Europese scheepvaart zal voortaan voor haar emissies moeten betalen

In de toekomst zal de Europese Unie ook de scheepvaart in haar systeem voor de handel in emissierechten opnemen. Daarover hebben het Europese Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie een overeenkomst gesloten. Door deze beslissing zal de internationale scheepvaart vanaf januari 2024 aan het Emissions Trading System (ETS) van de Europese Unie zijn onderworpen.

Waarom is dit belangrijk?

De Europese emissiehandel verplicht vervuilende industrieën te betalen voor elke ton koolstofdioxide die door hun activiteiten wordt uitgestoten. De financiële lasten moeten de sectoren stimuleren naar duurzame oplossingen op zoek te gaan. De scheepvaart was echter een van de sectoren die tot nu toe buiten schot bleef.

Bezorgdheid over concurrentievermogen: Tien jaar geleden werd voor het eerst geopperd om de maritieme sector in de Europese emissiehandel op te nemen. Bezorgdheid over het internationale concurrentievermogen van de Europese scheepvaart vertraagde echter de introductie van concrete maatregelen.

De details:

  • Door het akkoord zullen ook scheepsexploitanten in de toekomst voor hun emissies van koolstofdioxide een vergoeding moeten betalen. Volgens de Duitse politicus Peter Liese, die namens het Europees Parlement de onderhandelingen met de andere betrokken partijen voerde, zal de beslissing de Europese uitstoot van koolstofdioxide met ongeveer 120 miljoen ton verminderen.
  • Dat is twee keer meer dan de besparingen die zullen worden gerealiseerd door de introductie van een verkoopverbod op wagens met verbrandingsmotoren.
  • De maritieme sector is verantwoordelijk voor ongeveer 3 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Drie jaar geleden zouden de emissies van de zeevaart een niveau van meer dan 144 miljoen ton koolstofdioxide hebben laten optekenen.
  • Liese maakte gewag van een historische overeenkomst. Hij beklemtoonde dat de wetgeving niet alleen de uitstoot van koolstofdioxide zal verminderen, maar ook de luchtkwaliteit in kuststeden zal helpen verbeteren.
  • “De emissiehandel zal scheepvaartmaatschappijen dwingen in duurzame technologieën te investeren”, merkte hij op. “Anders zullen ze met zware financiële uitgaven rekening moeten houden. Er zijn trouwens al duidelijke aanwijzingen dat de scheepvaartmaatschappijen naar duurzame oplossingen op zoek zullen gaan.”

Investeringen in duurzame projecten: De overeenkomst bepaalt dat schepen op routes binnen de Europese Unie 100 procent van hun emissies zullen moeten betalen. Wanneer de trajecten een herkomst of bestemming buiten de Europese Unie hebben, zal 50 procent van de uitstoot moeten worden vergoed.

  • Over vier jaar zullen ook andere producten, zoals methaan en distikstofoxide, in de Europese emissiehandel worden opgenomen.
  • Liese merkte op dat 20 miljoen emissiekredieten zullen worden toegewezen aan een innovatiefonds, dat duurzame projecten in de Europese maritieme sector – zoals havens en schepen – zal moeten stimuleren. Ook de bescherming van de mariene fauna en flora zal op dat fonds beroep kunnen doen.
  • De maatregel geldt enkel voor schepen met een tonnenmaat van meer dan 5.000 brutoton. De Europese Commissie zal echter bijkomende maatregelen voorzien om te vermijden dat er meer schepen met maximaal 4.999 brutoton worden geproduceerd. Ook luxejachten zijn voorlopig vrijgesteld. Gehoopt wordt echter dat die vloot onder een toekomstige wetgeving zal vallen.

Nog werk voor de boeg: Liese betoogde nog wel dat het dossier over de scheepvaart slechts één element vertegenwoordigt van de inspanningen die worden gedaan om de Europese emissiehandel verder te verfijnen. Ook met de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zal nog verder over de uitstoot van de wereldwijde scheepvaart moeten worden gepraat.

(evb)

Meer