Direct naar artikelinhoud
AchtergrondKantoorgeluiden

Hoe ga je om met al die storende geluiden op kantoor? En waarom ergeren we ons er eigenlijk zo aan?

Illustratiebeeld.Beeld Israel Andrade/Unsplash

Collega’s die maar tegen je aan blijven praten, smakkend appels weghappen of luidkeels meezingen met kerstliederen op de radio. Hoe ga je om met al die storende geluiden op kantoor? En waarom ergeren we ons er eigenlijk zo aan?

Kantoorgeluiden zijn een grote bron van ergernis. Volgens Tjeerd Andringa, die aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek doet naar de perceptie van geluid en geluidsoverlast, zijn geluidsergernissen grotendeels te wijten aan de komst van kantoortuinen. “Het was een fantastisch businessmodel: meer mensen per vierkante meter en een kantoorindeling die meer gericht is op communicatie en samenwerking. Maar wat er is gebeurd, is dat er niet naar het individu is gekeken, waardoor de kantoortuin eigenlijk voor niemand een ideaal model is.”

Ook uit onderzoek van het kenniscentrum Center for People and Buildings in Delft onder 10.000 mensen blijkt niet iedereen blij met de lichte en open ruimten zonder tussenmuren. Zo’n 43 procent is ontevreden over de concentratiemogelijkheden. En dat terwijl werknemers aangeven dat zo’n 50 procent van hun werkzaamheden veel concentratie vergt. Maar waar de een zich al ergert wanneer er met een pen wordt geklikt, lukt het een ander nog om werk te verzetten als er naast hem heipalen de grond in worden gestampt. Hoe zijn die verschillen te verklaren?

Karakter

“De ervaring van geluidshinder is vrij individueel”, zegt Andringa. “Ik vind het bijvoorbeeld ideaal om te werken in een café met geroezemoes op de achtergrond, terwijl dit voor anderen totaal ongeschikt is.” Een algemene conclusie over wat het ideale werkgeluid is, is dan ook lastig te trekken. Dat hangt uiteraard van je werkzaamheden af, maar ook van de mate waarin je gestrest bent, de omstandigheden en natuurlijk je karakter.

Om maar met dat laatste te beginnen: of je een introvert of extravert persoon bent, heeft invloed op de mate waarin je je ergert aan een collega die op het toetsenbord ramt. “Grofweg kun je zeggen dat introverten meer moeite hebben met omgevingsgeluid dan extraverten”, zegt Andringa. Dat blijkt ook uit Brits onderzoek, waarbij proefpersonen puzzels moesten oplossen. Terwijl ze dat deden, kregen ze allerlei achtergrondgeluiden te horen. De introverte proefpersonen kozen voor een zachter achtergrondgeluid dan extraverten. Zodra het geluid een bepaald niveau oversteeg, holden de resultaten van de introverte mensen sterk achteruit, terwijl extraverten er weinig last van hadden.

Daarnaast is de een nu eenmaal auditiever ingesteld dan de ander, zegt de onderzoeker. “Als voor jou het visuele belangrijker is, zul je je minder snel aan geluiden ergeren dan iemand bij wie het auditieve kanaal sterker ontwikkeld is. Architecten zijn duidelijk visueel ingesteld, vandaar ook dat ze vaak ruimten ontwikkelen die er wel mooi uitzien, maar niet goed klinken.”

Misofonie

Sommige mensen ergeren zich zelfs zó aan geluiden, dat het hun leven ontwricht. Naar schatting lijdt 3 procent van de bevolking aan misofonie, oftewel geluidshaat. De walging en woede is dan dusdanig dat het voor deze mensen onmogelijk is om bijvoorbeeld met het hele gezin aan tafel te eten, of te werken in een kantoortuin.

Sinds kort kun je hiervoor behandeld worden. Over het algemeen is de stoornis goed aan te pakken, zei Arjan Schröder, die op dit onderwerp promoveerde. Bijvoorbeeld door middel van ontspanningsoefeningen. “Mensen met misofonie hebben vaak een enorme spanning in hun lijf, meestal zonder dat ze daar zelf erg in hebben.”

En ook als je niet aan misofonie lijdt, maar je wel snel stoort aan geluiden, kan stress een belangrijke oorzaak zijn. “Vaak kunnen mensen geluiden uit hun omgeving prima hebben”, zegt Andringa, “totdat ze bijvoorbeeld in een huwelijkscrisis verkeren. Daar gaat dan veel energie naartoe, waardoor er niet voldoende energie is om de geluiden om hen heen te negeren. Ineens worden die de druppel die de emmer doen overlopen.”

