vinden. En het is ook mensen zoeken die jou kunnen geven wat je bij die ander niet vindt.”

Zussen Eva en Nina Mouton: ‘Bij een tegenslag zeggen mensen soms: ‘ik kwam er sterker uit.’ Daar verzet ik me tegen.’
Beeld Eva Mouton

Wat met de kritiek dat we in een emocratie leven, net te veel bezig zijn met onze kwetsbaarheden en zelfzorg tot egocentrische ­navelstaarderij leidt terwijl de wereld in brand staat?

Eva: “Ja, er is oorlog en klimaatverandering en het is belangrijk dat we we bezig zijn met maatschappelijke crises. Maar hoe zouden we daar allemaal mee kunnen omgaan als we niet eens voor onszelf kunnen zorgen? Denk aan het zuurstofmasker in het vliegtuig. Iedereen snapt waarom je dat als volwassene eerst zelf moet opzetten bij calamiteiten en je dan pas je kind ermee helpt. Als jij niet eens voldoende zuurstof hebt, kun je anderen niet helpen.”

Nina: “Precies. Zelfzorg staat absoluut niet los van de maatschappij. Hoe ga je sterk en soepel om met wat op ons afkomt? Door altijd door te denderen en je lichaam, je behoeftes en kwetsuren te negeren? Net mensen die dat doen, die zo hard zijn voor zichzelf dat ze ondanks grote uitputting of verdriet maar blijven doorpompen, zijn niet weerbaar, ze crashen. Ze hebben extreem korte lontjes, krijgen gezondheidsproblemen. Heeft de maatschappij daar dan meer aan?

“We kunnen bovendien niet alles individualiseren. We mogen en moeten ook gedragen worden door het groter geheel. Er moet vanuit de overheid ook zorg komen voor het individu, het gezin, voor iedereen. Neem de crisis in de kinderopvang. Het probleem is klaar en duidelijk en er wordt niet gehandeld.”

Tot slot, blijkbaar is er een grote genderkloof als het gaat over zelfzorg?

Nina: “Een van de meest hardnekkige mythes is dat het ‘iets voor vrouwen’ is. Zo’n 95 procent van de mensen die mijn onlinetraject volgen zijn vrouwen. Vastgeroeste rollenpatronen spelen ongetwijfeld een rol. Jammer.”

Eva: “Ik hoop daarom dat vrouwen dit boek kopen en mannen erin gaan bladeren omdat het thuis rondslingert. Zo is het ook met Mild ouderschap gegaan.”

Nina: “Een mannelijke journalist die het boek had gelezen om me te interviewen zei me vandaag wel dat het toch allemaal veel herkenbaarder was dan hij dacht. Ik hoop hij dat zo opschrijft.” (gelach)

Nina Mouton (illustraties Eva Mouton), Zelfzorg is het begin van alles, Lannoo, 208 p., 24,99 euro