Ruimtevaart

Krijgen Frimout en De Winne vandaag een opvolg(st)er?

Frank De Winne oefent voor zijn ruimtevlucht in 2002. ©  esa

In Parijs wordt straks de nieuwe lichting Europese astronauten voorgesteld. De ‘grote vier’ bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA zitten wellicht gebeiteld. Voor België is het hopen op het vijfde of zesde ticket naar de ruimte en de maan.

Senne Starckx

Deze namiddag maakt de ESA, als afsluiter van haar ministerraad in Parijs, de vier tot zes aspirant-astronauten bekend die zich bij het Europese astronautenkorps mogen voegen. Van de 25 landen waarvan burgers zich anderhalf jaar geleden konden opgeven voor de astronautenselectie, zullen er maar een handvol een nieuwe (of eerste) ruimtereiziger krijgen.

Misschien is dat de reden waarom de ESA voor het eerst ook een reservepool aanlegt, en die zou – niet toevallig – een twintigtal reservisten tellen. Zij worden niet door de ESA ingelijfd, krijgen hooguit een week training per jaar en kunnen pas worden ingezet als er zich nieuwe kansen voordoen. Voor langdurige en verre ruimtemissies wordt in de eerste plaats een beroep gedaan op het vaste astronautenkorps, de ‘beroepsastronauten’ zeg maar.

Dirk Frimout (boven, tweede van rechts) en de andere leden van de crew in het ruimteveer Atlantis, tijdens hun ruimtemissie in 1992. ©  HUM Images/Universal Images Grou

Twintig à dertig

Toen enkele weken geleden de laatste selectieronde afliep, bleven er volgens onze informatie nog twintig à dertig kandidaten over – net voldoende dus voor de beoogde aantallen nieuwe beroepsastronauten en reservisten. Uit die kandidaten heeft de ESA-leiding – en vooral directeur-generaal Josef Aschbacher – een keuze gemaakt. Bij de overgebleven kandidaten zou minstens één Belg (of Belgische) hebben gezeten.

De keuze van de ESA blijft strikt geheim tot vanmiddag. De afgevaardigden voor de ESA-ministerraad, zoals bevoegd staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Thomas Dermine (PS), konden via informele gesprekken wel al te weten komen welke richting het uitgaat.

Bijdrage aan budget

Ook in de Europese ruimtevaart spelen nationale belangen, dus is de astronautenselectie voor een deel ook politiek. Het is geen toeval dat er bij de vorige selectie in 2008-2009 (de eerste keer dat de ESA die helemaal zelf organiseerde en niet meer vertrok van nationale voordrachten) een Brit, een Duitser, een Fransman en twee Italianen zaten. De vier landen, met Frankrijk op kop, zijn traditioneel de grootste financiers van de ESA. Dertien jaar geleden kreeg maar één ‘kleine’ lidstaat een beroepsastronaut: Denemarken.

De verwachting is dat de ‘grote vier’ ook deze keer een beroepsastronaut krijgen toegewezen, denkt Vladimir Pletser, een Belgische ruimtevaartingenieur die tot 2016 bij de ESA werkte en die aan meerdere astronautenselecties heeft deelgenomen (zie hieronder). ‘Bij de finale selectie speelt de bijdrage aan het ESA-budget zeker een rol.’ Maar ook de bijdrage per capita is geen onbelangrijke factor, zegt Pletser. ‘Daarin staat Luxemburg bovenaan. Het is dus niet onmogelijk dat de kleinste van alle ESA-lidstaten een astronaut krijgt.’ Al moet er natuurlijk wel een Luxemburger bij de eindkandidaten zijn.

ESA-topman Josef Aschbacher. ©  getty

Kans voor België

Ook België vecht op dat vlak boven zijn gewicht. Het draagt niet alleen per hoofd van de bevolking veel bij, het is ook de op vier na grootste betaler. Bovendien zal de jaarlijkse Belgische bijdrage vanaf volgend jaar stijgen van 255 naar 305 miljoen euro. Staatssecretaris Dermine zegt er alles aan te doen om straks uit Parijs met een nieuwe astronaut terug te keren. En liefst een beroepsastronaut.

Toch is het voor ons land geen gelopen race. De ESA-leiding moet een veel complexere puzzel leggen dan in 2009. Het voorbije decennium zijn er heel wat nieuwe lidstaten (en zogeheten geassocieerde lidstaten) bijgekomen. Behalve een zekere geografische spreiding streeft de ESA ook een genderevenwicht na. En dan zijn er nog de benodigde profielen (piloten, technici, wetenschappers) voor de uiteenlopende missies die gepland staan.

De nieuwe lichting zal niet alleen worden ingezet voor langdurige missies naar het ruimtestation ISS, maar in de tweede helft van dit decennium ook voor missies naar de maan. Of de uitverkoren Europeanen effectief op de maan zullen landen, of ze er alleen naartoe worden gestuurd om er te werken aan de Lunar Gateway (een soort miniruimtestation bij de maan), daarover lopen de onderhandelingen met de Nasa nog.

De vergeten Belgische aspirant-astronauten

Dirk Frimout en Frank De Winne zijn de enige Belgen die ooit in de ruimte zijn geweest. Veel minder bekend zijn Marianne Merchez en Vladimir Pletser. Zij lagen in de jaren 90 allebei in poleposition om de opvolger van Frimout te worden, nadat die in 1992 naar de ruimte was gevlogen aan boord van de spaceshuttle Atlantis.

In datzelfde jaar werd de uit Ukkel afkomstige Merchez, arts van opleiding, door de ESA geselecteerd als astronaut. In de aanloop naar een gezamenlijke Europees-Russische missie naar het ruimtestation Mir vatte ze daarom haar training aan in Moskou. Ze brak die na enkele maanden af om in de Verenigde Staten bij haar partner te gaan wonen, een Italiaan die toen in Houston door de Nasa werd klaargestoomd voor een spaceshuttlemissie. De plaats van Merchez in de Sojoez-missie werd ingenomen door een Duitser, een generatiegenoot van Dirk Frimout.

De Brusselse ruimtevaartfysicus en -ingenieur Vladimir Pletser zag in de jaren 90 twee astronautenselecties aan zijn neus voorbijgaan. Ook hij had deelgenomen aan de selectie van 1992, zonder succes. In 1995 werd hij wel voorgedragen door België om als ‘payload specialist’ tijdens een spaceshuttlemissie experimenten rond microzwaartekracht uit te voeren. Ondanks een wekenlange training en voorbereiding bij de Nasa in Houston viel de keuze van onder meer de ESA uiteindelijk niet op hem, maar op een Spanjaard. En zo was het tot 2002 wachten tot er nog eens een Belg naar de ruimte mocht. Interessant detail: Frank De Winne had eveneens meegedaan aan de selectie van 1992, waarbij hij werd ingedeeld in de wervingsreserve (een soort voorloper van de huidige reservepool). Toen er later dat decennium nood was aan extra astronauten, werd hij alsnog opgevist.