Tot iets na 19.00u was Vangramberen nog te zien op Canvas voor de nabeschouwing van de match Spanje-Costa Rica. Daarna vertrok hij naar zijn hotel, om met de auto naar het Sportpaleis te rijden. “In de auto wou ik via de radio de eerste helft van de match volgen, tijdens de tweede helft zou ik in het Sportpaleis zijn. Achteraf in het hotel wou ik de match opnieuw bekijken.” Helemaal genieten van het concert zou hij niet kunnen, geeft de journalist toe. “Ik dacht ik het van me af kon zetten, maar ik voel nu dat dat niet het geval is. Ik zou voortdurend op de Sporza-app zitten kijken.”

“Zou”, want Vangramberen is iets na 20.00u niet zeker dat hij nog in het Sportpaleis geraakt. “Ik rij al 25 jaar met de auto en heb nog nooit een platte batterij gehad. Ik wil in de auto stappen om The Cure nog nét te halen, en ze is plat. Dat is de wet van Murphy. Of het lot dat zegt dat ik als sportjournalist niet naar mijn lievelingsband mag kijken wanneer de Rode Duivels spelen. (lacht)”

Een vriendin die ook richting Sportpaleis rijdt, zou het sportanker mogelijk nog redding brengen. Maar donderdagochtend laat een teleurgestelde Vangramberen weten dat hij toch niet in het Sportpaleis geraakt is. “The Cure speelt zondag ook nog in Liévin (Noord-Frankrijk, red.), zag ik. Mocht iemand nog tickets hebben voor die show, laat me iets weten”, lacht de journalist groen.

Voor Vangramberen was de keuze snel gemaakt toen bleek dat de Rode Duivels zouden spelen tijdens het concert van The Cure in het Sportpaleis. “Robert Smith is 63. Zo lang zal hij niet meer meegaan, gezien de levensstijl die hij heeft gehad. Ik wou hem echt nog eens zien”, legt de journalist uit. “Het is ook maar een groepswedstrijd, tegen Canada dan nog. Als het de halve finale was geweest, had ik het niet gedaan.”