Direct naar artikelinhoud
InterviewThibau Nys

Thibau Nys, topfavoriet EK veldrijden voor beloften, haalt weer het allerbeste uit zichzelf: ‘Híér zat ik op te wachten’

Thibau Nys, topfavoriet EK veldrijden voor beloften, haalt weer het allerbeste uit zichzelf: ‘Híér zat ik op te wachten’
Beeld BELGA

Eén week voor zijn 20ste verjaardag is Thibau Nys klaar voor een gepast cadeau: de Europese U23-titel. ‘Een volledig crossseizoen bij de elite? Had gekund. Maar het zou dom zijn geweest.’

Wat een contrast met coronajaar 2020, toen je op zoek was naar jezelf. Zelfs vergeleken met vorige winter is dit duidelijk...

(knikt en pikt in) “... een andere Thibau. Dít is wat ik nodig had, waar ik al die tijd op zat te wachten. Het was sukkelen, ik kon niet tonen wat ik wilde. Mijn crossvreugde heb ik nooit verloren, maar nu is ze wel nadrukkelijker aanwezig dan ooit. Ik geniet van elk moment. Blijkbaar had ik een reminder nodig om in te zien hoe plezant het is.”

Ben je ook gelukkiger nu?

“Neen. Ik laat mijn geluk daar niet door bepalen. Oké, mijn leven draait voor een groot deel rond koers, maar ik ben volwassen en down-to-earth genoeg om te beseffen dat er méér is dan dat. Als topsporter beleef je goeie en slechte momenten. Die slechte, daar moet je gewoon door. Ik heb er veel uit geleerd, mentale kracht uit gepuurd. Ondertussen heb ik ook fysiek een grote stap gezet. Dat maakt het zo fijn.”

Concreet vertaalt zich dat in dominantie bij de U23 en een prominente rol tussen de elite.

“Exact wat ik in deze fase van mijn carrière voor ogen had. Die constante maakt me blij. Alleen in Meulebeke had ik tot dusver een mindere dag. Perfect verklaarbaar. In de week vooraf had ik namelijk veel te veel getraind. Tot grote ergernis van Paul (Van Den Bosch, zijn coach, red.) die me daar, volkomen terecht, zwaar voor onder mijn voeten gaf. (lacht) Ik durf er al eens over te gaan. ‘Dat is iets wat ik van onze papa (Sven, red.) heb geërfd.”

‘Als je top vijf kunt rijden bij de beloften, ben je rijp voor de top tien bij de profs’, redeneer je.

“Tegenwoordig wel. Het niveau bij de U23 is heel hoog. Ronhaar, Meeussen, Michels, Verstrynge, Wyseure, ik... allemaal zijn we daartoe in staat. In Maasmechelen klokten we in de eerste helft van onze WB-race snellere rondetijden dan de profs. Dat zegt toch iets. Op die manier maken we elkaar ook sterker.”

Je crost met een profstatuut, maar rijdt de Wereldbeker, het EK en WK bij de U23. Was het geen optie om alles bij de elite af te werken?

“Ik heb het overwogen. Recent nog, op terugreis van Amerika. Toen stond ik vierde in de Wereldbeker voor profs. ‘Goh, zou ik toch niet...?’ speelde het door mijn kop. Probleem is: als je de Wereldbeker bij de elite rijdt, moet je dat naar de letter van het UCI-reglement ook doen met de kampioenschappen in die categorie. En dan denk je natuurlijk verder. Met déze vorm is dat misschien wel mogelijk. Maar hoe zal dat over een maand of twee zijn? In een crosspeloton met ook Van Aert, Van der Poel en Pidcock erbij. De beste Hermans. Mogelijk Aerts ook opnieuw. Dan moet ik wel zien dat ik nog mee kan, hé. Daarom: hoe graag ik het ook zou willen, het zou niet verstandig zijn. Eerder... dom. Ik zou stappen overslaan. En dat wil ik niet.”

Hoe kijk jij naar de nakende terugkeer van ‘De Grote Drie’?

“Zoals elk jaar: benieuwd. De vraag is altijd hoe hard ze zich toeleggen op de cross. Áls ze het veld induiken, is dat meestal toch om de beste te willen zijn en elke wedstrijd naar hun hand proberen te zetten. Tja. Dan wordt het heel moeilijk voor ons. Die mannen zijn van een ander niveau. De explosies van Iserbyt, Vanthourenhout, Sweeck en co. kan ik op zich redelijk goed beantwoorden en overleven. Het verschil is dat ze daar sneller van herstellen dan ik en dat ze zo’n stoot tot twee, drie keer toe kunnen herhalen. Het tempo dat ze na een versnelling aanhouden ligt ook een stuk hoger. Dat is iets wat ik met de jaren nog moet bijkweken.”

Veldritanalist Niels Albert ziet niet in wie jou van de Europese titel kan houden.

“Ik wel. (lacht) Het wordt écht niet simpel, hoor. Met vier, vijf zijn we aan elkaar gewaagd. Er zal niemand zomaar wegrijden. Vooral Meeussen, Michels en Ronhaar worden gevaarlijk.”

Eli Iserbyt noemt de Europese trui de minst prestigieuze van de drie. Akkoord?

“Wel, liever had ik afgelopen dinsdag op het podium gestaan van de Koppenbergcross dan dat ik dit weekend Europees kampioen word. Sterker nog: een zege in een mooi bezette tv-cross bij de elite zou een wereldtitel bij de U23 overtreffen. Ik haal gewoon veel meer voldoening uit koersen bij de profs. Ik stel me ook altijd de vraag: wie ligt over een jaar of tien nog wakker van een regenboogtrui bij de beloften?”

EK veldrijden in Namen
Zaterdag 13.15 uur: mannen beloften
Zaterdag 14.45 uur: vrouwen elite (op Eén)
Zondag 13.15 uur: vrouwen beloften.
Zondag 14.30 uur: mannen elite (op Eén)