Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenADHD

‘Ik wilde in een diepe put kruipen en mezelf cancelen’: volwassenen over hun late ADHD-diagnose

Van links naar rechts: Renée Sys, Diane Van Landuyt, Koen Van de Wiele en Silke Ghekiere.Beeld Koen Keppens

Eén op de veertig volwassenen leeft permanent in een windhoos. Velen begrijpen pas op latere leeftijd waarom, omdat ze dan de diagnose ADHD krijgen. Vaak zijn het intelligente, creatieve mensen die niet kunnen verklaren waarom hun leven verzandt in chaos, chronisch uitstelgedrag en een kerkhof van half uitgevoerde plannen. ‘Ik sloeg mezelf soms met de vlakke hand in mijn gezicht: ‘Gast, blijf nu gewoon efkes bij de les!’’

Renée Sys (38), zangeres bij de postrockband Marble Sounds en edelsmid, kampte al sinds haar jeugd met iets wat ze niet kon definiëren. Ze was verstrooid, overweldigd door het leven en constant moe omdat ze zo hard haar best moest doen. Pas twee jaar geleden, toen ze dezelfde symptomen bij haar oudste zoontje zag, legde ze het verband met ADHD.

Sys: “Ik vond het leven ingewikkeld, ik kreeg er geen grip op. Ik begreep niet hoe andere mensen het deden zonder om de haverklap te crashen. Mijn werk, het huishouden, de agenda’s van de kinderen: het vroeg al mijn energie om alles te managen. Ik had ook het gevoel dat ik voortdurend achter de feiten aan liep en anderen teleurstelde. Ik was kwaad op mezelf, omdat ik het niet kon.”

Je hebt twee soloplaten opgenomen en je runt een eigen zaak als edelsmid. Dat is toch niet niks?

Sys: “Dat is me gelukt dankzij een grote golf van energie op het juiste moment. Daardoor leek het alsof ik er niet veel moeite voor had moeten doen, maar ik had niet door dat ik mezelf nooit rust gunde.

“Op mijn 15de was ik al oververmoeid. Ik kon nooit nee zeggen en deed alles met 100 procent toewijding. Ik ging naar de muziekschool, leerde mezelf gitaar spelen, schreef teksten en werkte vaak tot diep in de nacht aan grote knutselprojecten. En in elke nieuwe vriendschap of relatie gaf ik me helemaal.

“Ik had constant stress, maar dat hield ik voor mezelf. Mijn lichaam begon wel te sputteren: ik kreeg gordelroos, slokdarmontstekingen en hevige aanvallen van migraine. Het werd een patroon: ik ging telkens weer mentaal en fysiek over mijn grenzen, mijn lichaam dwong me om gas terug te nemen, en daarna begon alles van voren af aan.”

Wanneer drong het tot je door dat het zo niet verder kon?

Sys: “Twee jaar geleden. Ik had eindelijk een pand kunnen kopen voor mijn atelier, maar het idee dat ik het niet zou kunnen waarmaken, verlamde me compleet. In die periode kwamen we erachter dat ik en mijn oudste zoon ADHD hebben. Ik vond het verschrikkelijk om te zien hoe hij met zichzelf worstelde, en ik kampte met enorme schuldgevoelens.

“Soms voelde ik aan mijn kinderen dat ze stijf van de spanning stonden omdat er thuis niet genoeg structuur was, terwijl ik ze die wel wilde geven. Dus schakelde ik mezelf uit, maar elke avond viel ik in een diep gat. Het voelde alsof ik een val voor mezelf had uitgezet. Toen besefte ik dat ik hulp nodig had.”

Je klopte aan bij Lidewei Beel, een ADHD-coach die met zelfstandigen werkt.

Sys: “Lidewei voelde meteen dat ik op het punt stond te crashen. Ik kon zelfs niet benoemen wat ik nodig had. Ik kon alleen maar zeggen dat het me allemaal te veel was geworden en dat ik geen uitweg zag. Ik wilde in een diepe put onder de grond kruipen en mezelf cancelen (huilt).”

Gaat het intussen beter met je?

Sys: “Ja. Samen met mijn coach heb ik een lang traject doorlopen. We focusten op alles wat moeilijk was voor mij: tijdmanagement, het overzicht bewaren en taken plannen, rustpauzes inlassen… Ik leerde hoe mijn hersenen functioneren en vond zo een houvast. Nu ben ik milder voor mezelf, en ik kan ook mijn zoontje beter begeleiden. Het is belangrijk dat hij ziet hoe iemand met ADHD toch zijn weg in het leven kan vinden.”

