Direct naar artikelinhoud
Fragment‘December’ van Bregje Hofstede

‘Als je goed leert gutsen terwijl je aan een boomtak hangt, dan lukt het je ook in bed met zelfs de meest middelmatige minnaar,’ verklaarde ze

‘Als je goed leert gutsen terwijl je aan een boomtak hangt, dan lukt het je ook in bed met zelfs de meest middelmatige minnaar,’ verklaarde ze
Beeld Mellon

De reeks De Maanden van uitgeverij Das Mag omvat twaalf maanden, twaalf boekjes, twaalf schrijvers. Deze week verscheen deel 4 van Bregje Hofstede, December. In het fragment hieronder leest u hoe een antropologiestudente op het Franse platteland terechtkomt in een commune van gulzige vrouwen.

De voorliggende studie kwam tot stand toen ik, vlak buiten het dorp waar ik afgelopen zomer vakantie vierde, stuitte op een zeldzaam tafereel. Of eigenlijk een zeldzame klank: een klaaglijk loeien dat steeds hoger klom tot het eerder klonk als een triomfantelijke aria, weliswaar ten gehore gebracht door een onbekwame sopraan. Ik vertraagde mijn pas – ik was aan het wandelen in een poging de stress van het afgelopen studiejaar kwijt te raken – en zag tussen de bomen het volgende tableau: een vrouw van een zekere leeftijd, spiernaakt, had haar handen boven haar hoofd om een boomtak geklemd. Ze hing daar zo’n beetje en bracht het hierboven reeds genoemde geluid voort, waarvan ik ook onmiddellijk de aanleiding vermoedde, want zij hing niet zomaar aan die tak, zij zat op de schouders van een andere naakte vrouw, die niet in de gebruikelijke richting onder haar stond, zoals u en ik iemand op de schouders zouden nemen, maar omgekeerd, zodat ik van dit tweede subject alleen de rug en de royale billen zag, terwijl haar gezicht schuilging tussen de benen van de eerste. Aan de beweging van haar hoofd en aan het kermen van haar metgezel kon ik evenwel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zien dat ze deze eerste vrouw met volle overgave gulzig aan het likken was. Sterker nog, als haar partner even naar adem hapte, hoorde ik haar duidelijk slobberen. Mijn interesse was direct gewekt en ik stond dan ook aan de grond genageld tot de bovengeschikte vrouw vloekend klaarkwam, met een repertoire aan vunzigheid dat ik wegens keurig Frans helaas niet volledig kan reproduceren; waarna ze uw observerende antropoloog in het oog kreeg. Ze haakte haar benen, die ze nog altijd om de schouders van de andere vrouw had geslagen, los, liet zich soepeltjes van de tak omlaag vallen op de bosgrond en wenkte me dichterbij. Ik had wel willen vluchten maar eerlijk gezegd – en wat is een antropologische studie zonder waarachtigheid – bonkte en klopte het bij mij al zo hevig en knikten mijn knieën zo van het besef dat ik getuige was geweest van uitzonderlijk seksueel gedrag, dat ik me puur uit wetenschappelijke interesse niet kon bewegen.

De andere vrouw veegde haar gezicht af, dat prettig rond was en roze van inspanning, en vroeg lachend of ik wat van haar aanhad, een vraag die me zo verwarde dat ik het bovenste knoopje van mijn blouse losmaakte, alsof ik die zou afgeven. ‘Ga door,’ zei de ander, die overigens lange glanzende krullen had, bovenop spierwit en helemaal onderaan nog met lokken zwart en grijs; en toen ik mijn blouse en zelfs mijn bh had afgegeven en in opperste verwarring voelde hoe mijn tepels ter attentie sprongen terwijl de wind erover streek, zeiden ze: ‘Dat is beter, nu kunnen we op basis van gelijkheid converseren.’

De oudere vrouw, die zich voorstelde als Marianne, legde me uit dat ik een trainingssessie had waargenomen: het doel zijnde ‘om zich te oefenen in orgasmes onder elke omstandigheid’. ‘Als je goed leert gutsen terwijl je aan een boomtak hangt, of de handstand doet, of telefoneert voor een tandartsafspraak, dan lukt het je ook in bed met zelfs de meest middelmatige minnaar,’ verklaarde ze. ‘En stel je voor: sommige vulva’s zijn nu eenmaal eenzaam, of zijn, door de voorkeuren of romantische keuzes van hun draagster, veroordeeld tot een routinematige en volstrekt ondermaatse service, met alle erotische rampen van dien, en een navenant aderlaten van de levenskracht. Voor de vreugde van de vagina is het van het grootste belang om de toegang tot het orgasme te allen tijde veilig te stellen.’ Haar uiteenzetting ging nog verder en ze noemde ook cijfers en percentages om haar betoog te onderbouwen, maar die ben ik tot mijn schaamte vergeten omdat Mariannes metgezel zich vooroverboog om met het puntje van haar tong uiterst teder een rondje te maken rond mijn rechtertepel.

