Direct naar artikelinhoud
LezersvraagRaad der Wijzen

‘Mijn zus heeft meer sympathie voor dieren dan voor mensen. Is dat wel oké?’

‘Mijn zus heeft meer sympathie voor dieren dan voor mensen. Is dat wel oké?’
Beeld Flore Deman

Dirk De Wachter, Jean Paul Van Bendegem, Katrien Schaubroeck en Johan Braeckman buigen zich beurtelings over een ethische kwestie.

De vraag

“Ik werk al zes jaar als verpleegkundige in de gevangenis van Gent. Vrienden en familie denken dat mijn werk gevaarlijk is. Ze gaan ervan uit dat ik voortdurend belaagd word door opdringerige gedetineerden, maar de realiteit is minder clichématig. Vaak storten ze hun hart bij mij uit. Ik hoor vooral droevige verhalen van mensen die door foute vrienden of door één verkeerde keuze de controle over hun leven verloren. Mijn omgeving verwacht nog altijd dat ik spectaculaire verhalen zal vertellen over mijn werk, maar als ik die vaak schrijnende verhalen wil delen, heeft bijna niemand er oren naar. Als ik vertel dat die mensen door overbevolking met twee of drie in een cel van 10 vierkante meter moeten leven, stoot ik op nog minder begrip. Mijn zus zei onlangs: ‘Ze zijn gestraft. Het zou al gek zijn als ze leefden zoals op hotel. Ze hadden daar maar op voorhand moeten bij stilstaan.’ Maar daar draait het toch niet om? Iedereen zou in menselijke omstandigheden moeten kunnen wonen.

“Nog frappanter vond ik haar opmerking: ‘Weet je wat erger is dan overbevolkte gevangenissen? Asielen met angstige honden en katten die wachten op een nieuw baasje.’ Ze heeft zelf een halve dierentuin thuis en ze zorgt met heel haar hart voor die dieren. Het gaat zelfs zo ver dat ze een groot deel van haar maandloon opsoupeert aan dure dierenvoeding, speeltjes en bezoeken aan de dierenarts. Ze vindt ongetwijfeld veel voldoening in die zorg voor haar dieren, maar als ik dan bijvoorbeeld vraag om bij te leggen voor een cadeautje voor onze mama, heeft ze daar geen geld voor. Het lijkt alsof mijn zus het normaal vindt om meer empathie te hebben voor dieren dan voor mensen. Hoe komt dat en is dat oké? Zou ik haar daarop aanspreken?”

Het antwoord van filosoof Johan Braeckman

“Deze vrouw wijst erop dat iedereen recht heeft op een menselijke behandeling: voldoende ruimte, intellectuele stimuli, sociaal contact en degelijke voeding. Iedereen begrijpt dat een overbevolkte cel niet menswaardig is. Ze erkent dat gedetineerden doorgaans effectief een fout begingen, maar ze geeft terecht aan dat eender wie onder druk van de omstandigheden, door een speling van het lot of een eenmalige misstap met justitie in aanraking kan komen. We zijn niet altijd ten volle verantwoordelijk voor de fouten die we maken. Ze zegt niet dat de gedetineerden onschuldig zijn, maar ze vraagt begrip voor de manier waarop sommigen in de ellende verzeilden. Net als bij ziekte of armoede kies je daar meestal niet bewust voor.

“Haar zus mist de kennis en ervaring van de vraagsteller. Zij reageert eerder vanuit haar buikgevoel. Maar in dit soort lastige kwesties is doorgedreven inzicht net onmisbaar om een genuanceerde en humane kijk te ontwikkelen. Haar directe intuïtie zegt: die mensen verdienen niet beter. Maar intuïties leiden zelden tot betrouwbare meningen. Tot enkele ­eeuwen geleden zei ons buikgevoel dat we mensen mochten martelen, vierendelen, verdrinken of verbranden. Pas in de 18de eeuw pleitte de Italiaanse criminoloog Cesare Beccaria voor een humanere manier van bestraffen. Tot ver in de 20ste eeuw werd de doodstraf uitgevoerd in Europa, vandaag bestaat die nog steeds in de VS en heel wat andere landen. De intuïtieve gedachte dat die mensen het wellicht verdienen, schiet hopeloos tekort als je weet dat men ook minderjarigen en zwakbegaafden terechtstelt, en je zelfs de doodstraf kan krijgen voor een ‘misdaad’ als homoseksualiteit.

“De andere kwestie die aangehaald wordt, gaat over de overdreven sympathie van de zus voor dieren. Het contrast met het gebrek aan meevoelen met de gevangenen, en zelfs voor haar eigen moeder, is groot. De vrouw denkt automatisch: dit is niet in balans. Velen overdrijven met de vertroeteling van hun huisdier. Ze vallen ten prooi aan antropomorfisme en kennen menselijke eigenschappen aan hun huisdier toe. Baasjes gaan hun hond of kat in kleertjes dwingen of luxevoeding voorschotelen. Het verschil tussen correcte verzorging en overdreven vertroeteling is evenwel niet altijd duidelijk. Een belangrijke vaststelling is dat veel mensen inconsequent zijn in de manier waarop ze met dieren omgaan. Ze vertroetelen hun hond of gekko alsof het een baby is, maar eten dagelijks vlees en zijn blind voor het dierenleed waarin ze dus zélf een rol spelen.

“Je hond is een welzijnsgevoelig wezen, net zoals jij dat bent. Maar dat geldt evenzeer voor iemand die een misdaad pleegde of voor een kip die haar korte leven in een legbatterij slijt. De vraagsteller stelt terecht vast dat haar zus dat niet lijkt in te zien. Wie oog heeft voor alle vormen van onderdrukking, mag geen fundamenteel onderscheid maken tussen mensen en dieren. Zowel mens als dier ervaren onrecht, maar op een andere manier. Als we echt niet anders kunnen dan kiezen tussen het welzijn van een mens of een dier, kiezen we natuurlijk voor de mens. Maar we mogen er geen twee kampen van maken of valse dilemma’s construeren. Het is onze ethische taak om zoveel mogelijk te vermijden dat we mensen moeten opsluiten, net zoals het onze plicht is om correct met dieren om te gaan, zodat ze niet in een asiel terechtkomen.

“Het is een gevoelig onderwerp, maar ik denk dat deze vrouw er goed aan doet om er met haar zus over te praten. Op de juiste toon, en op het juiste moment. Ik vind het altijd positief als mensen op een zinnige manier discussiëren over belangrijke onderwerpen, ook al voelt dat soms onprettig aan.”