Direct naar artikelinhoud
InterviewAdrienne Buller

Onderzoeker Adrienne Buller: ‘Een hogedefinitie­televisie in stand-by verbruikt per jaar meer elektriciteit dan een inwoner uit Nigeria’

Adrienne Buller: ‘Dertien dollar blijkt per individu de waarde van een walvis te zijn. Een koopje om de wereld te redden, volgens het IMF.’Beeld Linda Nylind/Guardian/eyevine

In haar boek The Value of a Whale betwijfelt onderzoeker Adrienne Buller (28) of ons ­kapitalistisch systeem de klimaatcrisis het hoofd kan bieden. ‘Een hogedefinitie­televisie in stand-by verbruikt per jaar meer elektriciteit dan een inwoner uit Nigeria.’

Ondernemers en miljardairs Bill Gates en Mike Bloomberg zijn het over één ding roerend eens: alleen de vrije markt kan onze planeet redden. De ‘wijsheid van de markt’ zal volgens hen genoeg technologische oplossingen opleveren om de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering tijdig te neutraliseren.

Maar volgens Adrienne Buller laten Gates en co. zich verblinden door “de illusies van het groene kapitalisme”. In haar boek The Value of a Whale onderzoekt ze hoe doeltreffend de vrije markt is in de strijd tegen de klimaatverandering. Haar conclusie is vernietigend: ‘groen kapitalisme’ maakt het alleen maar erger.

Adrienne Buller is onderzoeksdirecteur van de in Londen gevestigde progressieve denktank Common Wealth. “Wij maken ons zorgen over de gevolgen van de groeiende ongelijkheid in de samenleving”, zegt ze. “Te weinig mensen hebben inspraak in, of genieten mee van de welvaart die we gemeenschappelijk creëren. Intussen worden we steeds meer geconfronteerd met de desastreuze gevolgen van de klimaatverandering. Als we die onder controle willen krijgen, moet ons economisch systeem bijgestuurd worden. Common Wealth voert daar onderzoek naar en tekent krijtlijnen uit voor een op duurzaamheid en verbinding gebaseerde democratische economie.”

Waar komt de titel van uw boek The Value of a Whale, de waarde van een walvis, vandaan?

“Een tijdje geleden raakte ik geïntrigeerd door een artikel van onderzoekers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Ze vroegen zich af: waarom moeten we overal ter wereld walvissenpopulaties beschermen? Dus besloten ze om te berekenen hoeveel een walvis bijdraagt aan de economie van de planeet. Wat is zijn eco-toeristische waarde? Ze zochten uit hoeveel geld toeristen wereldwijd besteden aan boottrips om walvissen te spotten.

“Ze brachten ook de hoeveelheid CO2 in kaart die walvissen bij leven en welzijn opslaan, gemiddeld is dat 33 ton. Dat vonden die IMF-onderzoekers zéér interessant. Hun suggestie was: misschien is het behoud van de walvissoort wel de interessantste én goedkoopste manier om broeikasgas af te vangen. Ze schatten dat de redding en het behoud van de walvispopulatie geregeld kon worden met een bijdrage van 13 dollar per mens op aarde.

“13 dollar blijkt dus per individu de waarde van een walvis te zijn. Een koopje om de wereld te redden, volgens de mensen van het IMF. Ik vond dat een heel bizarre manier om uit te drukken wat een walvis is en betekent. Heel dat beeld van de ‘waardebepaling’ van een walvis staat symbool voor hoe economen kijken naar klimaat en biodiversiteit, dé problemen van deze tijd.”

De ondertitel van uw boek luidt: ‘De illusies van het groene kapitalisme’. Wat is ‘groen ­kapitalisme’?

“Groen kapitalisme zijn al die pogingen om milieucatastrofes onder controle te krijgen zonder ons economisch systeem, de verdeling van rijkdom en onze manier van leven, al te erg te verstoren. Groene kapitalistische oplossingen sparen de destructieve processen die ons in deze ellende hebben gestort. Denk maar aan die constructie van de handel in CO2-emissierechten. Of het principe van ‘duurzame financiering’, waarbij ethische motieven als duurzaamheid, sociaal beleid en goed bestuur bij investeringen een doorslaggevende rol spelen.

“Al die uitingen van ‘groen kapitalisme’ lijken op het eerste gezicht bonafide. Het grote probleem is dat ze rond de hete brij dansen en nooit de kern van de zaak in vraag stellen: economische groei. De vrije markt en het kapitalistische systeem zullen gevrijwaard blijven, wat het ook mag kosten. De oude, zogezegd succesvolle manier van werken mag niet verstoord worden. Dus proberen ze zowel de planeet als het kapitalisme te redden.”

Wolken pakken zich samen boven een Tesla-laadstation in Florida. Buller: 'Hoe zullen we die miljarden elektrische auto’s aan de praat houden? Er is gewoon niet genoeg lithium voorhanden voor al die batterijen.'Beeld AP

En dat is een illusie?

“Precies. Maar daar komt bij dat de herauten van het kapitalisme ook nog eens van de klimaatcrisis willen profiteren. Ze bespeuren nieuwe terreinen waar geld mee te verdienen valt en ontginnen die met veel enthousiasme. Neem de manier waarop overheden nu mobiliteit en transport CO2-neutraal willen maken. In plaats van na te denken over collectieve vormen van transport, wordt elk individu en elk bedrijf fiscaal aangemoedigd om benzineauto’s in te ruilen voor elektrische. De groene kapitalistische oplossing is: koop allemaal een stekkerauto, ­terwijl het veel verstandiger alternatief is: zeg je auto vaarwel, fiets en reis per trein in combinatie met een elektrische deelauto.”

Groen kapitalisme maakt de klimaatcrisis ­alleen maar erger?

“Daar lijkt het op. In mijn boek probeer ik om onbevooroordeeld naar ‘uitvindingen’ zoals emissiehandel en duurzame financiering te kijken. Werken die constructies? Welke obstakels moeten ze overwinnen? Halen ze de CO2-uitstoot écht naar beneden? Het antwoord op die laatste vraag is meestal: nee. Het zijn illusies. In onze strijd tegen het opwarmende klimaat nemen we vanuit onze economisch kapitalistische ideologie maatregelen die vrij zinloos zijn en inderdaad zelfs contraproductief dreigen te worden.”

Maar wat is er mis met het plakken van een prijs op CO2? Hoe duurder dat broeikasgas, hoe meer inspanningen bedrijven toch zullen leveren om hun uitstoot aan banden te leggen?

“Dat lijkt inderdaad een goed en zelfs rechtvaardig idee. Wie meer koolstof uitstoot, richt meer schade aan en betaalt daarom meer. De Europese Unie bouwde daarrond in 2005 haar hele systeem van emissiehandel, EU-ETS. Goedbedoeld, daar twijfel ik niet aan. Het plan was om voor de grote industrie koolstof tot een schaars goed te maken op een markt waar de wetten van vraag en aanbod gelden. De verwachting was dat fabrieken zo hun efficiëntie zouden opdrijven, waardoor ze steeds minder broeikasgassen gingen uitstoten.”

Dat is geen vorm van greenwashing?

“Nee, totaal niet. Bij greenwashing wordt een allesbehalve duurzaam procedé of product voorgesteld en verkocht als ‘groen’, terwijl veel maatregelen uit het groene kapitalisme wel degelijk bedoeld zijn om effectief en efficiënt te zijn. De Europese bewindslui zijn ervan overtuigd dat hun emissiehandel de opwarming van de planeet onder controle helpt te krijgen. De EU beweert triomfantelijk dat vijftien jaar na de introductie van EU-ETS de uitstoot van de deelnemende sectoren met 40 procent verminderd is. Terwijl dat op de totale CO2-uitstoot in de hele regio nauwelijks effect heeft. Diezelfde emissiehandel leverde ook niet de verhoopte ‘innovaties’ op het gebied van koolstofarme energie en industrie op. De meeste winsten die tot hiertoe geboekt werden, zijn vooral het gevolg van tijdelijke overgangen van steenkool naar gas, van de ene fossiele brandstof naar de andere. Het groene kapitalisme zet ons op een dwaalspoor.”

Een van de architecten van dat groene kapitalisme is de Amerikaanse econoom William Nordhaus, Nobelprijswinnaar economie voor zijn pionierswerk over integreren van economie en klimaat. Hij is groot pleitbezorger voor het afremmen van onze CO2-uitstoot via het heffen van belastingen en het verstrekken van subsidies. U bent geen fan van ­Nordhaus’ ideeën?

“Nordhaus groeide uit tot ’s werelds bekendste klassieke econoom met een klimaatvisie. Halverwege de jaren 1970 publiceerde hij al over de economie van de klimaatverandering, toen het grote publiek nog niet doorhad welke schaduw hen boven het hoofd hing. Nordhaus is geen ‘greenwasher’, maar kijkt door het prisma van de klassieke economie naar de klimaatcrisis en zoekt er traditionele economische oplossingen voor. Ook dat raamwerk en zijn aanpak leveren niets dan illusies op.

“Neem Nordhaus’ bekende Dynamic Integrated Climate-Economy of DICE-model, waarmee de economische impact van de klimaatcrisis berekend kan worden. Vertrekkend vanuit een aantal veronderstellingen en rekening houdend met verschillende kosten-batenanalyses, gaat dat model ervan uit dat een opwarming van 4 graden Celsius ‘optimaal’ is. Puur vanuit economisch oogpunt bekeken, vertelt William Nordhaus geen onzin, hij won niet voor niets de Nobelprijs. Maar voor het leven op aarde mondt 4 graden extra uit in een heuse catastrofe.

“Economen als Nordhaus proberen de ­klimaatverandering in te passen in een strakke economische logica. Alleen is het klimaat uit­gegroeid tot een zo complex én onvoorspelbaar gigantisch probleem, dat het niet meer in een klassiek economisch model geprangd kan ­worden.”

Orkaan Ian zaaide vernieling in Florida, eerder dit jaar.Beeld NYT

Economische modellen zoals die van Nordhaus bepalen hoe overheden vandaag ­wereldwijd de klimaatcrisis aanpakken?

“Het groene kapitalisme à la Nordhaus is overal stevig verankerd, ja. Zo vertrekt de Europese Green Deal volledig vanuit ‘marktoplossingen’, waarvan sommige sinds de bankencrisis van 2008 een zeer nare bijklank hebben. Denk maar aan de financiële techniek van ‘securitisatie’ of effectisering, waarbij moeilijk verhandelbare, ongewenste leningen verpakt worden in financiële pakketten die beleggers als minder riskant beschouwen. De Europese Green Deal prijst die bedenkelijke techniek nu aan als een ‘financiële innovatie’ om particuliere financiering aan te trekken. Ook in de VS kreeg dat soort van puur op geldgewin gebaseerd oer­kapitalisme een groen jasje aangemeten, net als in het Verenigd Koninkrijk.

“De ‘strijd tegen de klimaatverandering’ van overheidswege heeft altijd als ondertoon: ‘Hoe maken we er voor de privésector een winstgevende zaak van? Hoe bezorgen we hun attractieve kansen? Laat de wijsheid van de markt het maar oplossen; wij zorgen voor de financiële stimulansen!’ Alsof de beruchte ‘onzichtbare hand’ van de vrije markt de globale thermostaat zal herstellen.”

Is er dan niets goeds aan de Europese Green Deal?

“Ik geef toe dat ik er nogal negatief over schrijf, terwijl het natuurlijk zeer positief is dat een mastodont zoals de Europese Unie het klimaatprobleem ernstig neemt. Zo toont ze de wereld welke politieke richting er genomen moet worden. Maar ik ben het niet eens met de manier waarop ze het bedje spreidt van private investeerders door bijvoorbeeld met publiek geld hun risico’s te waarborgen.”

Hoe moeten we de klimaatcrisis dan wél te lijf gaan? In The Value of a Whale vind ik daar eerlijk gezegd niet zoveel over terug.

“Mijn boek heeft inderdaad een ‘open einde’. Dat is een welbewuste keuze. Ik argwaan boeken die na honderden bladzijden vol gefundeerde kritiek in een bladzijde of twee afhaspelen hoe het dan wél moet. (lacht) Ik koos ervoor om beargumenteerd uit te leggen wat er mis is met onze economische aanpak van een nakende catastrofe. De ondertoon is: in de strijd tegen de klimaatverandering mag het winstmotief geen enkele rol meer spelen. En: mogelijke oplossingen overlaten aan ‘de wijsheid van de markten’ is een zeer slecht idee. Want dan raakt de CO2-uitstoot nooit onder controle, toch niet op het tempo en op de schaal die vereist zijn om de temperatuurstijging niet dramatisch ver ­boven 2 graden te laten uitstijgen.

“Het is hoog tijd voor een publiek debat over een paar ongemakkelijke waarheden. Hoe zorgen we ervoor dat samen met de strijd tegen de klimaatverandering óók de groeiende ongelijkheid in de wereld wordt aangepakt? Want de discussie over de aanpak van de CO2-uitstoot gaat óók over de ongelijke verdeling van welvaart in de wereld, over de duurzame inzet van schaarse grondstoffen, ontbossing en vervuiling. Sommige levensnoodzakelijke oplossingen interesseren de privésector wellicht niet omdat ze geen cent opbrengen. Ze gaan zelfs lijnrecht in tegen zijn belangen. Denk maar aan: razendsnel en integraal afscheid nemen van de nog steeds zeer winstgevende fossiele brandstoffen.”

Jonge klimaatbetogers in Washington. Buller: 'Als 28-jarige heb ik geen andere keuze. Ik heb nog een lange weg te gaan. Ik kan niet anders dan met de gevolgen van de klimaatcrisis leren omgaan.'Beeld NYT

Die ‘dankzij’ de oorlog in Oekraïne nog winstgevender geworden zijn?