Je neemt intussen ook medicatie.

Sys: “Ik stond daar eerst weigerachtig tegenover, maar ze bleek echt te helpen. Ik slik ze van maandag tot vrijdag, en een dosis werkt telkens twaalf uur. Ik kan nu beter het overzicht behouden en beloof niets meer wat ik niet kan waarmaken. Daardoor krijg ik ook meer voor elkaar.

“De medicatie zet me ook aan tot actie. Vroeger kon ik een dringend telefoontje dagenlang uitstellen of raakte ik verlamd door faalangst bij projecten. Nu start mijn innerlijke motor zonder problemen.”

Ben je boos omdat je niet eerder de diagnose van ADHD hebt gekregen?

Sys: “Eigenlijk niet. Ik heb altijd geweten dat er iets was, maar ik ben er op mijn eigen manier doorheen gemeanderd. Onderweg heb ik van alles opgepikt wat me maakt tot wie ik nu ben. Ik ben mijn ouders dankbaar omdat ze nooit geprobeerd hebben me in het gareel te houden. Anders was ik nu wellicht een gefrustreerde, timide vrouw geweest.”

Gil Borms: 'Driekwart heeft minstens één bijkomende stoornis, zoals een depressie, een dwangneurose of een verslaving.'Beeld Koen Keppens

Volgens voorzichtige schattingen lijdt 2,5 procent van de volwassenen aan ADHD. Renée is lang niet de enige die pas op latere leeftijd die diagnose krijgt, zegt psychologe Gil Borms, die al twintig jaar volwassenen met ADHD begeleidt en coauteur is van het boek ADHD bij volwassenen: leven met eigenwijze hersenen.

Borms: “Je kunt niet plots ADHD krijgen als volwassene: dat heb je als kind al. Maar als je niet hyperactief bent, wordt die diagnose niet zo snel gesteld. Meisjes met ADHD vallen ook minder op, omdat ze doorgaans meer gefocust zijn op braaf zijn en taken goed uitvoeren. Bovendien werkt intelligentie beschermend: slimme kinderen ontwikkelen al dan niet bewust allerlei strategieën om symptomen te camoufleren of te compenseren.”

Uit ADHD zich anders bij volwassenen dan bij kinderen?

Borms: “De gevolgen zijn ernstiger. Ze komen geregeld te laat, vergeten afspraken, zijn voortdurend van alles kwijt en stellen vervelende taken uit. Vaak hebben ze moeite met organiseren en prioriteiten stellen, of moeten ze aanhoudend overwerken omdat ze niet klaar geraakt zijn. Anderen krijgen hun huis maar niet op orde, alhoewel sommigen net obsessief opruimen.”

Een volwassene met ADHD is niet per definitie heel druk?

Borms: “Helemaal niet. Een minderheid is wel impulsief en hyperactief. Het impulsieve merk je als ze ongeduldig zijn, er van alles uitflappen, om de haverklap van job of partner veranderen, snel doorschieten in een emotie, risico’s nemen, plots veel eten en drinken of geld uitgeven. Hyperactiviteit uit zich in veel praten en van de hak op de tak springen of steeds bezig zijn. Maar bij veel mensen zit de onrust vanbinnen: de gedachten blijven in hun hoofd malen.”

Moet iedereen die om de haverklap zijn sleutels kwijt is en weleens een chaotisch verhaal vertelt, zich op ADHD laten testen?

Borms: “Alleen als je problemen ondervindt in je relatie, je studie, je werk of met je gezondheid. Als je continu tegen dezelfde problemen aanbotst of vastloopt in een burn-out en je kunt jezelf niet bijsturen, kan het nuttig zijn om je te laten testen.”

ADHD wordt weleens als een hype afgeschilderd.

Borms: “Nochtans kan de aandoening erg ingrijpend zijn. Mensen met ADHD kampen dikwijls met een laag zelfbeeld. Ze hebben zichzelf vaak teleurgesteld of krijgen hun leven lang commentaar.

“Onderzoek wijst bovendien uit dat driekwart van de ADHD’ers minstens één bijkomende stoornis heeft, zoals een depressie, angstaanvallen, stemmingswisselingen, een dwangneurose of een verslaving. Dat is erg veel, en het verband is nog onduidelijk. Die bijkomende stoornissen maken het soms moeilijk om ADHD te herkennen.”

