Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Voor een regio die graag uitpakt met innovatie is het onbegrijpelijk om opnieuw de kant te kiezen van de fossiele industrie’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit
Bruno Tobback (Vooruit) Vlaams parlementslid voor SP.A
Kris Verduyckt (Vooruit) Kamerlid voor Vooruit

‘Deze energiecrisis toont nog maar eens hoe belangrijk het is om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af te bouwen en de volledige omslag te maken naar een klimaatneutraal en duurzaam energielandschap. Dat kan niet zolang we deel uitmaken van het Energy Charter Treaty (ECT)’, schrijven Vooruit-volksvertegenwoordigers Kathleen Van Brempt, Bruno Tobback en Kris Verduyckt. ‘Tijd dat de Europese Unie de deur van dat verdrag achter zich toe trekt en de Commissie werk maakt van een gecoördineerde uitstap.’

Het Energiehandvestverdrag werd in 1994 boven de doopvond gehouden om de samenwerking tussen de, voorheen strikt gescheiden, economieën uit West- en Oost-Europa op vlak van energie te bevorderen. Van bij de start was dat verdrag een slecht idee. Het idee van versterkte samenwerking was uiteraard nobel, maar door het verdrag te baseren op een verouderde en vervuilende technologie, hebben de deelnemende landen hun eigen klimaat- en energiebeleid onnodig een stok in de wielen gestoken. 

Bovendien ondermijnt het verdrag de mogelijkheid van de Europese Unie en haar lidstaten om klimaatneutraal beleid te voeren door de manier waarop fossiele bedrijven schadeclaims kunnen indienen. Dat gebeurt via het fel bekritiseerde investor-state dispute settlement, dat we nog kennen uit de discussie over de handelsverdragen met de Verenigde Staten (TTIP) en Canada (CETA). In een dergelijk systeem beslissen private rechters in ontransparante procedures over het beleid van regeringen. Dat blijkt in heel wat gevallen goed nieuws voor de fossiele industrie. Niet het belang van de burger, maar het belang van de vervuilende industrie primeert. Overheden die hun verantwoordelijkheid nemen, worden gestraft.

Een voorbeeld daarvan is de zaak die het Britse olie- en gasexploratiebedrijf Rockhopper startte tegen Italië. Nadat de Italiaanse regering had besloten niet langer olie- en gasboringen voor haar kust toe te laten, eiste Rockhopper via het Energiehandvestverdrag een schadevergoeding van 240 miljoen euro van de Italiaanse overheid, 8 keer meer dan wat het zelf investeerde in energieprojecten voor de Italiaanse kust. De private rechters gaven Rockhopper gelijk.

Modernisering?

De afgelopen jaren werd er intensief onderhandeld in een poging het verdrag te moderniseren. In juni van dit jaar bereikten de onderhandelaars daarover een akkoord dat eind deze maand aan de leden zal worden voorgelegd ter goedkeuring. De Commissie, die namens de Europese lidstaten heeft onderhandeld, verdedigt dat compromis. Volgens hen is de uitkomst van de onderhandelingen het hoogst haalbare. Maar aan het einde van de rit is de vraag of het gemoderniseerde Energy Charter Treaty volstaat om versneld werk te maken van een uitstap uit fossiele brandstoffen en de omslag naar een klimaatneutrale samenleving nu ook echt te maken. Dat is niet het geval.

(Lees verder onder het artikel.)

Ook het gemoderniseerde verdrag ligt niet in lijn met de ambities van het klimaatakkoord van Parijs. Als we de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal willen maken, zullen we ons gebruik van fossiele brandstoffen al tegen 2030 voor een groot deel moeten afbouwen. Maar zelfs na de modernisering worden investeringen in fossiele brandstoffen minstens tot 2033 en in het slechtste geval tot 2040 beschermd.

Ook de problematiek van het arbitragestelsel blijft onopgelost. Ondanks aanpassingen om het ‘recht om te reguleren’ van overheden te waarborgen, blijft het controversiële en breed bekritiseerde investor-state dispute settlement behouden. Dergelijke procedures blijven zeer ontransparant en geven fossiele bedrijven het juridische kader om overheden aan te klagen. Voor de investeringsakkoorden die de Europese Unie aangaat, weigeren we pertinent elke vorm van private arbitrage. Waarom zouden we daar in het geval van de modernisering van het Energy Charter Treaty wel mee instemmen?

Wat doen België en Europa?

Op 22 november zal het vernieuwde verdrag ter goedkeuring worden voorgelegd aan de 53 leden. Voor die tijd moet ook de Europese Raad bepalen welk standpunt ze zal innemen. België kan daarbij een belangrijke rol spelen. De steun voor het gemoderniseerde verdrag staat zwaar onder druk. Italië stapte al in 2015 uit het verdrag. Spanje, Portugal, Polen, Frankrijk, Slovenië, Nederland en Duitsland hebben ondertussen ook aangekondigd zich uit het verdrag te zullen terugtrekken. Als België zich aansluit bij die groep landen, verhoogt ze mee de druk om als Europese Unie collectief uit het Energy Charter Treaty te stappen en zal de Europese Commissie eindelijk werk moeten maken van een plan om dat te realiseren.

Jammer genoeg ziet het er naar uit ons land geen standpunt zal innemen in de Europese Raad. Vanuit Vlaanderen blijft de N-VA haar steun uitspreken voor het verdrag en blokkeert zo een Belgisch standpunt. Voor een regio die graag uitpakt met innovatie is het onbegrijpelijk dat ze nu opnieuw de kant kiest van de fossiele industrie. Voor de Europese Unie is de enige échte geloofwaardige optie om zich gecoördineerd uit het verdrag terug te trekken. Het zou de Vlaamse klimaatminister sieren, mocht ze dat standpunt mee verdedigen. 

Partner Content