De vlaaien van bakkerij Leonardus uit Hasselt. Bakkers die het BGA-label “Limburgse vlaai” voor hun taarten willen, moeten zich straks aan een aantal regels houden. ©  Raymond Lemmens

Wordt de Limburgse vlaai na 15 jaar eindelijk beschermd door Europa? “Ananas is niet toegelaten, abrikozen mogen wél”

Brussel -

Donderdag vragen Vlaanderen en Nederland aan de Europese Commissie om de Limburgse vlaai te erkennen als Beschermde Geografische Aanduiding (BGA). Het dossier is, vijftien jaar na de eerste stappen, helemaal klaar. “Dit zal ongetwijfeld zorgen voor een nog ruimere bekendheid van onze heerlijke Limburgse vlaaien.”

Liliana Casagrande

Misschien was er wel een Limburgse minister van Landbouw nodig om ervoor te zorgen dat er wat schot kwam in het aanslepende dossier van de Limburgse vlaai. Alleen vlaaien die volgens bepaalde regels gebakken zijn in Belgisch- of Nederlands-Limburg zullen op termijn nog als ‘Limburgse vlaai’ verkocht mogen worden. Die vlaaien zullen het Europese BGA-logo krijgen.

Minister Jo Brouns (CD&V) is in elk geval tevreden. “Dit zal ongetwijfeld zorgen voor een nog ruimere bekendheid van onze heerlijke Limburgse vlaaien”, zegt Brouns. “Het is ook uitzonderlijk dat de aanvraag tot erkenning als BGA gebeurt door twee lidstaten.” Andere BGA’s zijn bijvoorbeeld Geraardsbergse mattentaarten, Brussels grondwitloof en Jambon d’Ardenne.

Verklaring op eer

Peter Nulens van de vzw die de Limburgse bakkers verenigt, is al sinds 2009 bezig met dit dossier. “Ik hoop dat het tegen 2024 rond zal zijn”, zegt projectbegeleider Nulens. Dan heeft hij er maar liefst vijftien jaar lang energie in gestopt. “In het begin was het probleem dat de Nederlandse bakkers niet verenigd waren. Dat is later opgelost. Belgisch-Limburg is in elk geval de trekker van dit dossier. De Nederlanders hebben wel goed meegewerkt.” (Lees verder onder de foto)

“Den Haag zal het gezamenlijke dossier nu in Brussel indienen, maar eenvoudig is het allemaal niet geweest. Zo’n dossier vergaart al snel stof op een bureau. Je moet ook met van alles rekening houden. Zo wilde het federaal voedselagentschap, het FAVV, op een bepaald moment ook alle bakkers bezoeken die deze taarten willen bakken. Maar dan moesten ze bij minstens vijftig bakkers langsgaan en zouden we weer een jaar verliezen.”

“Gelukkig hebben ze dat vervangen door een verklaring op eer waarin de bakkers verklaren dat ze het lastenboek zullen volgen. De aanvraag is ook in het Staatsblad verschenen, zodat bijvoorbeeld industriële bakkers de kans hadden om te reageren. Voor Nederland was dat mogelijk een probleem omdat je daar met veel industriële bakkers zit van buiten de provincie. Maar dat viel mee.”

Geen ananas, wél abrikozen

De Limburgse vlaaien moeten dan wel in Limburg worden gebakken, de ingrediënten hoeven niet uit Limburg komen. “In Nederland wilden ze dat aanvankelijk wel. Ze dachten aan Limburgse kersen. Maar dat werd allemaal te ingewikkeld”, zegt Nulens. Het fruit mag zelfs uit een ander land komen, al zijn daar ook regels voor.

“Ananas is niet toegelaten, want die werd hier vroeger ook niet gebruikt voor vlaaien. Abrikozen wel, want die zijn indertijd via de Moren ingevoerd. Voorwaarde is wel dat het fruit meegebakken wordt met de vlaai. Aardbeientaart is dus geen Limburgse vlaai.” Ook pudding of rijstpap hoort trouwens tot de mogelijke vullingen. “Maar je mag er na het bakken niets aan toevoegen, er ook geen suiker over strooien of gelatine over smeren.”

Krantenarchief

Om het dossier te staven met genoeg bewijzen over de faam van de Limburgse vlaai, heeft Peter Nulens trouwens het archief van zusterkrant Het Belang van Limburg uitgeplozen. “Die artikels zitten ook in het dossier.”

Bakkers die het BGA-label voor hun taarten willen, moeten zich wel aan een aantal regels houden. “We hebben in het lastenboek bijvoorbeeld de minimale hoeveelheid boter vastgelegd. In het gistdeeg mag een ei zitten, net als melk, maar dat moet niet. Eén bepaald recept is er niet. Elke bakker heeft zijn eigen geheimen.”

Wat is een Limburgse vlaai?

  • Gebakken binnen Belgisch- of Nederlands-Limburg.
  • Diameter van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm.
  • Bodem van gistdeeg, maximaal 1 cm dik maar stevig genoeg zijn om als taartpunt uit de hand gegeten te kunnen worden.
  • Vlaai moet minstens 140 gram en maximaal 1.400 gram wegen, ongeacht de vulling.
  • Per 1 kg bloem bevat het deeg minimaal 300 gram vetstof, 350 gram vloeistof (melk of water), 50 gram suiker, 30 gram gist (of equivalent in vloeibare/droge gist) en maximaal 20 gram zout. Een ei kan toegevoegd worden.
  • Mogelijke vullingen: fruit (geen ananas of aardbeien), rijstpap, griesmeel, crème, pudding of suiker. Vulling en toplaag wordt steeds meegebakken met de taart.
  • De vlaai mag niet diepgevroren worden na het bakken.