Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëBrussel

‘Seksistische en racistische’ stripmuren zorgen voor ophef in Brussel: ‘Onzinnig. Fanny wordt op geen enkele manier geseksualiseerd’

Merho's stripmuur bladdert af. Links is een 'wulpse' Fanny te zien.Beeld Marijn Slijper

Een feministische actiegroep vindt een deel van de Brusselse stripmuren seksistisch en racistisch. Dertien van de 68 muurschilderingen zouden moeten worden weggehaald. De stad Brussel gaat daar vooralsnog niet in mee. ‘De ophef moest er een keer van komen.’

De meeste Brusselaars snellen de striptekening op de gevel in de Minimenstraat vlak bij het Justitiepaleis gewoon voorbij, maar een Kroatische toerist houdt geamuseerd halt. Ze pakt haar telefoon erbij voor een foto. “Leuk dat het straatbeeld zo wat wordt opgefleurd”, zegt ze. En haar deskundig oordeel over het kunstwerk? “Gewoon kleurrijk en grappig. Ik zoek er verder niet al te veel achter.”

De feministische actiegroep Noms Peut-Être doet dat wel. Zij vinden de strip seksistisch en racistisch. Op deze muurschildering staat namelijk slechts één vrouw. Zij is bovendien naakt. De enige persoon van kleur lijkt dan weer in de bijzondere belangstelling van een politieagent te staan. Samen met 12 van de in totaal 68 andere Brusselse stripmuren voldoet deze tekening niet aan de eisen van vandaag. Weghalen dus, zo menen de actievoerders.

Ook de stripmuur van Merho, de bedenker van De Kiekeboes, hoort bij de gewraakte dertien. Op de muur van het voormalig Amerikaans Theater in Laken prijkt een ‘wulpse’ Fanny. Althans, dat is de beschuldiging. In een zomerjurk houdt Fanny een hoepel hoog. “Oh my god”, dat was wat Merho dacht toen hij het nieuws vernam. Over de kritiek kan hij kort zijn: “Onzinnig. Fanny wordt hier op geen enkele manier geseksualiseerd. Het is gewoon een vrolijk tafereel.” Wel kan hij de actiegroep geruststellen. De muurschildering blijkt de tand des tijds namelijk op een hele andere manier niet te doorstaan. “Het is bezig af te bladderen. Aanvankelijk was het de bedoeling om de stripmuur te restaureren, maar dat is nooit van de grond gekomen.”

Heiligschennis

“De ophef moest er een keer van komen”, denkt illustratrice Judith Vanistendael. Als eerste vrouwelijke stripauteur maakte zij een beeldverhaal voor het Louvre. “Brussel is een van de meest multiculturele steden ter wereld, dus het grote aantal witte personages is opvallend. Dit soort klassieke strips is nu eenmaal niet erg vooruitstrevend of vrouwvriendelijk.”

Boos maakt het Vanistendael niet. “Ik wil daar niet giftig over doen. Mensen zijn beperkt door de normen van hun tijd. Het dus niet interessant om daar kwaad over te worden.” Beter is het om een creatieve oplossing te verzinnen, zo vindt ze. “Ik zou de stripmuren laten aanpassen door een hedendaagse tekenaar. Die kan op een grappige manier met het werk in dialoog gaan en laten zien: zo was het toen, maar we zijn het daar niet mee eens.”

Maar is dat geen heiligschennis? Een verminking van ons culturele erfgoed. Vanistendael: “Het lijkt mij eerder heiligschennis dat er zoveel mensen niet vertegenwoordigd zijn. Striptekenaars zijn verhalenvertellers. En de samenleving verandert door andere verhalen. Zelf heb ik een boek uitgegeven met de titel De maagd en de neger’(Vanistendaels debuutstrip in 2007, MS), dat zou ik nu ook nooit meer zo doen.

QR-codes

De controverse in Brussel haalde The Guardian. “Ik ben diep geschokt door sommige muurschilderingen”, zo zei Pauline Grégoire, medeoprichter van Noms Peut-Être, tegen de Britse krant. De actiegroep wil het liefst dat de muurschilderingen verdwijnen. De stad Brussel gaat vooralsnog niet verder dan een QR-code. Als passanten die scannen krijgen ze informatie met context te lezen.

“Ze zoeken spijkers op laag water”, volhardt Merho. “Mijn werk is een hommage aan de striphelden van vroeger. Die waren nu eenmaal wit. En hoe kunnen ze nu vinden dat Fanny wordt geseksualiseerd? Ik begrijp er niks van.” De werken aanpassen is wat Merho betreft dan ook geen goed idee. “Dan geef je de actievoerders hun zin. Terwijl het onzin is wat ze zeggen.”

Nadat de Kroatische toerist over de controverse is bijgepraat, neemt ze de muurschildering in de Minimenstraat nogmaals in zich op. “Het was mij niet opgevallen dat er vooral witte mannen staan afgebeeld, maar ik denk dat ik wel een oplossing weet.” Ze wijst naar een kaalhoofdig stripfiguur: “Teken er gewoon wat lange haren bij! Dan is in ieder geval een deel van het probleem opgelost.”