Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenWereldaidsdag

Openhartig over hiv op Wereldaidsdag: ‘Mijn vriend heeft zichzelf lange tijd verweten dat hij ‘besmet’ is geraakt’

Daniel en Sonny.Beeld Photo News

Meer dan 17.000 Belgen leven met hiv. En er vált perfect mee te leven, vertellen Stéphanie (32) en Sonny (40). Alleen het stigma weegt vaak zwaarder door dan de ziekte zelf. Zij heeft hiv en is zeven maanden zwanger, hij heeft een partner met de ziekte. Omdat 1 december Wereldaidsdag is, delen ze hun ervaringen. ‘Het duurde lang voor Daniel seks met me wilde. Hij vond het moeilijk om die klik te maken in z’n hoofd.’

In 2017 kreeg de West-Vlaamse Stéphanie (32) onverwacht nieuws te verwerken. “Ik werk in de zorgsector en had een prikaccident”, begint ze haar verhaal. “Volgens de standaardprocedure moest ik dan een check-up laten doen. Iets waar ik me geen zorgen over maakte, tot ik de diagnose kreeg van mijn huisarts: hiv-positief. Op dat moment stortte mijn wereld in. Ik dacht toen nog dat je het niet kon krijgen als ‘blanke, westerse heterovrouw’ ... Dat was heel erg naïef, weet ik nu.”

Uiteindelijk bleek dat het prikaccident er voor niks tussen zat. Stéphanie wil er niet veel over kwijt. Behalve: “Ik had gewoon nog niet veel bedpartners gehad, dus had me nog nooit laten testen.”

Stéphanie.Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photonews

Zelfs Stéphanies collega’s koesterden vooroordelen

Na het nieuws belde ze meteen naar haar ouders om hen in te lichten. “Natuurlijk waren ze in eerste instantie verschrokken - ze dachten dat hun kind ging doodgaan. Maar ze probeerden me wel gerust te stellen. Papa begon zich ook meteen te informeren en ging online op zoek naar antwoorden. Met name: hoe groot is de kans dat je blijft leven met hiv? En toen las hij dat het allemaal niet meer zo erg is als in de jaren 80.”

Ook door de rest van haar familie en vrienden voelde Stéphanie zich ondersteund. “Ik praat heel open over het onderwerp. Iedereen is dus op de hoogte. En niémand heeft slecht gereageerd. Da’s heel fijn, maar eigenlijk ook logisch. Stel dat iemand je inlicht dat hij of zij een andere chronische ziekte heeft, zoals diabetes type 2, dan heb je toch ook compassie?”

In al die jaren kreeg Stéphanie slechts één keer te maken met vooroordelen en stigma. Dat was helemaal in het begin, op haar toenmalige job. “Sommige collega’s wilden niet meer aan dezelfde tafel zitten of wilden niet meer gebruikmaken van hetzelfde toilet als ik. Absurd eigenlijk, dat ik zoiets moest tegenkomen in de medische wereld. Gelukkig is dat achteraf nooit meer voorgevallen.”

“Kan je wel zwanger zijn zonder het virus over te dragen, vragen ze me”

Stéphanie neemt nu hiv-remmers. “Elke dag gaat om 19 uur een alarm af op mijn gsm. Dat is mijn geheugensteuntje: heb ik mijn pilletjes al genomen of niet?” Dankzij de medicatie is het virus niet langer meetbaar in haar bloed, en dus niet overdraagbaar. Iets wat ze haar huidige partner vanaf begin af aan heeft duidelijk gemaakt. “Ik ken mijn vriend al bijna achttien jaar. We hadden altijd al een boontje voor elkaar, en toen we een tijd geleden de sprong naar een relatie wilden wagen, had hij slechts één verzoek. ‘Ik wil van een arts horen dat het virus ondetecteerbaar is en dat je het niet meer kunt doorgeven.’ Dat begreep ik volledig.”

Intussen is het koppel in blijde verwachting: Stéphanie is al zeven maanden zwanger. “Sinds ik samen ben met mijn huidige partner, wilde ik graag een baby. Of ik me daar ooit zorgen over heb gemaakt? Neen. De artsen hebben me járen geleden al verteld dat ik kindjes kan krijgen, van zodra de virale lading niet meer detecteerbaar is.”

Alleen vanuit haar omgeving krijgt ze daar soms vragen over. ‘Kan dat? Op de natuurlijke wijze? Zonder het virus over te dragen?’ Dat klinkt nogal bruut, maar Stéphanie vindt dat niet erg, zegt ze. “Ik heb liever dat mensen bij twijfels vragen stellen, zodat ze iets bijleren en zodat ik misverstanden uit de wereld help.”

Lees ook

Interview. ‘Er zijn te veel drempels om medicatie te nemen’: de strijd tegen aids is nog lang niet gestreden

Interview. Geen hiv meer tegen 2030? ‘Een kleine pool van mensen blijft ervoor zorgen dat er nieuwe besmettingen gebeuren’

Ondanks haar diagnose heeft Stéphanie veel vertrouwen in de toekomst. Ze voelt zich niet anders dan de gemiddelde ‘Jan met de pet’. “Nu ik zwanger ben, moet ik gewoon iets vaker op controle bij de gynaecoloog. Meer is daar niet aan, hoor.” Die boodschap vindt ze belangrijk om te verspreiden. “Ik deel mijn verhaal om te tonen dat het iedereen kan overkomen. Als ik daarnaast iemand kan geruststellen, een meisje of jongen met hiv die er niet voor durft uitkomen, is mijn opzet geslaagd.”

