Ontwerp eindverslag Congocommissie: ‘Verontschuldigingen in de Kamer, geen herstelbetalingen’

Wouter De Vriendt. © Belga

Geen herstelbetalingen, maar een duidelijke veroordeling van ons koloniaal regime en verontschuldigingen van de Kamer. Dat staat in het ontwerp van eindverslag van Wouter De Vriendt, de voorzitter van de bijzondere commissie in de Kamer die zich maandenlang heeft gebogen over ons koloniaal verleden. Hij stelt voor dat ook de uitvoerende macht – dus de koning en de regering – na een even weldoordacht proces gelijkaardige stappen zet naar symbolisch herstel. Diezelfde aanbeveling geldt ook voor kerken, bedrijven en privé-organisaties.Te

De commissie organiseerde een pak hoorzittingen. Liefst 144 personen en organisaties passeerden de revue. Eind dit jaar houden de werkzaamheden op. Dat betekent dat in december het verslag en de aanbevelingen van de commissie moeten gestemd raken. De ontwerptekst waarmee De Vriendt nu naar de andere fracties trekt, is de “grootste gemene deler” die hij distilleerde uit de voorafgaande gesprekken. Er is sprake van liefst 128 aanbevelingen. Die gaan erg ruim. Maar politiek het meest geladen is het hoofdstuk rond het symbolisch herstel. Herstelbetalingen zijn niet in de aanbevelingen opgenomen. Het draait ook niet om culpabilisering of individuele schuld, maar om een collectieve verantwoordelijkheid om herstel na te streven. Wel stelt De Vriendt voor dat de Kamer het koloniaal regime in Congo, Rwanda en Burundi veroordeelt als een systeem dat gebaseerd was op uitbuiting en overheersing. De Kamer moet ook haar verontschuldigingen aanbieden, met in het achterhoofd dat veel Belgen het beste van zichzelf hebben gegeven. 

Daaraan koppelt hij de vraag aan de uitvoerende macht om net als de Kamer na een “even weldoordacht proces” gelijkaardige stappen te zetten op het vlak van symbolisch herstel. Diezelfde aanbeveling geldt ook voor kerken, bedrijven en privé-organisaties. “Excuses mogen niet zomaar uit de lucht komen gevallen”, legt De Vriendt uit. Er moet voorbereiding en overleg aan vooraf gaan, het proces moet voorzichtig verlopen en de excuses moeten authentiek zijn. Veel aandacht gaat in het voorstel naar de publieke ruimte. Een tweetal jaar geleden laaide opnieuw het debat op over de straatnamen en beelden van Leopold II, en dat onder impuls van de Black Lives Matter-beweging en de antiracismebetogingen, maar ook van zestigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid. 

(Lees verder onder het artikel.)

In zijn voorstel weerhoudt De Vriendt dat koloniale verwijzingen als verheerlijking van de koloniale periode weerstand oproepen. Het is volgens hem niet de taak van de commissie om aan een stad of gemeente te zeggen dat een bepaald beeld moet verdwijnen of blijven staan. Elk geval moet individueel worden benaderd, maar er moet in elk geval op zijn minst plaats zijn voor contextualisering of een tegenbeeld. In die zin stelt hij voor dat bij de beelden en schilderijen van de toenmalige vorst in de Kamer, duiding wordt gegeven.

De commissievoorzitter pleit voor een denkoefening rond folklore, zodat die evolueert en ontdaan wordt van elke racistische inhoud. Daaronder valt de discussie over Zwarte Piet, maar bijvoorbeeld ook carnavaloptochten. Nog een aandachtspunt is de strijd tegen racisme op school en bij de politie. Intussen zag ook een wet het levenslicht om de teruggaven van koloniale voorwerpen te regelen. De Vriendt stelt voor ook de teruggave van stoffelijke resten te bestuderen. 

Er is ook nood aan bijkomend academisch onderzoek. Dat is volgens De Vriendt bijvoorbeeld nodig in verband met de economische exploitatie, waarover nog te weinig bekend is. Wel wil hij Belgische bedrijven die hun groei te danken hebben aan het koloniaal verleden, aanmoedigen voor zichzelf een oefening te maken. Een belangrijk hoofdstuk draait ook rond de archieven. Daar pleit De Vriendt voor de prioritaire declassificatie van de koloniale archieven, het openstellen van de archieven van de kerken en het ontsluiten van de publicaties uit de bibliotheek van de koning in Laken.

(Lees verder onder het artikel.)

De voorzitter bouwt ook voort op de resolutie die de Kamer tijdens de vorige legislatuur heeft goedgekeurd over de metissen van België. Dat zijn kinderen van een blanke vader en zwarte moeder die vanaf eind jaren veertig tot begin jaren zestig werden ontvoerd door koloniale ambtenaren, en die in weeshuizen of missieposten werden geplaatst. Toenmalig premier Charles Michel verontschuldigde zich enkele jaren geleden voor het leed dat hen werd aangedaan. De Vriendt stelt nu voor de procedure voor de uitreiking van geboorteaktes lichter te maken en vindt dat ook aandacht moet gaan naar de achtergelaten metissen, die niet werden erkend door hun Belgische vader.

Zijn ontwerptekst bevat nog een rist aanbevelingen, maar volgens De Vriendt mag het verslag geen eindpunt vormen. “Wonden helen vraagt tijd. Het is niet aan de politiek om te beslissen wanneer dat eindpunt bereikt is”, vindt hij. Ook beseft hij dat een oefening als deze altijd een doelwit van kritiek zal zijn. Wat voor de ene te ver gaat, gaat voor de andere immers niet ver genoeg.

