Opnieuw een verworven recht in gevaar? Hooggerechtshof VS neigt sommige bedrijven toe te staan om homoseksuele klanten te weigeren

Lorie Smith, een webdesigner uit Colorado, trok naar de rechter tegen een wet in haar staat die winkeliers sinds 2008 verbiedt om klanten te discrimineren op basis van hun seksuele geaardheid. Maar de websitedesigner weigert websites te ontwerpen voor huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht op basis van haar christelijke geloof en haar vrijheid van meningsuiting.

Smith kreeg nog geen verzoek van die aard van een koppel van hetzelfde geslacht en werd ook niet vervolgd door de autoriteiten, maar diende preventief een klacht in tegen de wet. Nadat ze in hoger beroep nul op het rekest kreeg, wendde ze zich tot het Hooggerechtshof.

De rechters stelden wel openlijk de vraag waar de grens moet worden getrokken. Het gevaar bestaat dat, wanneer de logica wordt doorgetrokken, winkeliers in de toekomst ook bepaalde diensten zouden kunnen weigeren aan zwarte personen of aan mensen met een beperking. De zaak plaatst het recht op vrije meningsuiting lijnrecht tegenover antidiscriminatie en de bescherming van minderheden. De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben voor de rechten van de LGBTQ+-gemeenschap in de VS.

Het Amerikaans Hooggerechtshof is onder oud-president Donald Trump stevig naar rechts opgeschoven. Zes van de negen rechters worden als conservatief beschouwd. In juni deed het Hooggerechtshof al stof opwaaien door het recht op abortus, dat al ongeveer 50 jaar bestond, op federaal niveau te schrappen.

“Voor het eerst in zijn geschiedenis zou het Hooggerechtshof een bedrijf kunnen toestaan om klanten te weigeren op grond van huidskleur, geslacht of godsdienst”, merkte de progressieve rechter Sonia Sotomayor verontrust op. Zij en haar twee liberale collega’s waarschuwden tijdens de hoorzitting dat een dergelijke uitspraak de deur zou kunnen openzetten voor allerlei vormen van discriminatie. Een uitspraak wordt eind juni verwacht.