Direct naar artikelinhoud
AchtergrondRellen in Brussel

Geen no-gozones in Brussel, wel ‘hotspots’: ‘Daar ga je niet gewoon een praatje slaan’

De dag nadien zijn op sommige plekken in Brussel de sporen van het geweld nog goed zichtbaar.Beeld Tim Dirven

Na de rellen waarschuwt politievakbond VSOA voor no-gozones, waar de politie niet meer kan komen. Klopt niet, zegt Brussels burgemeester Close (PS). De Brusselse politie heeft het over ‘hotspots’, maar houdt het hart vast voor de volgende wedstrijd van Marokko.

Ondanks winst zorgde de wedstrijd van Marokko tegen België voor rellen in verschillende steden, zelfs in Nederland. Het epicentrum van het geweld lag tussen het Brusselse beursgebouw en het Zuidstation. De relschoppers staken vuurwerk af, stichtten brand, gooiden met projectielen en vernielden straatmeubilair, deelsteps en auto’s.

“De eerste vernielingen begonnen twintig minuten voor het einde van de match, wat toont dat deze mensen niet naar het centrum kwamen om naar het voetbal te kijken, maar om keet te schoppen”, zegt Brussels burgemeester Philippe Close (PS). “Het zijn hooligans en krapuul.”

Op de avond zelf is een tiental personen administratief aangehouden, maar zij zijn op maandag weer vrijgelaten, want de politie kan hen maximaal 12 uur vasthouden. Eén persoon is gerechtelijk aangehouden en ter beschikking gesteld van het parket. De Brusselse politiediensten analyseren de beelden nog om de zwaarste relschoppers te identificeren.

“Ik hoop dat justitie hard optreedt”, zegt Close.

Vlaams Belang wacht niet op de identificatie en had het al meteen over ‘een Marokkanenprobleem’. Dat maakt abstractie van de tienduizenden Marokkaanse Belgen die een mooie voetbalavond beleefden. De lokale politie van Gent hield eraan om de Marokkaanse gemeenschap expliciet te bedanken. “Ze hebben ons geholpen om de niet-Marokkaanse vandaal te vatten die een ruit van ons politievoertuig insloeg.”

De Brusselse politiezones waren niet onvoorbereid, want samen met de federale politie volgden ze de situatie op de voet vanuit het gewestelijk crisiscentrum. Sarah Frederickx, woordvoerder van politiezone Brussel Zuid, was daarbij aanwezig.

“Op bepaald moment zie je feestvierders verzamelen aan Zwarte Vijvers in Molenbeek, maar dat feestje kan een totaal andere wending nemen als enkele personen het vuur aan de lont steken", zegt Frederickx.

In Brussel waren duizenden feestvierders, die overlast veroorzaakten door te toeteren, lawaai te maken en de openbare weg in te nemen, met tussen hen ook enkele honderden potentiële relschoppers die van die groepsdynamiek gebruikmaakten.

Vincent Houssin (VSOA): ‘We zeggen al twintig jaar dat er no-gozones in Brussel zijn. Ook de moord op de agent twee weken geleden was in zo’n no-gozone.’Beeld Tim Dirven

Van kwaad naar erger

“De moeilijkheid is om de relschoppers te onderscheiden en te isoleren van de feestvierders”, zegt Frederickx. “Ze gebruiken de menigte om zich te beschermen. Een deel van hen doet dat met voorbedachten rade.”

Brussel koos ervoor om de kerstmarkt en de winkelstraten te beschermen door de actie te concentreren in de richting van het Zuidstation. Daarop bekogelden de relschoppers de politie en hulpdiensten met stenen en beschadigden ze een ziekenwagen van de brandweer.

“Het gaat van kwaad naar erger”, zei Vincent Houssin van politievakbond VSOA, in De Ochtend op Radio 1. “We zeggen al twintig jaar dat er no-gozones in Brussel zijn. Ook de moord op de agent twee weken geleden was in zo’n no-gozone. Tot op heden heeft de politiek dat altijd ontkend en men steekt liever de kop in het zand.”

Burgemeester Close ontkent effectief dat er zulke no-gozones zouden zijn, waar de politie zich niet meer durft te vertonen. Volgens hem komt de politie overal, en zeker waar de meeste criminaliteit zich afspeelt. “Het eerste slachtoffer zijn de inwoners van zo’n volkswijk, dus dat zijn prioritaire buurten om te patrouilleren”, zegt Close.

Toch is het voor een stuk een kwestie van semantiek. De politie gebruikt de term hotspots: kruispunten, straten of microwijken waar specifieke problemen zijn zoals drugshandel. Alleen al in Brussel Zuid, een van de zes Brusselse politiezones, zijn er dertig zulke hotspots. Het gaat dan bijvoorbeeld om het Lemmensplein en het Baraplein in Anderlecht, of het Jacques Franck-plein in Sint-Gillis.

“Daar ga je niet gewoon een praatje slaan, want je weet op voorhand dat het bepaalde reacties kan uitlokken", vertelt Frederickx. “Als je daar een huiszoeking doet, neem je versterking mee om je auto te beschermen. Is dat dan een no-gozone? Het is niet dat we er niet meer durven komen, maar we moeten er wel intelligent mee omgaan.”

Niet in uniform

Volgens het VSOA krijgen agenten instructies van gemeentebesturen om niet langer in uniform op bepaalde plaatsen te verschijnen, om de goede vrede te bewaren. In plaats daarvan houden agenten in burger een oogje in het zeil. “Dan kan je toch niet beweren dat de politie overal is.”

Burgemeester Close zegt dat hij alvast nooit zo’n opdracht aan zijn korps heeft gegeven. Donderdag speelt Marokko zijn laatste poulewedstrijd, op hetzelfde moment als de Rode Duivels. Volgens Close komen er “bijkomende maatregelen” en zal de politie nog meer agenten inzetten.

“De vrees is dat het donderdag nog erger wordt, omdat sommige types die graag amok maken dan naar Brussel of Antwerpen afzakken nadat ze deze beelden hebben gezien”, zegt Frederickx.

Net vandaag zaten de politievakbonden samen met de premier en de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Met twee nieuwe, aangescherpte omzendbrieven willen de ministers Verlinden (cd&v) en Van Quickenborne (Open Vld) het geweld tegen politie strenger aanpakken. De bonden keerden teleurgesteld terug van het overleg. Ze hadden gehoopt op een loonsverhoging en een betere eindeloopbaanregeling. Op sociale media schrijft VSOA “dat deze regering geen respect heeft voor de politie, onbetrouwbaar is en woordbreuk pleegt”.