Het is dus niet zozeer het aantal decibellen dat geluidshinder veroorzaakt, het is veel complexer, zegt Andringa. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO wordt wegverkeer vanaf 53 decibel aangemerkt als geluidsoverlast, maar dat is volgens de onderzoeker te kort door de bocht. “Natuurlijk is het wel zo dat hoe luider het geluid wordt, des te hinderlijker het is, maar onder de 70 decibel is de inhoud van geluid veel belangrijker dan de geluidssterkte. We gaan bijvoorbeeld ook graag naar concerten en als we thuis een film kijken, vinden we een hoog geluidsniveau vaak prettiger dan zacht.”

Relatie tot lawaaimaker

Wat meespeelt bij het ervaren van geluidshinder is je relatie tot de ‘lawaaimaker’, zegt Andringa. Zo vinden we het geluid van mensen die we kennen en aardig vinden, veel minder hinderlijk dan van mensen die we niet of nauwelijks kennen. “Vroeger woonden we met grote gezinnen in gehorige jarendertigwoningen en vond niemand dat een probleem.” Je wist immers dat het buurvrouw Mien was die iets te luid meezong tijdens het stofzuigen. “Nu hebben we vaak geen idee wie er naast ons woont. Daarom zul je je op kantoor ook sneller ergeren dan thuis: je kent je collega’s als het goed is wel, maar dat betekent niet dat je ook iets met ze hebt.”

De relatie tot je collega is van invloed op de mate waarin je de geluiden van hem of haar irritant vindt, zegt ook omgevingspsycholoog Eveline Maris, die promoveerde op de invloed die de sociale context heeft op het ervaren van lawaai. “Hoor je een collega keihard tikken en vind je het een agressief en gestrest persoon? Dan is dat wat je projecteert op het geluid. Elke keer als je het geluid hoort, voel je zijn of haar stress en dat is natuurlijk erg onprettig.”

Als het dan ook nog een collega is die je het gevoel geeft dat jij lager in de sociale hiërarchie staat, wordt het geluid helemaal vervelend, legt Maris uit. “Stel: je bent slecht ter been en hebt daardoor de parkeerplek vlak voor de deur nodig. Maar elke keer als je aankomt bij je werk, staat je collega op die plek, terwijl je er al een paar keer iets over hebt gezegd. Als zo’n collega vervolgens geluid maakt, stoort dat veel sneller. Omdat je je onrechtvaardig behandeld voelt door de lawaaimaker, krijgen de geluiden een symboolwaarde: ze zeggen dat je er niet toe doet. Dat is een heel onveilig en stressvol gevoel.”

De relatie met een collega verbeteren, is dan de beste oplossing. Maar natuurlijk lukt dat niet altijd. Gelukkig zijn er noise cancelling-koptelefoons en anders is zo nu en dan thuiswerken misschien een optie. Mocht je dan juist de kantoorgeluiden missen, tik op YouTube eens zoektermen in als ‘office noise’ en ‘office sounds’. Je vindt dan allerlei video’s vol rinkelende telefoons en krakende printers met miljoenen views. Waarschijnlijk veelvuldig beluisterd door thuiswerkende zelfstandigen, die zich op hun beurt weer ergeren aan de stilte in huis.

Zo ga je storende kantoorgeluiden te lijf

Zeg er wat van

Ben je goed in feedbackgesprekken? Dan kun je de lawaaimaker er best op aanspreken, adviseert omgevingspsycholoog Maris. ‘Het werkt niet als je je eerst zit op te vreten en vervolgens out-of-the-blue met je kritiek komt.’ Breng het met humor of toon interesse. ‘Als iemand de hele tijd zijn neus ophaalt, kun je ernaar vragen. Goh, heb je last van je neus ofzo? Je zit zo te snuiven. Ik kan me daardoor eigenlijk niet zo goed concentreren.’ Beheers je het geven van feedback niet zo goed, dan kun je het ook leren. ‘Daar zijn allerlei tools voor. En het helpt om heel sec op te schrijven: wat is nu echt hetgeen dat me stoort?’

Plak er een andere associatie aan vast

Bij mensen die lijden aan misofonie is ‘contraconditioneren’ onderdeel van de behandeling. Oftewel patiënten leren een andere associatie te maken bij de geluiden die hen ergeren. ‘Een van onze patiënten vond het geluid van sloffende sloffen vreselijk’, zegt psychiater Arjan Schröder. ‘Totdat ze bedacht: hé, dit lijkt ook op het geluid van een kwast zwiepend over een schildersdoek. En daarbij had ze een positiever gevoel.’

Denk positief

Niet altijd makkelijk, maar misschien lukt het: denk positief. Erger je je aan iemand die keihard aan het tikken is, denk dan: wat fijn dat diegene zo hard aan het werk is. ‘Wij wonen bijvoorbeeld langs het spoor’, zegt Maris. ‘Veel mensen vragen: hebben jullie geen last van de treinen die langs denderen? Maar als je een positieve houding ten opzichte van treinen hebt, bijvoorbeeld dat het een milieubewuste manier van reizen is, erger je je hier niet aan. Dat blijkt ook uit onderzoek.’