20 biljoen roebel de vuilnisbak in, of hoe Rusland door Oekraïne binnen te vallen zijn eigen modernisering compleet fnuikte

De afgelopen jaren streefde Rusland naar een modern, hoogtechnologisch leger. Na de oorlog in Oekraïne schiet er van dat leger niets meer over, en ook de modernisering is een slachtoffer van het conflict. Om maar te zwijgen van de Russische economie.

Waarom is dit belangrijk?

De oorlog in Oekraïne vreet aan het Russische leger. Niet alleen sneuvelden al tienduizenden soldaten, ook de materiële verliezen stapelen op. Opmerkelijk is dat de Russische soldaten zo steeds ouder materiaal richting het front sturen, zoals helmen of tanks uit de Koude Oorlog, of Mosin Nagant-geweren, daterend uit 1891. Rusland wil het leger wel moderniseren, maar daar steken de westerse sancties weer een stokje voor.

In het nieuws: De moderniseringsplannen van het Russische leger mogen op de schop, op bevel van dictator Poetin.

  • Begin november gaf Poetin het bevel om de bevoorradingsstandaarden van het Russische leger te herbekijken, en “enkel de echte noden” te noteren. In de nota aan de bevoegde regeringsleden, premier Mikhail Misjoestin en minister van Defensie Sergej Sjojgoe, moet de maatregel zo snel mogelijk worden ingevoerd, liefst voor 14 november.
  • Concreet houdt dit in dat Poetin het Staatsbewapeningsprogamma (SAP) afschaft, zeg maar de basis waarop het hele Russische defensieapparaat de afgelopen jaren was geënt. Ook werd al een nieuw SAP ontwikkeld, waarvan de kostprijs nu al oploopt tot 22 biljoen roebels, of 318 miljard euro. Volgens een van de ingewijden mag het programma de vuilnisbak in, aangezien de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat de prioriteiten niet de juiste zijn.
  • Het programma ging in 2010 van start, en kostte zo’n twee biljoen roebel per jaar. Volgens de oorspronkelijke plannen moest het Russische leger tegen 2020 de strijd in kunnen trekken met hele divisies aan T-14 Armata-tanks, een nieuwe strategische bommenwerper, 600 nieuwe vliegtuigen en duizend nieuwe helikopters. Moderne wapens moesten 70 procent van de Russische wapenvoorraden omvatten. Anno 2022 is er van dat hele plan nog niets te zien.

De feiten: van de modernisering kwam maar weinig in huis. Tegelijk werd er wel betaald voor het programma.

  • Bij de invasie van Oekraïne werd al duidelijk dat die modernisering nog niet was doorgevoerd. Het Russische leger gebruikt nog materiaal uit de Sovjet-periode, met onder meer tanks uit de jaren 60 en 70. De gemobiliseerde troepen krijgen gebruikte kogelvrije vesten vol gaten, in plaats van de beloofde hypermoderne nieuwe Ratnik-2’s. Als wapen krijgen ze AK-47’s waarbij deel twee van de naam staat voor het eerste productiejaar van het geweer, of Mosin Nagant-grendelgeweren, ontwikkeld in 1891, maar liefst 131 jaar geleden.
  • Ondertussen moet Rusland zelfs materiaal kopen bij de bondgenoten, omdat het zelf kampt met zware tekorten: raketten en zelfmoorddrones bij Iran en Noord-Korea, en legeruitrustingen bij Wit-Rusland.

En die befaamde nieuwe tank?

De eerste Armata rolde pas in 2021 van de band, de serieproductie ervan werd keer op keer uitgesteld. Nu de oorlog in Oekraïne zoveel geld heeft gekost aan het land, en er vraagtekens kunnen worden gesteld bij de bevoorrading van alle componenten voor de tank (voornamelijk de elektronica komt vaak uit Europa), lijkt de uitrol ervan op een helling te staan. Volgens Andrei Yeltsjaninov, de vice-voorzitter van de Russische Militair-Industriële Commissie, zal het Russische leger tegen eind 2023 veertig T-14’s in dienst kunnen nemen.

(as)

Meer