Direct naar artikelinhoud
NieuwsPolitiek

Nieuw decreet: dure gemeenten mogen woningen eerst aan eigen inwoners aanbieden

Nieuw decreet: dure gemeenten mogen woningen eerst aan eigen inwoners aanbieden
Beeld RV

De Vlaamse regering wil bestuurders van gemeenten met hoge vastgoedprijzen de kans bieden om woningen of kavels voor te behouden voor mensen die een ‘lokale band’ met de gemeente hebben. Er ligt een nieuw ontwerp van het decreet ‘Wonen in eigen streek’ (WIES) op tafel, al is de vraag of de maatregel ooit wet wordt.

Veel mensen kopen graag een woning in de omgeving van de plek waar ze opgroeiden, maar door de stijgende vastgoedprijzen is dat niet overal vanzelfsprekend. Met het nieuwe ontwerp van het decreet ‘Wonen in eigen streek’ willen minister van Vlaamse Rand Ben Weyts en minister van Wonen Matthias Diependaele (beide N-VA) “een dam opwerpen tegen sociale verdringing” die in de duurste steden en gemeenten kan optreden.

De voorrangsregeling laat lokale bestuurders toe om voor 50 tot 100 procent tussen te komen in het grondaandeel van de woning. De regeling is wel alleen van toepassing op nieuwe verkavelingen of totaalrenovaties met minstens vijf wooneenheden. Daarnaast moeten kopers zelf aan enkele voorwaarden voldoen voor ze van de regeling kunnen profiteren.

In de eerste plaats moeten geïnteresseerden de voorbije tien jaar minstens vijf jaar in de betrokken gemeente of een Vlaamse buurgemeente gewoond hebben. Verder mogen ze nog geen eigen vastgoed bezitten en is het belangrijk dat hun inkomen onder een bepaalde grens blijft. Het exacte cijfer moet daarvoor nog afgeklopt worden, maar Diependaele sprak eerder over een maximaal jaarinkomen van 45.000 euro voor alleenstaanden en 65.000 euro voor een koppel.

Het kan daarbij niet de bedoeling zijn om mensen die een woning kopen via de WIES-regeling mogelijkheden te bieden om zelf munt uit het systeem te slaan. In de eerste twintig jaar na de aankoop moeten ze daarom zelf in de woning wonen en bij een eventuele verkoop moeten ze de financiële tussenkomst van de gemeente terugbetalen. Zij profiteren dan ook van een voorkooprecht.

Weyts en Diependaele maken zich sterk dat WIES de “druk op het sociale weefsel en het verenigingsleven” kan verlichten, maar het voorontwerp moet eerst nog voor advies naar de Raad van State en daarnaast moet er nog over gedebatteerd worden in het Vlaams Parlement.

Het Grondwettelijk Hof keurde een eerdere versie van het decreet in 2013 af en ook het Europees Hof van Justitie ging destijds niet akkoord. Ze verwezen in hun verklaring daarvoor respectievelijk naar de vereiste van de lokale band en het recht op vrij verkeer van kapitaal in de interne markt van de Europese Unie.

Sociaal oogmerk

“In 2013 had de regeling geen sociaal oogmerk. Daar hebben we nu wel voor gezorgd door een inkomensgrens in te schrijven”, verdedigt Diependaele zich. “Daarmee voldoen we volgens ons volledig aan de voorwaarden die de grondwet voorschrijft.”

Vanuit de oppositie reageert Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit) sceptisch op het nieuwe ontwerp van het decreet. Hij betwijfelt of veel gemeenten zullen meewerken als ze hun investering “ten vroegste na twintig jaar terugzien”. “Bovendien richt deze Vlaamse regering zich op een zeer kleine groep, terwijl honderdduizenden Vlamingen wachten op een betaalbare woning. Het is een druppel op een hete plaat.”