Bij de voorstelling schetste De Vriendt ook de “aartsmoeilijke politieke context” waarbinnen de commissie actief was. Hij had het over een “enorme profileringsdrang” die af en toe de kop opstak. Daarbij citeerde De Vriendt de herhaalde “framing rond de herstelbetalingen die niet beantwoordde aan de realiteit”, maar ook de reis die de commissie maakte naar de ex-kolonies en de “cultuurstrijd die wordt gevoerd over ons koloniaal verleden.”

De Vriendt noemt zijn werkstuk dus de grootste gemene deler. “Als de profileringsdrang overheerst, zal een akkoord niet mogelijk zijn”, luidde het. Maar het is volgens hem wel politiek haalbaar “indien er voldoende partijen zijn die überhaupt tot een akkoord willen komen.”

Te verregaand voor de liberalen, te weinig voor de PS

Coalitiepartners MR en PS verschillen van mening over het voorstel van de voorzitter van de bijzondere commissie over ons koloniaal verleden. De PS wil zich niet beperken tot excuses van het parlement en vindt dat meer mogelijk is op het vlak van herstel. De MR daarentegen wil niet verder gaan dat de spijtbetuiging van koning Filip tijdens zijn reis naar de Democratische Republiek Congo. Ook Open VLD zit op die lijn.

Voor de Franstalige socialisten mag niet worden afgedongen op zo’n fundamenteel thema als een bevolking die het slachtoffer was van systemisch geweld. “We moeten beseffen dat Congo, Rwanda en Burundi naar ons kijken”, zegt Christophe Lacroix. “Uit de talloze hoorzittingen die we hebben georganiseerd, blijkt dat er niet enkel excuses van het parlement moeten komen, maar ook van de regering, het staatshoofd en alle instellingen die hebben samengewerkt aan het koloniaal regime, zoals de kerk en privébedrijven.”

De socialisten blijven voorstander van een soort stichting die zou kunnen worden gespijsd door bedrijven die winst hebben gehaald uit het koloniaal regime en die verder onderzoek zou kunnen verrichten naar die periode, maar ook aan sensibilisering of opvoeding kan doen.

Het voorstel van De Vriendt weerhoudt dit niet, omdat er “in dit stadium onvoldoende steun” voor leeft onder de fracties. Wel suggereert hij dat de kerk vrijwillig een soort trust fund kan oprichten voor projecten van herstel.

(Lees verder onder het artikel.)

Zowel socialisten als liberalen vinden het overigens voorbarig dat De Vriendt zijn voorstellen vandaag wereldkundig maakte. “Er zijn nog tal van fundamentele meningsverschillen die we nog moeten uitklaren. Het lijkt ons dan ook voorbarig een document publiek te maken dat niet op een consensus kan rekenen met alle leden van de meerderheid. Het was de bedoeling deze week verder te discussiëren om volgende maandag te landen”, aldus de liberale fractieleiders Maggie De Block en Benoit Piedboeuf. De eensgezinde Open VLD en MR houden het bij de spijtbetuiging van de koning en pleiten ervoor dat ook de Kamer spijt zou betuigen voor het aangedane leed. “Er bestaat geen dubbelzinnigheid. De koning heeft eraan herinnerd dat het koloniaal regime als dusdanig gebaseerd was op uitbuiting en dominantie, ongelijkheid, paternalisme, discriminatie en racisme. We staan volledig achter die stap naar erkenning”, luidde het.

Ecolo-Groen noemt het voorstel van zijn partijgenoot een “goed compromis”. “Kan een democratie zoals de onze haar verantwoordelijkheid in een van de meest flagrante uitingen van mensenrechtenschendingen naast zich neer blijven leggen? Het antwoord spreekt voor zich”, aldus Guillaume Defossé. “Het klopt dat de Belgen vandaag niet verantwoordelijk zijn voor de daden van onze voorouders, maar hebben de koloniale periode geërfd en we moeten er correct en verantwoord mee omgaan. Er is geen individuele schuld van de Belgen, maar er bestaat zeker een collectieve verantwoordelijkheid van de staat, de kerk en koloniale ondernemingen.”

Op de oppositiebanken heeft Thomas Roggeman (N-VA) het over een “relatief verteerbaar” eindrapport. “Kolonialisme was en is fundamenteel ethisch en moreel verkeerd en de N-VA zal de uitdrukkelijke veroordeling ervan in het rapport dan ook steunen. Ook de aanbevelingen betreffende onze archieven, historisch onderzoek en herdenking kunnen op onze goedkeuring rekenen.”

Het voorstel van De Vriendt voorziet niet in herstelbetalingen. N-VA had zich daartegen steeds verzet, net als de liberalen en Vlaams Belang. Volgens Roggeman begeeft de ontwerptekst zich toch op een slappe koord om schuld te erkennen, maar daar geen consequenties aan te verbinden. “Wij vrezen dat actiegroepen op basis van deze tekst alsnog de Belgische staat kunnen dagvaarden om financiële claims af te dwingen.”

Toch bevat de tekst nog “agendapunten van een radicaal-linkse agenda”, gaat Roggeman voort. Hij citeert daarbij een kader voor zorgplicht voor bedrijven, praktijktesten op de arbeidsmarkt, verplichte registratie en motivatie van elke identiteitscontrole door de politie, die op hun beurt nog eens breed onder de loep worden genomen voor ‘etnische profilering’. “Ook zijn we niet gerust in een “nationale denkoefening” over tradities zoals Zwarte Piet. Laat deze vallen en voorzitter De Vriendt vindt in ons een partner voor zijn rapport”, besluit hij.

Partner Content