Toen ik zei dat dit alles me als antropoloog erg interesseerde, nodigden ze me uit om mee te lopen voor een rondleiding in hun hoofdkwartier, een soort trainingskamp naar ik begreep. Dit bleek een statige herenboerderij; zo’n eeuwenoud bouwwerk met een hof en metersdikke muren, witgeschilderd en begroeid met wolken van jasmijn en rozen; verder een toren, en een dak met veelkleurige, rode en roze pannen die een wybertjespatroon vormden, al leek het, toen ik beter keek, niet zomaar om wybertjes te gaan. Er waren ook tal van half verzakte bijgebouwen en stallen. We liepen de hof op. Al van buitenaf hoorde je dat men hier met grote inzet bezig was. Door de openstaande deuren van een schuur zag ik een hoge stapel hooibalen, waarop ten minste zes naakte vrouwen op hun knieën zaten met hun kont in de lucht gestoken, op een rij, zodat de achterste de anus van haar voorganger likte, die op haar beurt weer het volgende strontgaatje met haar tong verkende, en zo verder. ‘Voor gevorderden,’ zei mijn gids, ‘klaarkomen op prikkend hooi.’

Verderop stond een vrouw op haar handen, met haar voeten omhoog richting de blauweregen die in strengen neerhing. Een ander stond voor haar en hield haar heupen vast, terwijl haar tong rücksichtslos de omhooggestoken kut bewerkte, net zo lang tot de armen van de eerste vrouw hevig begonnen te trillen en ze onder luid gelach op de grond zakte. Waarna ze van positie wisselden. Ik wist van nijvere observatiedrang niet waar ik moest kijken en besloot me te concentreren op het keurige bloemperk in de binnentuin, waar een roodharige vrouw met een heggenschaar voor een half gesnoeide buxus stond. Om haar volle heupen spande een leren tuigje. Steeds wanneer ze de schaar hief, klaar om een knip te zetten, sloeg ze kreunend en hijgend dubbel, en tegelijk begon dan haar tuigje te zoemen, en trilde het vlees van haar kont en haar sproetige dijen zachtjes mee. Mijn gids bleef staan bij dit tafereel en nam van een rijzige vrouw die met over elkaar geslagen armen toekeek een kleine afstandsbediening over. ‘Buig eens voorover,’ zei ze tegen de rossige vrouw met de heggenschaar, die naar me glimlachte en direct gehoorzaamde. ‘En benen uit elkaar.’ Nu kwamen mijn moeizaam verworven objectieve vaardigheden van pas, want ik kon ondanks het bloed dat in mijn hals bonsde en tegen de wanden van mijn kut drong toch zien wat er aan de hand was: in het tuigje zaten meerdere instrumenten van zwart silicone verwerkt, waarvan er een in de kont van de roodharige vrouw naar binnen stak, en de ander in haar kut; heel precies kon ik het niet zien, want het hele gebeuren gutste van het witte geil, maar ik kreeg toch een aardig idee toen mijn begeleidster op wat knopjes drukte en het boeltje luid zoemend begon te schudden en te trillen, zodat de heggenschaarvrouw naar adem happend op haar handen en knieën in de lavendel viel, de schaar losliet en met haar vrije hand in het tuigje reikte.

Ik sjorde nu heimelijk aan mijn spijkerbroek, die iets te strak zat en waarvan de naad duidelijk voelbaar was tegen mijn inmiddels gezwollen lippen, zodat het sjorren een heerlijke wrijving gaf, en als ik dat langer had kunnen volhouden, zoals ik soms in de metro doe, was mijn wetenschappelijke distantie al meteen in mijn slip gestroomd; maar ik stopte ermee toen ik voelde dat ik werd bekeken, en bovendien kwam de roodharige inmiddels schokkend klaar.

‘Tut tut,’ zei Marianne hoofdschuddend. ‘Iets meer zelfbeheersing. Timing in eigen clit houden. Opnieuw.’ En de meid kwam beverig overeind, om met de heggenschaar de buxus te bewerken, waarvan ik nu pas zag dat hij de vorm had van een manshoge pik en ballen. ‘Wil je ook eens?’ zei ze en ze reikte me de afstandsbediening aan, maar ik moet zeggen dat ik op dat punt, ondanks een vermoeden van de grote wetenschappelijke potentie van deze situatie, niet verder durfde onderzoeken. Ik excuseerde me en zei dat ik mijn methodologie en vraagstelling absoluut eerst op orde moest krijgen, en Marianne keek me een tijdje aan, met één wenkbrauw geheven, terwijl er overal om me heen gelach, gekreun, gehijg en geschreeuw opklonk uit de openstaande ramen met hun blauwe luiken, en zei toen: ‘Prima. Denk jij maar eens goed na over je hypotheses, en als je gleuft dat je daarmee klaargekomen bent, zien we je wel weer verschijnen.’ Ze gaf me een visitekaartje en daarmee holde ik terug naar ons vakantiehuis, waar ik me met plakkende dijen op mijn vriend stortte.

Bregje Hofstede, 'December', Das Mag, 19,99 euro.Beeld RV