Direct naar artikelinhoud
AnalyseGezondheid

Experts zijn nu al diep bezorgd, en in de verte rammelt er nóg een H5-vogelgriepvirus aan de poort

Januari 2022: gezondheidsmedewerkers ruimen aan de vogelgriep overleden vogels in het noorden van Israël.Beeld AP

Terwijl de vogelgriep zich almaar verder uitbreidt – afgelopen week in Peru, Canada en het Midden-Oosten – duiken er ook steeds meer zieke zoogdieren op. Oppassen, zeggen experts, want het virus kan na enkele mutaties overspringen naar de mens.

Er was iets mis met de zwarte beer die uit het Canadese natuurpark kwam aanwaggelen, dat zag je meteen. In plaats van schuw en waakzaam, leek het dier wel dronken. De beer, een vrouwtje, scharrelde tussen de geparkeerde auto’s, viel bij een haven in het water, zwom in rondjes, kwam eruit, botste tegen een muur. Later vonden parkbeheerders haar op de zij in een greppel, hijgend, uitgeput en stuiptrekkend. Ze werd uit haar lijden verlost.

Typisch een geval van vogelgriep, vertelt hoogleraar virologie Ron Fouchier (Erasmus Medisch Centrum Rotterdam). “Die beer had kennelijk het verkeerde vogeltje gegeten, vol virus, waardoor ze besmet was geraakt. Met de bekende neurologische verschijnselen, die we eigenlijk altijd zien: verwarring, desoriëntatie, stuiptrekkingen, verlies van evenwicht. Het H5N1-virus is enorm neurotroop, gericht op het zenuwstelsel.”

Zeg vogelgriep, en doorgaans gaat het over de massale vogelsterfte en de verwoestende gevolgen voor de pluimveehouderij, overal ter wereld. Maar intussen duiken ook besmettingen van zoogdieren griezelig vaak op. Bij ruim twintig zoogdiersoorten is H5N1 inmiddels gevonden, van wasberen en wilde katten tot otters en zeehonden.

Gedesoriënteerde bunzing

Zo ook in onze contreien. Op het Nederlandse Goeree-Overflakkee vond men een volledig gedesoriënteerde bunzing die alleen nog over de grond kon kronkelen. In Gelderland werd een das gefilmd die verward in rondjes draaide. En in Groningen en Noord-Brabant werden vossen aangetroffen die agressief, verward en blind waren. Allemaal vogelgriep, bleek toen men de dieren doodde en bij het Dutch Wildlife Health Center in Utrecht nader onderzocht.

Diep bezorgd, zijn experts daarover. Want hoewel het virus zelden overspringt op de mens, is het volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO in liefst 60 procent van de vastgestelde gevallen dodelijk. En vaak gaat het dan om jonge mensen, zo blijkt uit een eerdere bijna-uitbraak in Egypte. In werkelijkheid zal dat percentage lager liggen omdat milde besmettingen vaak onopgemerkt blijven, maar een huiveringwekkend voorteken is het wel.

Januari 2022: Deense gezondheidsmedewerkers ruimen kalkoenen na een uitbraak van de vogelgriep in het land.Beeld AFP

Tikkende tijdbom

“Het lijkt erop dat we een beetje murw zijn geworden door de enorme H5N1-vogelgriepuitbraken wereldwijd. Maar we moeten zorgen dat iedereen scherp blijft”, vindt Fouchier. “Dit is een tikkende tijdbom”, waarschuwde de Britse hoogleraar gezondheidszorg Devi Sridhar vorige week, in een vlammend opiniestuk. “Hoe meer kans het virus krijgt om over te springen op de mens en te muteren, des te waarschijnlijker is het dat er een gevaarlijke lijn ontstaat die een pandemie in gang kan zetten.”

Slechts vijf tamelijk eenvoudige genetische mutaties heeft het virus daarvoor nodig. Dit jaar is het precies tien jaar geleden dat Fouchier daarop wees, in een zeer omstreden onderzoek, omdat het bioterroristen op kwade ideeën zou kunnen brengen. Eén van die mutaties, een verandering genaamd ‘E627K’ aan zijn grootste eiwit, waardoor het virus zich ook kan voortplanten in het koelere lichaam van zoogdieren, duikt nu al geregeld op.

Met de andere mutaties ligt dat waarschijnlijk lastiger. Het virus zal moeten leren hoe het goed hecht aan de iets andere keelcellen van mensen, door zijn ‘hemagglutinine’-eiwit wat te veranderen – de ‘H’ uit de aanduiding ‘H5N1’. Ook zal het virus zijn voortplantingssnelheid moeten opvoeren, en leren zich efficiënter los te maken van keelcellen, om zich goed te kunnen verspreiden door de lucht.

Hoopvol

Het feit dat die mutaties nog altijd niet zijn ontstaan, stemt hoopvol, vindt Fouchier. Mutaties ontstaan immers toevallig, als het virus in een vogellijf miljarden kopieën van zichzelf laat afdraaien. Kleine kopieerfoutjes die daarbij ontstaan, kunnen dan, heel af en toe, zorgen voor een virus dat nét iets anders gaat werken. Maar honderden miljoenen vogelbesmettingen later, heeft het virus de juiste combinatie van mutaties kennelijk nog altijd niet gevonden. Er is er nog steeds geen bewijs van zoogdieren (of mensen) die het virus aan elkaar hebben doorgegeven.

“Ik denk dat het komt doordat dit virus de interne genen van vogelvirussen heeft opgepikt”, zegt Fouchier. Zó vogelachtig zou het virus zijn, dat meer zoogdierachtige aanpassingen domweg niet goed ‘pakken’. “Als mijn vermoeden klopt, blijft dit virus een enorm probleem voor vogels en pluimvee en voor individuele aaseters, maar niet zozeer voor mensen.”

Nieuwe variant in China

Aan de andere kant: iedere vermenigvuldiging is er een, en veiliger wordt de situatie er niet op. Vorige week greep H5N1 om zich heen in onder meer Peru, Canada en het Midden-Oosten. In Berlijn werd de dierentuin gesloten nadat was geconstateerd dat een tropische vogel besmet bleek met het virus. In hartje Londen doodde het virus tientallen zwanen in onder meer het befaamde Hyde Park. En in Nederland moesten afgelopen weken opnieuw pluimveebedrijven worden geruimd, in Groningen en in Limburg.

Bovendien rammelt er in de verte nóg een H5-vogelgriepvirus aan de poort. Dat is virus H5N6, een vogelgriep die rondgaat in China. “Die is veel zoönotischer”, zegt Fouchier. “In China zagen we de laatste jaren tientallen besmettingen bij zoogdieren, en ook bij mensen. Dat suggereert dat er met die virussen iets aan de hand is waardoor ze beter aangepast zijn op zoogdieren. Misschien zit dat virus wel dichter bij een pandemie dan H5N1.”

Bevestigde gevallen van overdracht van mens op mens zijn er ook voor H5N6 gelukkig nog niet. Slachtoffers wél: van de inmiddels tientallen mensen die het virus kregen, overleed ruwweg de helft, opnieuw vaak opvallend jonge mensen. “Je denkt: het zit in China, het zal wel loslopen”, zegt Fouchier. “Maar de laatste twintig jaar zijn er al een stuk of tien genetische viruslijnen met vogels mee, vanuit China naar elders getransporteerd. Ik durf er geen gif op in de nemen dat H5N6 niet de volgende is.”

Kunstmatig opjagen

Liefst zou Fouchier het virus weer in een zwaar beveiligd lab kunstmatig opjagen, om te zien tot welke mutaties het in staat is en hoever het verwijderd is van een sprong naar de mens. Maar dat is lastig: het zogeheten ‘gain-of-function’-onderzoek ligt immers zeer gevoelig. Dus is het: afwachten, opletten, het virus ophalen uit eventuele zieke dieren, en het testen, om te zien wat het virus inmiddels vermag.