Renée Sys: ‘Mijn lichaam begon te sputteren: ik kreeg gordelroos, slokdarmontstekingen en hevige aanvallen van migraine.’Beeld Koen Keppens

Diane Van Landuyt (40) runt haar eigen vastgoedbureau. ADHD was voor haar een abstract begrip, tot ze afgelopen zomer op aanraden van de school naar een psychiater stapte met haar 13-jarige zoon.

Van Landuyt: “Na tien minuten zei die psychiater: ‘Mevrouw, uw zoon heeft ADHD en dat heeft hij van u geërfd, want u loopt ervan over.’ Hij legde me een lijst met twintig kenmerken voor, en het was precies alsof hij in mijn hoofd zat. Zúlke ogen trok ik.”

Je had zelf nooit problemen ondervonden?

Van Landuyt: “Leerkrachten en mensen in mijn omgeving vonden me vroeger te druk, te luid, te aanwezig, te koppig, te rebels. Iedereen had de indruk dat ik zelfverzekerd en arrogant was, maar dat strookte niet met hoe ik me voelde. Ik ben zelfs een paar keer in een depressie beland.”

Wat was de aanleiding?

Van Landuyt: “Het had telkens met liefdesverdriet te maken. Als mijn relatie afsprong, stortte mijn wereld in. Ik zag niet hoe ik zoiets moest aanpakken, de pijn overheerste alles. Ik gleed weg in een spiraal van negatieve gedachten. Dankzij mijn familie en door medicatie raakte ik er elke keer uit, maar het waren pijnlijke periodes.

“Om mezelf sterker te maken, heb ik me verdiept in de kracht van positief denken.”

De Amerikaanse psycholoog Thomas Brown beschrijft hoe mensen met ADHD soms kortstondig overspoeld worden door een emotie, als een computervirus dat hun brein overneemt. Is dat herkenbaar voor jou?

Van Landuyt: “Vroeger gingen mijn emoties alle kanten uit. Een negatieve opmerking kon me volledig onderuithalen. Ik had hoge pieken en diepe dalen. Dan moest ik energie opdoen, en die vond ik in het slapen. Nog altijd: als ik overmand word door emoties, sluit ik mijn ogen en ben ik weg, al is het zeven uur ’s morgens of vijf uur in de namiddag. Anders luister ik niet meer naar mijn rationele brein en krijgt de ADHD de overhand.”

Je laat je nu begeleiden door een ADHD-coach. Wat heb je geleerd?

Van Landuyt: “Mijn coach heeft me warm aanbevolen om een horloge te dragen. Dat deed ik al jaren niet meer, want de tijd was mijn vijand. Telkens als ik op de klok keek, was het een stuk later dan ik dacht. Ik kwam altijd en overal te laat omdat ik tien minuten vóór ik moest vertrekken nog aan de afwas begon, of uitgebreid ging douchen. Ik kan bijzonder slecht inschatten hoelang iets duurt.

“Mijn werkdag heb ik moeten indelen in tijdsblokken, en ik ben aan de slag gegaan met Google Home, mijn digitale allesplanner. Ik kan op mijn horloge wel zien hoe laat het is, maar dat triggert niets bij mij. Daarom krijg ik om twaalf uur het bericht dat het tijd is om te lunchen, of begint er om negen uur ’s avonds rustige muziek te spelen en worden de lichten thuis automatisch gedimd.”

Zijn er ook voordelen aan ADHD?

Van Landuyt: “Ik zie het als een kracht. Ik kan erg goed focussen, out of the box denken en omgaan met veranderingen. En ik heb geleerd dat er ontzettend leuke dingen kunnen gebeuren als ik mezelf toelaat om mijn stemming te volgen. Een tijdje geleden was mijn neefje jarig. Hij wilde een trui van Stranger Things en hij liet zich ontvallen dat er in Parijs een concept store is. Dat bleef in mijn hoofd hangen en enkele uren later had ik een uitstap naar Parijs geregeld, compleet met een fietstocht langs die concept store.”

Diane Van Landuyt: ‘Mijn coach heeft me warm aanbevolen om een horloge te dragen. Dat deed ik al jaren niet meer, want de tijd was mijn vijand.'Beeld Koen Keppens

Een late ADHD-diagnose kan ook anders uitdraaien, ervoer Koen Van de Wiele (57). Eerst zocht hij een bevredigende studie en vervolgens een job, terwijl de dagelijkse strijd tegen de chaos hem steeds meer uitputte. In 2014 liep hij tegen een kolossale burn-out aan.

