Turkije bombardeert doelwitten in noordelijk Syrië na aanslag Istanboel: zeker 31 doden

Turkije had op dinsdag aangekondigd dat het aanvallen zou uitvoeren tegen doelwitten gelinkt aan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Volgens de Turkse regering zitten mogelijk de Turks-Koerdische extremisten van de PKK en de Syrisch-Koerdische strijdgroep YPG achter de recente aanslag in Istanboel waarbij zes doden en meer dan tachtig gewonden vielen.

Volgens de door de VS gesteunde SDF zijn bij de bombardementen twee dichtbevolkte dorpen in het noorden van Syrië getroffen, met name in de provincies Aleppo en Al-Hasakah. Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn daarbij ten minste 31 mensen om het leven gekomen en zijn er verder nog veertig gewonden of vermisten. Over de materiële schade is nog niets bekend.

Volgens de ngo waren er 25 aanvallen op Koerdische stellingen in verscheidene regio’s in het noorden van Syrië. Turkije noemde de Syrische plekken Tall Rifat, Kobane, Jazeera en Al-Malikija als doelwitten.

Ankara heeft nog niet officieel bevestigd dat het achter de bombardementen zit, maar het Turkse ministerie van Defensie heeft in een verklaring bij staatszender TRT gezegd dat "het uur van vergelding is aangebroken”, boven een foto van een opstijgend gevechtsvliegtuig. Kort daarna publiceerde de account ook een korte video van een ogenschijnlijk bombardement.

Turkse defensiebronnen zeggen aan persbureau Bloomberg dat ze voor de bombardementen het fiat van Moskou hebben, dat delen van het Syrische luchtruim controleert.