Woonzorgcentra met kleine leefgroepen en vaste zorgteams doorstonden coronapandemie beter: minder besmettingen en overlijdens

Woonzorgcentra met kleine leefgroepen en vaste zorgteams hebben de coronapandemie beter doorstaan dan woonzorgcentra met grote leefgroepen. Door alle contacten te beperken en door de bewoners beter te kennen, waren er in kleinschalige omstandigheden opvallend minder besmettingen en overlijdens door corona. Zo blijkt uit een grootschalig onderzoek bij meer dan 300 woonzorgcentra in ons land.

Tijdens de coronapandemie stonden de woonzorgcentra in het oog van de storm. Eén op vijf bewoners raakte er al besmet tijdens het eerste jaar van de pandemie. Er waren op dat moment nog geen vaccins beschikbaar en ouderen zijn erg kwetsbaar wanneer ze besmet worden met het coronavirus.

Nu werd niet elk woonzorgcentrum even zwaar getroffen. In sommige centra waren er weinig of zelfs geen besmettingen. Andere woonzorgcentra hadden pech: doordat ze bijvoorbeeld in een gemeente met veel besmettingen waren gelegen. Dan is immers de kans groter dat het virus binnen sluipt.

James Arthur Photography

Toch was het niet alleen een kwestie van geluk, zo blijkt uit onderzoek van de KU Leuven, de Radboud Universiteit en het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Woonzorgcentra met kleine leefgroepen en vaste zorgteams doorstonden beter de coronapandemie dan woonzorgcentra met grote leefgroepen. Er waren minder besmettingen en minder overlijdens.

“De resultaten zijn helder”, zegt universitair docent Lander Vermeerbergen (KU Leuven/Radboud Universiteit), die meewerkte aan het onderzoek. “We hadden een effect verwacht, maar de duidelijkheid van de cijfers verbaasde ons."

Kleine leefgroepen, minder besmettingen

De onderzoekers gebruikten data van het agentschap Zorg en Gezondheid. Ze verzamelden ook informatie bij 318 Belgische woonzorgcentra. 

De bewoners van die woonzorgcentra wonen samen in "leefgroepen". Die leefgroepen zijn soms klein, met minder dan 17 bewoners. In andere woonzorgcentra leven tientallen bewoners samen in één enkele groep.

Er waren ongeveer een derde meer besmettingen in de woonzorgcentra met grote groepen dan in woonzorgcentra met kleine groepen.

Onderzoeker Lander Vermeerbergen

Kleine leefgroepen zijn vaak gezelliger en huiselijker. De kleinschaligheid hielp ook om het virus buiten te houden, zo blijkt uit het onderzoek. Het virus verspreidde zich minder in woonzorgcentra met kleine leefgroepen dan in woonzorgcentra met grote leefgroepen.

“In woonzorgcentra met enkel leefgroepen kleiner dan 17 bewoners waren er gemiddeld 17,5 procent besmettingen", zegt onderzoekster Eveline Teppers (HIVA-KU Leuven). "In woonzorgcentra met grote leefgroepen van meer dan 32 bewoners was dit 27,5 procent." "Er waren ongeveer een derde meer besmettingen in de woonzorgcentra met grote groepen dan in woonzorgcentra met kleine groepen", zegt Lander Vermeerbergen.

In kleine leefgroepen zijn er minder mensen die met elkaar in contact komen.

Onderzoeker Lander Vermeerbergen

Ook het aantal overlijdens na een covidinfectie was veel lager in de woonzorgcentra met kleine woongroepen. In 2020 overleed gemiddeld één op veertig (2,5 procent) procent bewoners. In de woonzorgcentra met grote leefgroepen lag dat aantal veel hoger. Daar overleed maar liefst één op twintig (5,1 procent). 

De verklaring ligt voor de hand. "In kleine leefgroepen zijn er minder mensen die met elkaar in contact komen", zegt Vermeerbergen. "De bubbels zijn kleiner. Daardoor raken minder mensen besmet als het virus de bubbel binnendringt."

BELGA

Vaste zorgteams

Ook de organisatie van de zorgteams had invloed op de verspreiding van het virus, zo blijkt. “Het onderzoek toont aan dat in woonzorgcentra met vaste, multidisciplinaire zorgteams per leefgroep minder besmettingen zijn geweest dan bij woonzorgcentra die werken met mono- of multidisciplinaire zorgteams voor meerdere leefgroepen", besluit professor Geert Van Hootegem (KU Leuven).

Medewerkers van vaste zorgteams verlenen zorgen aan één (of enkele) leefgroepen. Ze werken dus niet met alle leefgroepen van een woonzorgcentrum. Het coronavirus kan zich zo minder makkelijk verspreiden van de ene naar de andere leefgroep.

Concreet waren er in woonzorgcentra met vaste zorgteams er een kwart minder besmettingen bij bewoners en personeel. Ook het aantal overlijdens lag er een kwart lager in vergelijking in wzc’s met wisselende zorgteams. 

Naast het beperken van het aantal contacten, heeft het werken met vaste zorgteams ook het voordeel dat de medewerkers de bewoners beter kennen, waardoor ze korter op de bal kunnen spelen bij een mogelijke coviduitbraak. 

Tijdelijk

Het viel de onderzoekers ten slotte op dat vele woonzorgcentra tijdens de pandemie snel overschakelden op het werken met kleinere leefgroepen: "40 procent van de bevraagde woonzorgcentra ging werken met kleinere leefgroepen, 80 procent is beginnen werken met vaste zorgteams", zegt Lander Vermeerbergen. 

"Maar daarna is een groot aantal wzc's weer beginnen te werken zoals ze voordien deden: met grote leefgroepen en wisselende zorgteams. Het waren dus vaak tijdelijke ingrepen. Daarom pleiten we voor meer middelen en meer personeel, zodat deze tijdelijke ingrepen weer permanent kunnen worden."

Meest gelezen