“De kans dat die mutaties precies allemaal op de juiste plaats samenvallen, is ontzettend klein”, zegt Fouchier. “En grieppandemieën zijn sowieso altijd zeldzaam. Maar de impact is wel zo groot, dat ik het graag wil voorkomen.”

Vogelgriep wereldwijd

1918

De H1N1-vogelgriep doet een reeks mutaties op, waardoor het mensen kan infecteren. Gevolg: de ‘Spaanse Griep’, met 50- tot 100 miljoen doden.

1957

Door een reeks mutaties kan de H2N2-griep beter hechten aan menselijke keelcellen. Dat mondt uit in de Siberische Griep: 1,1 miljoen doden.

1968

De H3N2- oftewel de Hongkonggriep breekt uit, met naar schatting 1 miljoen doden. Met weer dezelfde mutaties.

1997

Hongkong besluit alle vogels van het hele eiland te ruimen nadat er een zeer besmettelijke en dodelijke vorm van H5N1 is opgedoken.

2009

Vanuit varkens springt een H1N1-virus over op de mens, een ingewikkeld samenraapsel van oude en nieuwe virussen. Ondanks de schrik en het feit dat naar schatting 1 miljard mensen het eerste jaar geïnfecteerd raken, overlijden er ‘slechts’ zo’n 300 duizend personen.

2013

In China duikt op pluimveeboerderijen een nieuw vogelgriepvirus op, H7N9. Zo’n 1.600 menselijke besmettingen kwamen sindsdien aan het licht. Van de geïnfecteerden overleed een derde.

2015

In Egypte raken in totaal 134 mensen besmet met vogelgriep H5N1, van wie er 38 overlijden: een ongekend grote uitbraak voor dit virus. Er blijkt sprake van een loot aan de virusstamboom die een extra ‘zoogdiermutatie’ heeft opgedaan.

Op komst: een vaccin tegen alle griepsoorten

“Het heel griepuniversum in één vaccin”, noemt vakblad Science het al. Onderzoekers van de Universiteit van Pennsylvania werken aan een mRNA-vaccin – naar model van de coronaprikken – dat beschermt tegen álle griepsoorten gelijktijdig. Bij proeven op fretten en muizen beschermde het vaccin de dieren tegen alle twintig soorten uitsteeksels van het griepvirus die de natuur kent.

Dat zou weleens “universele immuniteit tegen afzonderlijke influenzalijnen” kunnen geven, schrijft de groep, onder leiding van hoogleraar microbiologie Scott Hensley, in Science. Griepvirussen zijn grofweg onder te verdelen in twintig groepen, aan de hand van de ‘hemagglutinine’-eiwitten op hun oppervlak – de letter H waarmee grieptypes worden aangeduid. Hensley stopte al die twintig uitsteeksels bij elkaar in één vaccin.

“Het zijn natuurlijk nog maar fretten en muizen. Toch is dit prachtig nieuws”, reageert viroloog Ron Fouchier. “Die mRNA-vaccins kun je heel snel maken, en dat houdt in ieder geval in dat je in een pandemie snel zou kunnen schakelen.” Een twintigvoudig vaccin lijkt hem zelfs wat veel van het goede. “Maar je zou kunnen zorgen dat je tegen alle griepvarianten vaccins klaar hebt liggen, zodat je je vaccin snel kunt afstemmen op welke pandemie het wordt.”

Het voordeel is dat mRNA-vaccins afgelopen jaren hun veiligheid en effectiviteit ruimschoots bewezen. Een nadeel, dat de prik kan zorgen voor een of enkele dagen grieperigheid. “Maar in geval van een dodelijke pandemie lijkt me dat je zo’n bijverschijnsel voor lief neemt”, zegt Fouchier.

Bij mRNA-vaccins bestaat de prik uit een stukje genetische code (boodschapper- ofwel messenger-RNA), dat eenmaal in de cel viruseiwitten oproept. De cel zal die viruseiwitten afscheiden en sterven; het afweersysteem leert intussen hoe de griepviruseiwitten eruitzien en zal voortaan het hele griepvirus herkennen.