Forse opmars van autodelen, met dank aan systeem dat ook deelsteps populair maakte

Er is in Vlaanderen een forse opmars bezig van autodelen. Er zijn intussen drie gemeenten die de drempel halen die de Vlaamse overheid tegen 2030 wil bereiken: twee deelwagens per duizend inwoners tegen 2030. Mede met dank aan een nieuw systeem, afgekeken van deelsteps.

Koen Baumers

Twee deelwagens per duizend inwoners? In Limburg zitten ze daar nog het verst van af. De teller staat er op 0,07, zo blijkt uit de nieuwe telling van koepelorganisatie Autodelen.net. In heel de provincie staan welgeteld 62 deelwagens.

Maar er is in Vlaanderen wel degelijk een gestage opmars bezig. De kaap van de drieduizend deelwagens is bereikt. Een stijging met meer dan 10 procent, al is dat nog niet snel genoeg om tegen 2030 de doelstelling te halen die de Vlaamse overheid zichzelf heeft opgelegd. Twee deelwagens per duizend inwoners, is het streefdoel.

13.000 extra deelwagens

Op dit moment staat de teller op 0,47. Om er te geraken, zijn nog ruim 13.000 extra deelwagens nodig. Drie gemeenten halen wel al de norm, en dat zijn niet toevallig de centrumsteden Gent (3,52), Mechelen (2,54) en Leuven (2,06). In meer dan honderd gemeenten staat er nog geen enkele.

Dat zijn dan meestal plattelandsgemeenten. “Maar de kleinere gemeenten zijn bezig aan een opmars”, zegt Jeffrey Matthijs van Autodelen.net. “Zo staan onder andere Mesen, Merelbeke, Mortsel en Herent dicht bij het behalen van de doelstelling.”

Ander publiek

De stijgende populariteit komt volgens Autodelen.net door de verandering in publiek. Vroeger waren deelwagens het terrein van idealisten met een groen hart, nu verovert het ook de harten van wie er puur de praktische voordelen van ziet. Concreet: minder moeten betalen voor aankoop, verzekering en onderhoud. En toch een auto vlakbij.

De opmars wordt mee voortgestuwd door een nieuw type deelwagens, dat geleidelijk aan zijn plaats inneemt en bij velen een twijfel wegneemt. Met een trucje dat ook de deelsteps in grote steden zo snel deed opkomen. Bij aanbieders als Poppy, GreenMobility en Miles moet je de auto na gebruik niet terugbrengen naar zijn vaste parkeerplaats, maar mag je die zelfs in een andere stad laten staan.

Snelle registratie

“Wie tot na de laatste trein in Brussel wil blijven, kan zo nog naar Antwerpen geraken”, zegt Jeffrey Matthijs. “Je bent ook snel geregistreerd als je het plots eens nodig heeft, wat als verdienste heeft dat mensen die niet voor autodelen staan te springen er toch mee in aanraking komen. In combinatie met deelwagens die wel een vaste standplaats hebben, halen die veel privéwagens van de baan.”

De bedrijven werken ook met een beloningssysteem voor leden die af en toe eens een auto aan de laadpaal gaan hangen of terug naar het centrum brengen. Zo zorgen ze ervoor dat de auto’s wel degelijk op een nuttige plaats staan. En omdat de aanbieders van dat type wagens meteen een groot aantal auto’s zetten in de steden waar ze zich lanceren, is de sterke stijging merkbaar in de cijfers. “We gaan niet aan de doelstelling van 2030 geraken met business as usual, maar hierdoor kan er een versnelling gebeuren.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer