Edward en Frans woonden in Temse maar zaten in 1912 in de schoolbanken van het Geraardsbergse Sint-Jozefsinstituut, beter bekend als het Karmelieten. De gebroeders meldden zich in 1914 als vrijwilliger aan bij het Belgische leger en ze dienden als sergeant bij het 24ste linieregiment.

In 1917 vochten ze aan het IJzerfront, toen ze in de nacht van 25 op 26 maart deel uitmaakten van een raid op de Duitse stellingen in Steenstrate. Frans raakte gewond en keerde niet terug, broer Edward ging hem zoeken. Volgens de legende zijn ze in elkaars armen gesneuveld.

Een aangrijpend verhaal van onvoorwaardelijke broederliefde dat honderd jaar later nog nazindert in het Karmelieten. Er is een gedenkplaat opgehangen in het schoolpand met de tekst ‘Zij minden elkander, zij minden hun volk’.

En jaarlijks trekken de vijfdejaars naar de Westhoek. Ze maken er een fietstocht langs de oorlogskerkhoven en stoppen dan ook steevast aan het monument dat werd opgericht voor de gebroeders Van Raemdonck.

Bezinningsmoment

“We leggen dan een bloemstuk neer en houden een bezinningsmoment”, zegt directeur Karll Roeland. “Het bezoek aan de Westhoek is de apotheose van een projectweek waarbij we in alle lessen de link leggen met de Eerste Wereldoorlog. Zelfs in de wiskundeles komt de Grote Oorlog dan aan bod.”

De huidige generatie Karmelieters wordt er stil van als het verhaal van de oud-leerlingen Van Raemdonck wordt verteld. “We kennen het verhaal, ook de bewering dat ze in elkaars armen gestorven zouden zijn”, getuigt Farah (14). “De naastenliefde en vriendschap, dat zijn waarden die nu nog van belang zijn in onze school.” Ook in de Engelse zusterschool van het Karmelieten wordt veel belang gehecht aan de Eerste Wereldoorlog. “Dit jaar nog komt er een delegatie op bezoek, we willen hen dan in contact brengen met hun leeftijdsgenoten van onze school.”

Zo slaan de gebroeders Van Raemdonck en de Grote Oorlog een morele brug over het Kanaal om honderd jaar na hun heroïsche dood jonge mensen samen te brengen.