Vijf jaar geleden leerden Sonny (40) en Daniel (45) elkaar kennen, via een datingapp. Sonny: “Het cliché wil dat veel (homo)mannen datingapps gebruiken voor snelle seks of onenightstands. Ik deed dat lange tijd ook om die reden, maar was het een beetje beu. Nét op het moment dat ik mijn app wilde verwijderen, kreeg ik een berichtje van Daniel. (lacht) We zijn die avond beginnen te chatten, en zijn dat maandenlang blijven doen.”

Ze babbelden over van alles en nog wat, zegt Sonny. “Over de tv-programma’s die we keken, bijvoorbeeld. En op den duur deden we ook spelletjes om elkaar beter te leren kennen. We stelden elkaar vragen zoals: ‘Hou jij van zon of sneeuw? Bergen of strand?’ Zulke dingen.” Het is ook dan dat Daniel open kaart speelt. “Hij vroeg me wat een absolute no-go zou zijn, moesten we een relatie starten. Ik zei: moest jij een chronische aandoening hebben. Ik had namelijk een moeilijke relatie achter de rug; mijn ex had een slepende ziekte. Op dat moment was Daniel even stil. Hij stuurde: ‘Oei ... ik heb hiv’.”

Daniel en Sonny.Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photonews

“Ook binnen de homogemeenschap leeft er nog onbegrip en onwetendheid”

Toch wuifde Sonny dat meteen weg. “Daniel had ‘treatment as prevention’ als status bij zijn datingprofiel geschreven. Ik had dus al een vermoeden dat hij medicatie nam omdat hij hiv-positief was, en zei dat het me niet uitmaakte. Ik was al goed geïnformeerd en wist dat hij een gewoon leven kan leiden, net als iedereen. En zolang hij stipt zijn medicatie neemt, ben ik ook veilig.”

“Achteraf hebben we daar nog over gepraat. Daniel vertelde me dat hij moeilijk kon vatten dat ik hem niet beoordeelde. In het verleden had hij namelijk al enkele pijnlijke reacties gekregen en hadden vrienden hem laten vallen. Dat zegt meer over hen dan over hem, vind ik.”

Tegelijk erkent Sonny dat er in onze maatschappij nog veel foute stereotypes bestaan over hiv. “Ook binnen de homogemeenschap leeft er nog onbegrip en onwetendheid. Als je vertelt dat je hiv hebt, gaan sommigen ervan uit dat je een ‘slet’ bent die met iedereen het bed deelt. Wat niet het geval is, hé. Je hoeft maar een keer verliefd te worden op iemand die zonder het te weten met hiv leeft, en je hebt het ook te pakken.”

Dat stigma komt trouwens niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit, merkt het koppel. “Daniel heeft zichzelf lange tijd verweten dat hij ‘besmet’ is geraakt. Hij voelde zich toxisch. Hoewel hij wist dat hij het virus niet kon overdragen aan mij, kon hij die klik moeilijk maken in z'n hoofd. Daarom wilde hij lang wachten met seks, ik wilde hem die tijd geven.”

Daniel en Sonny.Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photonews

“Maandenlang toonden we affectie, door bijvoorbeeld te knuffelen wanneer we tv keken. Tot we op een gegeven moment naar een festival gingen en de hele avond hadden gedanst. De sfeer zat goed. En toen we ’s avonds thuiskwamen, pakte hij me vast. Dat was een mooi, romantisch moment. Bevrijdend, bijna.” (lachje)

Sinds ze samen zijn, hebben Sonny en Daniel geen nare confrontaties meer meegemaakt. “Mijn familie is ruimdenkend”, zegt Sonny. “Toch hebben we gewacht om mijn ouders in te lichten. Niet dat we het wilden verbergen. Mijn ouders zijn gewoon van een andere generatie. Zij horen de term ‘hiv’ en worden teruggekatapulteerd naar de jaren 80, linken het meteen aan aids en denken dat je doodgaat. We wilden hen zo lang mogelijk van die zorgen besparen. Daarom hebben we het pas twee jaar geleden verteld.”

Als Daniel ooit van medicatie moet veranderen, wordt het wel weer spannend

Piekeren over de toekomst doen ze niet. “Daniel is meer bezorgd om mij dan om zichzelf”, vertelt Sonny. “Deze week was ik bijvoorbeeld ziek: ik had koorts en moest veel zweten. Hij stond erop dat ik een extra hiv-test deed, voor de zekerheid. Alles was oké, hoor. Maar het toont wat voor een verantwoordelijkheidsgevoel Daniel heeft.”

“Eigenlijk gaan we ervan uit dat we nog een lang leven gaan leiden, samen. Daniel heeft ook het geluk dat hij erg goed reageert op medicatie. We hebben nog enkele vrienden die leven met hiv, en bij hen is het een heel ander verhaal. Zij hebben wél last van bijwerkingen zoals een hangende huid. Als ik dat zie, maak ik me weleens zorgen. Stel dat Daniel ooit moet veranderen van medicatie, daar hou ik mijn hart voor vast. Maar bon, dat zien we dan wel weer. Nu gaat alles goed. Daniel heeft een sterk lichaam en een sterk karakter, en daar ben ik heel blij om.”

Nieuwe campagne van Sensoa

Naar aanleiding van Wereldaidsdag op 1 december pakt Sensoa uit met een nieuwe campagne. De slogan: ‘Hiv stopt hier’. Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid wil een duidelijke boodschap naar buiten brengen: hiv is niet langer overdraagbaar als de hiv-positieve partner trouw de hiv-remmende medicatie neemt. “Hopelijk gaat iedereen hierdoor mensen met hiv op dezelfde manier behandelen als mensen zonder hiv”, reageert woordvoerder Boris Cruyssaert.