Van de Wiele: “Na de middelbare school droomde ik ervan om leerkracht geschiedenis te worden. Ik slaagde voor de examens, maar ik kreeg mijn papers niet geschreven. Dat academische gedoe is niets voor mij, dacht ik. Ik ging werken, maar ik begon telkens opnieuw impulsief aan een andere job. Ik heb panty’s en ondergoed verkocht, kantoren gepoetst en in de haven gewerkt. Ik heb ’s avonds in een frituur gestaan, en overdag bracht ik verzekeringen aan de man. Met wat ik toen had verdiend, ging ik communicatiemanagement studeren. Opnieuw was ik voor al mijn examens geslaagd, maar ik slaagde er niet in om mijn eindverhandeling af te werken.

“Daarna ging ik op de luchthaven werken, terwijl ik voor maatschappelijk werker studeerde. Ook dat lukte niet. Omdat ik wel met mensen wilde werken, ging ik aan de slag als adjunct-verantwoordelijke in een asielcentrum. Daarnaast gaf ik een cursus digitale vaardigheden aan senioren. Dat deed ik heel graag, en ik werd voltijds aangeworven als vormingswerker. Dat heb ik bijna tien jaar gedaan.”

Toen ging het licht uit.

Van de Wiele: “Mijn burn-out was zo ernstig dat ik dacht dat ik jongdementie had. Ik raakte niet meer uit mijn woorden, kreeg de dag niet georganiseerd en haalde de avond niet zonder twee, drie keer een dutje te doen. Ik kon niet meer functioneren, en het werd er niet beter op.

“Op een dag kreeg ik een boekje in handen van ZitStil, een kenniscentrum voor ADHD, met daarin een lijst met symptomen van ADHD. Ik kon álles afvinken. Mijn psychiater noch mijn huisarts had er ooit aan gedacht, maar na tests in het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven in Kortenberg was het duidelijk: ik heb een ADHD-brein.”

Hoe uitte zich dat?

Van de Wiele: “Om het even wat ik wilde doen, kreeg ik niet voor elkaar. Ik kwam overal te laat, vergat alles en raakte de hele tijd spullen kwijt. Als we voor een weekend naar zee gingen, dan lag de sleutel van de flat nog in Antwerpen. Als ik een internationale trein wilde nemen, zag ik alleen maar de rode achterlichten op het perron. Feestjes belde ik af omdat ik vergeten was een cadeau te kopen.

“Zelfs elke dag gaan werken was een uitputtingsslag. Op de luchthaven van Zaventem begon ik om vijf uur ’s morgens. Ik woonde in Antwerpen op een appartement op de vierde verdieping. Vaak merkte ik beneden in de garage dat ik de autosleutels niet bij me had. Dus moest ik terug naar boven met de lift. Ik doe de deur van mijn appartement open en zie mijn bril op tafel liggen: ‘Ah, goed dat ik die gevonden heb!’ Ik neem de lift naar beneden en loop naar mijn auto: ‘Shit, mijn sleutels!’ Opnieuw naar boven, weer naar beneden. Ik scheur de straat uit. ‘Fuck, mijn badge!’ Enzovoort.”

Leg dan overal briefjes, zullen veel mensen denken.

Van de Wiele: “Denk je dat ik dat niet heb geprobeerd? Ik heb zelfs een tweede smartphone om mezelf op te bellen, zodat ik de eerste kan terugvinden, want daarop hou ik mijn agenda bij. Het klinkt clownesk, ik weet het. Zonder dat ik het doorhad, putte het gevecht tegen de chaos me helemaal uit. Ik was kapot vóór ik ergens aankwam. Soms sloeg ik mezelf met de vlakke hand in mijn gezicht: ‘Gast, blijf nu gewoon efkes bij de les!’

“Niemand had me ooit uitgelegd dat een ADHD’er alles op een extreme manier moet structureren omdat zijn brein een mankementje heeft.”

Was je vaak kwaad op jezelf?

Van de Wiele: “Ja, nog altijd trouwens.

“Ik was een dromerig kind. Ik deed wel mijn best om erbij te horen, maar mijn gedachten waren zo vluchtig dat ik erachteraan holde. Ondertussen kreeg ik voortdurend te horen dat ik beter mijn best moest doen. Dus ik dacht: ik ben eigenlijk een lui, zielig baasje.”

Begrijp je nu beter wat er fout loopt in je hoofd?

Van de Wiele(tikt tegen zijn voorhoofd): “Hier vooraan zit de prefrontale cortex, en die springt bij mij van de ene associatie naar de andere. Iemand zonder ADHD kan die impulsen wegfilteren: ‘Nu niet, ik ben aan het koken.’ Dat lukt mij niet. Als mijn zoontje roept dat hij al aan level 7 zit in zijn computerspelletje, ga ik meteen naast hem aan de pc zitten en brandt de soep aan. Dan schiet me te binnen: heb ik eigenlijk wel een brandverzekering? Ik ga dat even checken, en de soep brandt opnieuw aan. Vervolgens zegt mijn volwassen brein: ‘Wat voor een idioot ben jij eigenlijk?’”

Intussen blijk je ook aan het chronischevermoeidheidssyndroom te lijden. Is er een verband met ADHD?

Van de Wiele: “Door ADHD ga ik telkens weer over mijn grens, omdat ik honderd balletjes in de lucht moet houden. Ik zeg de hele tijd tegen mezelf: ‘Steek eens een tandje bij, het is altijd hetzelfde met jou.’ Toen ik als vertegenwoordiger werkte, was ik elke dag drie uur langer bezig dan mijn collega’s. Ik kwam overal te laat, omdat ik verkeerd was gereden of te lang was blijven babbelen. Zo raakte ik uitgeput en werd het nóg moeilijker om alles te organiseren. Uiteindelijk draaide alles in de soep: ik raakte mijn job kwijt, mijn relatie liep op de klippen en ik verzeilde in een depressie.”

Hoe gaat het vandaag met je?

Van de Wiele: “Ik zorg deeltijds voor mijn zoontje en ik begeleid lotgenoten voor Aandacht vzw. Daar haal ik veel voldoening uit, omdat mensen er echt iets aan hebben. We herkennen problemen bij elkaar, wisselen tips uit en steunen elkaar.

“Werken doe ik op dit moment niet. Helaas, want zonder de structuur van een job schurk ik voortdurend tegen een depressie aan. De hele dag loop ik mijn gedachten achterna: ‘Ik doe eerst de was. Of nee, ik moet de bladeren vegen. O, hier staat mijn koffie van vanmorgen nog.’ Thuis word ik gek, maar mijn psychiater vindt het beter dat ik eerst vrijwilligerswerk doe.”

Silke Ghekiere: ‘Alles wat in me opkomt, voeg ik toe aan lange to-­dolijsten per levensdomein.’Beeld Koen Keppens

Mevrouw Borms, kunt u verklaren waarom intelligente mensen zo kunnen vastlopen?

Borms: “ADHD heeft niets met intelligentie te maken. Het is evenmin een kwestie van wilskracht. Iemand met ADHD moet juist veel harder zijn best doen om hetzelfde resultaat te bereiken. Als ik met jou praat, hoor ik amper het koffiezetapparaat dat op de achtergrond pruttelt. Mijn hersenen remmen die prikkel af en sturen mijn aandacht naar ons gesprek. Bij iemand met ADHD gaat dat niet automatisch, en dat kost hopen energie. Als iets saai is of lang duurt, of ze zijn vermoeid, dan kunnen ze minder goed bijsturen.”

Vreemd genoeg kunnen mensen met ADHD zich wel goed focussen op dingen die hen interesseren, of als er een deadline is.

Borms: “Ook dan slaagt de prefrontale cortex er niet in om hen te sturen. Prikkels die relevant zijn, krijgen dan niet de juiste prioriteit. Zo vergeten ze hun kinderen van school te halen, of ze werken tot diep in de nacht door en verliezen uit het oog dat ze ’s anderendaags vroeg op moeten.”

Dat klinkt Silke Ghekiere (29) bekend in de oren. Ze is personal trainer, coach van klimclub Hungaria in Wilsele en begeleider van het nationale klimteam. Die drie jobs combineert ze met vrijwilligerswerk, rotsklimmen, snowboarden en avontuurlijke reizen. Aan ADHD had ze tot voor kort nooit gedacht.

Ghekiere: “Ik ben hopeloos slecht in kiezen. Alles lijkt me leuk en interessant, en ik zeg bijna altijd ja. Ik doe mijn werk ongelooflijk graag, maar ik vind het ook belangrijk om iets terug te doen voor de maatschappij. Daarom doe ik vrijwilligerswerk. Ik wil lange reizen maken, maar ik word binnenkort 30, dus moet ik beginnen nadenken over kinderen.

“Vorig jaar werd het me allemaal te veel. Ik had ontelbaar veel tabbladen openstaan, en zowat al mijn mails begon ik met: ‘Sorry voor het late antwoord…’ Ik had het gevoel dat ik alles maar half deed, en ik kwam voortdurend tijd tekort. Hoe drukker het werd, hoe later ik ging slapen, soms pas om vier uur ’s morgens.”

Je stapte toen naar een psycholoog. Was je verrast toen die het over ADHD had?

Ghekiere: “Ik dacht: ADHD? Dat kan helemaal niet, want ik heb een diploma. Erg, hè? Eigenlijk snap ik zelf niet goed hoe ik dat heb behaald. Ik weet niet hoe je moet studeren, maar als de stof me interesseerde of de examens voor de deur stonden, kon ik erin duiken en vlogen de uren voorbij. Als ik blokte, speelde er altijd een tv-serie op de achtergrond. Niemand begreep dat, maar voor mij was dat logisch: zo kon ik door niets anders afgeleid worden. Ook toen al werkte ik vaak ’s nachts. Pas als iedereen sliep, kwam ik tot rust.”

Je hebt intussen een arsenaal aan strategieën ontwikkeld om je ADHD onder controle te houden.

Ghekiere: “Vrijdag is mijn heilige vrije dag. Dan lees ik geen mails en maak ik zo weinig mogelijk afspraken. Die dag is een soort reset.

“Voorts let ik op kleine, praktische dingen: drukke dagen plan ik op een whiteboard met een gedetailleerd tijdschema. Raak ik achterop, dan schrap ik een taak of werk ik sneller. Als iemand me vraagt om iets in orde te brengen, dan ben ik dat vaak na drie minuten vergeten, dus vraag ik dat ze me een mail sturen. Die mails blijven gemarkeerd als ongelezen tot ik de taken heb uitgevoerd. En alles wat in me opkomt, voeg ik toe aan lange to-dolijsten per levensdomein. Zo behoud ik het overzicht, ook al is zo’n lijst soms zeven pagina’s lang.”

Koen Van de Wiele: ‘Alles draaide in de soep: ik raakte mijn job kwijt, mijn relatie strandde en ik verzeilde in een depressie.’Beeld Koen Keppens

Dat klinkt vermoeiend.

Ghekiere: “Dankzij mijn ADHD heb ik gelukkig ook bakken energie.

“Het etiket van ADHD heeft me wel geholpen. Het heeft me bewuster gemaakt en ik kan mezelf tot op zekere hoogte bijsturen. Dit is wie ik ben en dat is oké.”

Je doet aan rotsklimmen en snowboarden. Er zijn wel meer mensen met ADHD die dol zijn op risicosporten.

Ghekiere: “Toen ik 15 was, hebben ze me eens met een snowcat van een bergrichel moeten halen waarop ik bij het snowboarden was beland, en als kind had ik nooit hoogtevrees of angst om te vallen. Maar ik denk niet dat ik het risico opzoek. Ik hou er gewoon van om buiten te zijn en me te laten overweldigen door de natuur. Er is niets zo zalig als door verse poedersneeuw klieven of tegen een bergwand hangen. Dan wordt het wonderbaarlijk stil in mijn hoofd.”

Zijn je avontuurlijke reizen ook een manier om de onrust te bezweren?

Ghekiere: “Ik wil altijd nieuwe dingen ontdekken. Wildkamperen en rotsklimmen in Spanje klinkt misschien spannend, maar ik denk snel: dat heb ik daar al gedaan.

“Ik blijf nooit lang op dezelfde plaats. Na mijn studie heb ik in één jaar tijd op tien verschillende plekken als vrijwilliger gewerkt. Ik ging van een wildpark en een school in Zuid-Afrika naar een weeshuis in Nepal en een bouwproject op Bali, en daarna naar een natuurpark in Nieuw-Zeeland, een paardenasiel in Florida en een opvangcentrum voor reptielen in Canada. Tussendoor leerde ik Spaans in Peru, ging ik werken in Australië en roadtrippen in Californië. (Grijnst) Dat was het mooiste jaar van mijn leven tot nog toe.”