Van streng naar iets minder streng: China versoepelt opnieuw coronamaatregelen

In Shenzhen, een miljoenenstad in het zuiden van China tegen de grens met Hongkong, hoeven pendelaars niet langer een negatieve covidtest te tonen om toegang te krijgen tot het openbaar vervoer, apothekers, parken en toeristische attracties. Ook in de hoofdstad Peking is vanaf maandag een negatieve test niet langer noodzakelijk om het openbaar vervoer te nemen. Een negatieve test is daar wel nog nodig om locaties te bezoeken zoals shoppingcentra, waar mensen onder meer afhaalmaaltijden kunnen kopen. 

Volgens officiële cijfers zijn er in China de afgelopen 24 uur 33.018 besmettingen geteld, waarvan 29.085 zonder symptomen. In de rest van de wereld worden de coronamaatregelen stilaan opgedoekt, maar in China blijft het beleid erg streng. Mensen die naar China reizen moeten nog altijd verplicht in quarantaine bij aankomst. 

Meer dan een week geleden braken grote protesten uit tegen de strenge coronamaatregelen, nadat minstens tien mensen om het leven kwamen in een brand in een appartementsgebouw in Urumqi, een stad in het noord-westen van China. 

De overheid ontkende toen dat de hulpverleners en slachtoffers geblokkeerd werden door gesloten deuren en andere coronamaatregelen. In verschillende grote steden kwamen mensen op straat die versoepelingen eisten. Hier en daar braken ook rellen uit. Sommige betogers eisten het ontslag van president Xi Jinping. Dat is opvallend in een land waar kritiek op de overheid je duur te staan kan komen. 

Sindsdien worden in verschillende grote steden versoepelingen doorgevoerd. Enkele dagen geleden hief de Chinese overheid de strikte lockdown op in de miljoenenstad Guangzhou. Ook in enkele andere grote steden werden de lockdowns gedeeltelijk opgeheven of op zijn minst versoepeld. Volgens de overheid worden de versoepelingen nu doorgevoerd, omdat meer en meer Chinezen zich laten vaccineren en omdat ze intussen al veel ervaring heeft opgebouwd in de preventie van Covid-19.