Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVoeding & milieu

‘Veehouderij stoppen zou even logische eis moeten zijn als fossiele brandstoffen in de grond houden’

‘Veehouderij stoppen zou even logische eis moeten zijn als fossiele brandstoffen in de grond houden’
Beeld ANP / EPA

Veehouderij is een belangrijke oorzaak van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en dierenleed. Door vlees en zuivel te vervangen door eiwitten die we ‘brouwen’ met bacteriën en gisten, slaan we meerdere vliegen in één klap, bepleiten milieuactivisten.

“Vlees staat hier op het menu, maar niet op de agenda”, klagen activisten van milieuorganisatie RePlanet aan op de klimaattop in Sharm-El-Sheikh. Nochtans is de veehouderij een belangrijke bron van broeikasgas – goed voor 14,5 procent van onze uitstoot volgens de Wereldlandbouworganisatie.

“De koe is hier de olifant in de kamer”, laat de Britse milieuactivist en auteur Mark Lynas weten vanop de COP27. Lynas is een van de oprichters van het eerder dit jaar boven de doopvont gehouden RePlanet. De organisatie wil onze voetafdruk op de planeet drastisch reduceren en wijst daarvoor op een cruciale factor: de veehouderij, en in het bijzonder de gigantische hoeveelheid land die daarvoor nodig is. Ruim een kwart van het landoppervlak dient voor veevoederproductie of als graasland.

Daardoor is de veehouderij een belangrijke aanjager van het verlies aan natuur en soorten. “Door plantaardig te eten zouden we gigantische stukken land kunnen teruggeven aan de natuur”, zegt Lynas. “Zo zouden we tegelijk grote hoeveelheden koolstof kunnen opslaan. Maar een reductie van de veehouderij komt hier op de COP niet aan bod.”

Lees ook

Wij zijn met onze eiwitten een wereldprobleem aan het oplossen, maar de overheid houdt ons tegen’

In het vakblad Nature Sustainability becijferden wetenschappers dat we door ecosystemen op voormalig graas- en akkerland te laten herstellen tegen 2050 ruim 300 miljard ton CO2 zouden kunnen opslaan, ongeveer wat de wereld in tien jaar uitstoot. Een analyse in Science toont dan weer aan dat wanneer de vleesconsumptie wereldwijd blijft stijgen, de uitstoot van onze voedselproductie alleen al het beperken van de opwarming tot 1,5 of 2 graden zo goed als onmogelijk maakt.

Deze week stelt RePlanet daarom de campagne Reboot Food voor, een pleidooi voor een radicaal ander voedselsysteem. “De veehouderij stoppen zou een even logische eis moeten zijn als fossiele brandstoffen in de grond laten”, zegt de Britse milieuactivist George Monbiot, die de campagne steunt. Dat dat niet zo is, heeft volgens Monbiot niet alleen te maken met effectief lobbywerk. “We doen al zo lang aan veehouderij dat we het als een onderdeel van de natuurlijke orde beschouwen en romantiseren”, aldus Monbiot. “Met als gevolg dat het thema wordt verwaarloosd.”

Brouwen in plaats van slachten

De oplossingen die de klassieke milieuorganisaties aandragen, maken het probleem volgens RePlanet net erger. Het pleidooi voor ‘minder maar beter vlees’ en extensievere productie betekent in de praktijk dat er voor eenzelfde hoeveelheid voedsel net méér land nodig is. Ecologische veeteelt is niet op te schalen, besluiten de activisten. Ofwel rijden we de planeet er nog verder mee in de vernieling, ofwel wordt vlees een luxegoed voor de rijken.

Volgens RePlanet moeten we ‘brouwen in plaats van slachten’. De eiwitten die we nu uit vlees en zuivel halen, kunnen we beter door gisten en bacteriën laten produceren, net zoals gisten vandaag al insuline voor diabetici maken.

Verschillende start-ups werken al aan door micro-organismen geproduceerde eiwitten uit melk, vlees of ei. RePlanet roept overheden op die sector meer te ondersteunen. Genetisch gewijzigde micro-organismen kunnen in principe eiwitten naar keuze produceren. Met dat ‘boerderijvrij voedsel’, dat we brouwen in grote tanks, kunnen we de milieu-impact en het landgebruik van ons voedsel sterk terugdringen, betoogde Monbiot eerder al in De Morgen en in zijn boek Regenesis, dat hij op 21 november voorstelt aan de UGent.

Hoewel de eerste impactstudies veelbelovend ogen, staat de sector nog in de kinderschoenen. “De milieu-impact van boerderijvrij voedsel zal afhangen van hoe grootschalige productie er precies uitziet, hoeveel energie die fabrieken verbruiken en hoe die energie wordt opgewekt”, zegt Tessa Avermaete, expert duurzame voedselsystemen aan de KU Leuven.

Is het überhaupt nodig om de veehouderij volledig op te doeken? “Zo’n radicaal pleidooi ziet de culturele dimensie van veehouderij iets te makkelijk over het hoofd”, denkt bioloog Olivier Honnay (KU Leuven). “Sommige dier- en plantensoorten zijn gebonden aan landschappen met extensieve begrazing, die vanuit dat oogpunt niet overal hoeft te verdwijnen. En voor sommige gemeenschappen, zeker in het globale zuiden, is veehouderij belangrijk voor de voedselzekerheid.”

Ook dichter bij huis is het de vraag welke perspectieven er in een wereld met eiwit uit de fabriek nog zijn voor veehouders. Hoewel RePlanet oproept tot een “rechtvaardige transitie”, waarin landbouwgemeenschappen niet de dupe mogen zijn, lijkt dat in de praktijk verre van evident.

“Het is een radicaal voorstel en een proces dat decennia zal vragen”, beseft Rob De Schutter (RePlanet). “Maar we willen de zaken op scherp stellen, want we moeten de transitie nu aanzwengelen.”

Met 75 miljard geslachte dieren per jaar zijn we nog wel even verwijderd van het punt waarop de laatste koe uit de wei verdwijnt. Hoewel te betwijfelen valt of de bacteriesoep even heet zal worden gegeten als RePlanet ze opdient, heeft de organisatie zowel volgens Avermaete als Honnay wel degelijk een punt. “De impact van het landgebruik door de veehouderij is een onderbelicht thema”, zegt Honnay. “Dat de huidige situatie onhoudbaar is, staat buiten kijf.”