Turkije gaat “hard terugslaan” na bomaanslag, en dat toont het al meteen

De bomaanslag in de belangrijkste winkelstraat van Istanbul is “zonder enige twijfel” het werk van de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, zegt Turkije. Een vader en zijn dochtertje (9) kwamen om het leven, net als een moeder en haar 15-jarige dochter en een jong echtpaar. Veel Turken vrezen intussen dat met deze aanslag het dodelijke straatgeweld terug van weggeweest is.

Werner Rommers

Voor de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Soylu is het kristalhelder. De aanslag zondagmiddag in de populairste winkelstraat van Istanbul – ook druk bezocht door toeristen – is gepleegd door de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, met steun van de Koerdisch-Syrische vrijheidsstrijders van YPG.

De vrouw die de bom onder een bankje midden in de winkelstraat legde, is nog volgens Soylu inmiddels gearresteerd. Ahlam Albashir, die de Syrische nationaliteit heeft, zou bekentenissen hebben afgelegd over de betrokkenheid van zowel de PKK als de YPG. “We gaan hard terugslaan”, aldus de Turkse binnenlandminister, die bij een bezoek aan de plaats van de aanslag nog zei dat er –naast de bommenlegger – in de loop van zondagnacht nog bijna 50 mogelijke medeverdachten waren opgepakt.

bom istanbul. © Gazet van Antwerpen

Bij de aanslag kwamen zes mensen om het leven: een vader die met zijn 9-jarig dochtertje op zoek was naar een plek om iets te eten. Zijn vrouw raakte ernstig gewond. Het gezinnetje was naar Istanbul afgereisd voor het huwelijk van de broer van de man.

Ook een moeder en haar 15-jarige dochter – aan het shoppen – lieten het leven, net als een jong echtpaar. Maandag lagen nog steeds zes mensen op de afdeling intensieve zorgen, van wie er twee zeer ernstig aan toe zijn. In totaal raakten 81 mensen gewond.

De Koerdische afscheidingsbeweging PKK ontkent intussen elke betrokkenheid: “Wij viseren nooit burgers”, aldus de organisatie – die door de VS en de Europese Unie wel als een terreurorganisatie wordt beschouwd – op haar website. Ook Mazloum Abdi, de commandant van de Koerdisch-Syrische vrijheidsstrijders van YPG ontkent achter de aanslag te zitten.

Veel Turken vrezen dat de aanslag het begin is van een nieuwe reeks geweld, zoals tussen 2015 en 2017. Zo’n 500 mensen lieten toen het leven, na verschillende aanslagen in Turkije, gepleegd door zowel terreurorganisatie ISIS, een aantal radicaal-linkse bewegingen alsook Koerdische separatisten. Eén van die aanslagen vond trouwens in dezelfde winkelstraat plaats, waarbij toen 5 mensen het leven lieten. Veel Turken vrezen sowieso voor oplopende spanningen de komende maanden, in aanloop van zowel de parlements- als de presidentiële verkiezingen in juni volgend jaar, waarbij volgens peilingen de Turkse president Tayyip Erdogan geen nieuwe termijn zou krijgen.

Schijnheilig

De vermeende betrokkenheid van de PKK deed Turkije maandag ook erg zwaar uithalen naar de Verenigde Staten, die in buurland Syrië de Koerdische verzetsstrijders steunen in hun strijd tegen terreurorganisatie ISIS.

Zo zei Soylu dat hij de boodschap van medeleven vanuit de VS over de aanslag “niet aanvaardt”. “De schijnheilige boodschap vanuit de VS komt op ons over als de moordenaar die als eerste op de plaats van het delict arriveert.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer