Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEuropese Unie

EU beslist vandaag of ze 7,5 miljard voor Hongarije bevriest, maar Orban heeft nog een troef in handen

9 mei, eerder dit jaar. De Hongaarse premier Viktor Orban ontvangt Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, in Boedapest.Beeld ANP / EPA

Het zou een primeur zijn als de ministers van Financiën dinsdag 7,5 miljard euro aan EU-subsidies voor Hongarije bevriezen, als sanctie voor corruptie en fraude met EU-geld. Maar waarschijnlijker is uitstel, aangezien er ook andere belangen spelen, zoals het Hongaarse veto voor steun aan Oekraïne.

Waarover praten de EU-ministers van Financiën?

Over twee voorstellen van de Europese Commissie. De eerste betreft het bevriezen van 7,5 miljard euro Europees steungeld voor Hongarije. Dit op basis van de zogenoemde ‘rechtsstaattoets’. Het is de eerste keer dat deze toets – bedoeld om de financiële belangen van de EU veilig te stellen – wordt ingezet.

Volgens de Commissie schiet Hongarije tekort bij het nakomen van zijn beloften om misbruik van EU-geld en de lakse vervolging daarvan – door gebrek aan onafhankelijke rechters – aan te pakken. Cruciale onderdelen van het Hongaarse hervormingspakket (17 maatregelen) waren op 19 november, de deadline die de Commissie had gesteld, niet of niet goed ingevoerd. Geen remedie, geen subsidie, aldus de Commissie.

Daarnaast moeten de bewindslieden hun oordeel geven over het Hongaarse herstelplan, goed voor 5,8 miljard euro uit het speciale Europese herstelfonds. De Commissie adviseert de ministers dit plan goed te keuren maar koppelt uitbetaling van deze miljarden aan de voorwaarden uit de rechtsstaattoets. Het zou immers vreemd zijn als Brussel met de ene hand gaf wat het met de andere tegenhoudt.

Kan de Hongaarse minister dit naderende onheil voor zijn land afwenden?

Niet als alleen deze twee voorstellen op tafel zouden liggen. Die vergen een besluit met ruime meerderheid en die is er. Maar de ministers willen dinsdag ook de financiële steun van de EU voor Oekraïne vastleggen (18 miljard euro voor 2023) en eindelijk beslissen over een minimumbelasting voor multinationals. Deze twee zaken vereisen unanimiteit en Hongarije zet zijn veto’s in als hefboom voor de eigen miljarden.

Buigen de andere EU-ministers voor deze Hongaarse chantage?

Overleg vorige week op ambtelijk niveau tussen de lidstaten maakte duidelijk dat maar een beperkt aantal, kleinere lidstaten – waaronder België, Nederland, Luxemburg, Zweden en Denemarken – onverkort achter de Commissie staat. Een veel uitgebreider gezelschap van grotere lidstaten, zoals Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje, willen dat de Commissie zich soepeler opstelt. Zij vragen om een nieuw, geactualiseerd advies op basis van wat Hongarije nog tussen 19 november en nu aan hervormingen heeft doorgevoerd. Als Boedapest de laatste drie weken wezenlijke stappen heeft gezet, zou het te bevriezen bedrag aan EU-subsidies verlaagd kunnen worden. Niet onbelangrijk in deze is dat Berlijn enorm hecht aan het afkaarten van de financiële steun voor Kiev en Parijs eindelijk de winsten van multinationals wil belasten.

Hoe wordt deze politiek-financiële kluwen ontward?

Vermoedelijk door uitstel. Dat geeft de Commissie tijd voor een nieuw oordeel over Hongarije, wat de sanctie kan verlichten. Dat zet Boedapest onder druk zijn veto’s in te trekken. Maar de tijd dringt: op 19 december moet er een besluit liggen over het bevriezen van EU-geld voor Hongarije. Lukt dat de lidstaten niet, dan stopt deze sanctieprocedure en vervalt het Commissie-advies. Een slechtere start voor de zo zwaar bevochten rechtsstaattoets is niet denkbaar. Hongarije zou zich met 7,5 miljard euro in de handen wrijven, ware het niet dat lidstaten uit boosheid dan kunnen besluiten het Hongaarse herstelplan af te wijzen. In dat geval verliest Boedapest definitief 4 miljard euro. Diplomaten voorzien dan ook een extra vergadering voor de ministers van Financiën en een besluit op het allerlaatste moment, zoals wel vaker gebeurt bij gevoelige zaken in de EU.