“Jammer genoeg wel. Er werd lang gepredikt dat de opkomst van hernieuwbare energie, zoals die uit zon en wind, de winstgevendheid van olie, gas en steenkool vanzelf onder druk zou zetten. Ik zou daar maar niet te hard op rekenen. We moeten zeer dringend af van fossiele energie en kunnen ons gewoon niet de luxe permitteren om de evolutie op de markt af te wachten.

“Wanneer beginnen we eens aan de dringende discussie over de toekomst van onze mobiliteit? Want die zorgt voor zeer veel uitstoot. Hoe zullen we die miljarden elektrische auto’s aan de praat houden? Er is gewoon niet genoeg lithium voorhanden voor al die batterijen. Stevig uitgebouwd openbaar vervoer zal nooit rendabel zijn. Toch is dat dé oplossing als we zo veel mogelijk vervuilende auto’s van de weg willen.”

We moeten massaal afscheid nemen van luxe en comfort?

“Niet noodzakelijk. Maar we moeten ons wel bewust worden van de extreme vorm van ongelijkheid die onze luxe vertegenwoordigt. Een hogedefinitietelevisie in stand-by verbruikt in een jaar meer elektriciteit dan een doorsnee-­inwoner van Nigeria. Begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor een terugkeer van de westerling naar de middeleeuwen. Integendeel, de wereld heeft meer dan genoeg welvaart en technologische capaciteit om iedereen een goede levenskwaliteit te garanderen. Alleen is de manier waarop de welvaart nu verdeeld is, onaanvaardbaar en onverdedigbaar.”

Kan een herverdeling georganiseerd worden in een kapitalistische samenleving?

“Misschien. (lacht) Kijk, er komt een gigantische ramp op ons af. En het gaat steeds sneller. Het kapitalisme leverde ons een goed leven op, maar slaagt er niet in om miljarden anderen op deze planeet van een fatsoenlijk bestaan te verzekeren. Daar komt bij dat dat economisch systeem de klimaatcrisis alleen maar versterkt. Het lijkt me daarom niet meer dan redelijk om te opperen dat het misschien tijd is voor een alternatief.”

Welk alternatief?

“Ik pretendeer niet dé oplossing in pacht te hebben, maar ik vind de ontgroei-beweging best interessant. Voor klassieke economen klinkt dat als vloeken in de kerk, want groei is heilig. Kapitalisme zonder groei eindigt in recessie. Daarom ook is ‘ontgroei’ niet te combineren met kapitalisme, ook al hopen sommigen van wel.

“Ook interessant is de donuteconomie van Oxford-econoom Kate Raworth. Zij pleit voor een economisch model dat circulair is en even rond als een donut. Dat wil zeggen dat er zo weinig mogelijk afval geproduceerd mag worden. De buitenste cirkel van de donut vertegenwoordigt de ecologische bovengrens: alles wat daar aan economische activiteit buiten valt, schaadt onze planeet en ons welzijn. De binnenste cirkel staat voor de sociale ondergrens en geeft weer wat we minimaal nodig hebben om wereldwijd in de basisbehoeften van elke mens te voorzien. Volgens Raworth bestaat onze taak erin om onze industriële en economische activiteit binnen die twee cirkels van de donut te houden.

“Wat vaststaat, is dat de klimaatverandering onafwendbaar is én ons eerder vroeg dan laat zal dwingen om harde keuzes te maken.”

Onderzoeker Adrienne Buller: ‘Een hogedefinitie­televisie in stand-by verbruikt per jaar meer elektriciteit dan een inwoner uit Nigeria’
Beeld RV

Hoe moet ik dat interpreteren? Als hoop of als een doemscenario?

“Ondanks alles probeer ik optimistisch te blijven. Als 28-jarige heb ik geen andere keuze. Ik heb nog een lange weg te gaan. Ik kan niet anders dan met de gevolgen van de klimaatcrisis leren omgaan. Ik heb dan nog het grote voordeel dat ik in een land leef dat vrij beschut is tegen de impact.

“Er zijn ook gegronde redenen voor optimisme, hoor. Nog niet zo heel lang geleden leefden heel wat politici, ondernemers en bewindvoerders in ontkenning. Het zou allemaal niet zo’n vaart lopen. Vandaag lijken de meesten te beseffen dat er iets ernstigs aan de hand is. Ze proberen de situatie onder controle te krijgen, al is dat niet altijd op de juiste manier. Maar de groeiende maatschappelijke bezorgdheid over de klimaatcrisis vind ik bemoedigend en hoopvol. Alleen is er die typisch menselijke neiging dat alles eerst zeer slecht moet worden vooraleer écht ingegrepen wordt. Onze levens zijn voorlopig nog comfortabel genoeg om niet zo bang te worden als we eigenlijk zouden moeten zijn. Maar de tijd dringt.”

Adrienne Buller, The Value of a Whale, Manchester University Press, 352 p.