Joschua Knuppe

Relletje onder paleontologen: onderzoekers ontdekten dat de dino’s uitstierven in de lente, maar beschuldigen elkaar nu van fraude

Een wetenschappelijke paper die vorig jaar werd gepubliceerd, en waarin werd gesteld dat het einde van het dinosaurussentijdperk in de lente werd ingezet, ligt onder vuur. Een paleontoloog beschuldigt de auteur van de paper van wetenschapsfraude. Hij zou data hebben vervalst om de scoop als eerste binnen te halen. “Het is de eerste keer dat deze controverse zo openlijk wordt uitgevochten”, zegt vakgenoot Johan Vellekoop (KU Leuven en KBIN).

Grote kans dat als je vandaag twee paleontologen aantreft aan hun koffiemachine, ze het hebben over dé wetenschappelijke controverse in hun vakgebied. De ingrediënten: een fantastische paleontologische vindplaats, een mediagenieke wetenschappelijke primeur en twee clashende ego’s. 

Het zit zo. Eind vorig jaar konden onderzoekers het seizoen bepalen waarin de meteoriet neerstortte die het einde van de dinosauriërs inluidde. Dat gebeurde in de lente. De studie, die gepubliceerd werd in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports, haalde overal ter wereld de headlines. Ook VRT NWS berichtte er toen over.

Maar nu zijn er twijfels opgedoken bij die studie. Een van de paleontologen die er nauw bij betrokken was, Melanie During, beschuldigt de auteur Robert DePalma ervan zijn data gefabriceerd te hebben, en dus wetenschapsfraude gepleegd te hebben.

Indiana Jones

Hoe zit dat? Robert DePalma is doctoraatsstudent in de paleontologie aan Manchester University. Maar hij is ook de eigenaar van de site Tanis in het Amerikaanse North Dakota, die al een uitzonderlijke rijkdom aan vondsten heeft voortgebracht.

“Het is een spectaculaire plek”, schetst Johan Vellekoop (KU Leuven en KBIN) die zowel During als DePalma kent. “Fossiele zoogdieren, dinosaurusbeenderen, vissen, eieren… je vindt het er allemaal. Het is een belachelijk mooie site.”

Robert DePalma (rechts) aan het werk op het terrein, met zijn typische Indiana Jones-hoed.

Bijna te goed om waar te zijn volgens sommigen - niet volgens Vellekoop, voor alle duidelijkheid. Maar van bij het prille begin van DePalma’s wetenschappelijke carrière rezen er al twijfels. “Is hij wel te vertrouwen? Hij is heel gedreven maar zoekt ook graag de media op. En hij heeft een Indiana Jones-hoed, heeft zijn site naar de verloren stad in de film genoemd… die Hollywood-achtige neigingen keren zich al eens tegen hem. Bovendien heeft hij de gewoonte om de wetenschappelijke gang van zaken om te draaien. Hij zoekt de media op voor hij zijn resultaten heeft gepresenteerd voor peer review aan de wetenschappelijke gemeenschap.”

“Maar het is de eerste keer dat die controverse zo openlijk wordt uitgevochten.”

Twee papers, zelfde conclusie

De controverse die nu is opgelaaid, gaat immers om meer dan enkel uiterlijke schijn en een onorthodoxe manier van werken.

Het was zijn vakgenote Melanie During, doctoraatsstudente aan de Universiteit van Uppsala (Zweden), die de kat de bel aanbond. Zij had samen met DePalma tien dagen lang opgravingen gedaan op zijn Tanis-site, in 2017. Ze trof er de gefossiliseerde resten aan van twee vissoorten: een lepelsteur en een voorvader van de hedendaagse steur. In de kieuwen van die steur zaten minuscule, gekristalliseerde glaspartikels, bleek uit later onderzoek. Wellicht waren dat gesmolten steenresten die veroorzaakt werden door de inslag van de meteoriet die het einde van het dinosaurustijdperk inluidde, 66 miljoen jaar geleden.

During schreef haar masterproef over het onderzoek en werkte vervolgens twee jaar lang aan een artikel voor het wetenschappelijke tijdschrift Nature. De ambitieuze During probeerde DePalma daarbij te betrekken, maar ving bot. 

Ze diende het manuscript in de zomer van 2021 in bij de redactie van Nature, met voorziene publicatie voor februari 2022. Maar in december 2021 ontdekte ze tot haar verrassing dat DePalma zelf een artikel had ingediend bij een ander wetenschappelijk tijdschrift uit de Nature-stal, Scientific Reports. 

Een artikel over hetzelfde onderzoek, met dezelfde conclusie (de meteoriet kwam in de lente neer) en dezelfde methodiek… maar met een andere dataset. Een dataset waar volgens During iets aan schortte.

Slordigheid of fraude?

Net zoals During had DePalma het jaargetijde van de inslag van de meteoriet op dezelfde manier bepaald. De glasresten in de kieuwen wezen erop dat de vissen kort na de inslag van de meteoriet stierven, redeneerden ze. Vervolgens wees onderzoek met röntgenstralen erop dat het dunne laagje bot op de vinnen van de steur aan het verdikken was - en dat gebeurt jaarlijks in de lente.

De meteoriet moest dus in de lente zijn neergekomen.

We moeten ons afvragen of de data gefabriceerd zijn om een conclusie te ondersteunen die al op voorhand bekend was

Melanie During

De lakmoesproef was massaspectronomie-onderzoek dat de hoeveelheid koolstof-13 in de visresten blootlegt. Ook die hoeveelheid was verhoogd, en ook dat is typisch voor de lente. DePalma kwam dus tot dezelfde conclusies als During. Maar toen During de grafiek bekeek die hij publiceerde bij zijn artikel, bleek die niet te stroken met de dataset die hij had vrijgegeven. Er zaten verschillende fouten in. 

During bond de kat de bel aan. “We moeten ons afvragen of de data gefabriceerd zijn, en gemaakt om een conclusie te ondersteunen die al op voorhand bekend was”, postte ze op de wetenschappelijke reviewwebsite Pubpeer.

Melanie During graaft vissen op in Tanis.
Jackson Leibach

Daarop stak een journalist van Science zijn licht op bij een reeks vakgenoten. Vonden zij ook dat er iets scheelde aan de data? De meesten bleken hun twijfels te hebben. “Het moet uitgelegd worden”, concludeerde een van hen. “Als ze de ruwe data kunnen voorleggen, is het gewoon een slordige paper. Als dat niet het geval is, wel, dan zou het wel eens om fraude kunnen gaan.”

Voor de volledigheid: twee wetenschappers die niet betrokken waren bij het onderzoek en de dataset hadden bekeken kort na de publicatie van het artikel, zagen geen reden tot twijfel.

Data van een intussen overleden collega

Het antwoord zit bij de ruwe data van de massaspectrometer, legt Vellekoop uit, de vakgenoot van DePalma en During aan de KU Leuven. Daarmee werd de hoeveelheid koolstof-13 in de visresten bepaald.

De data die in DePalma’s uiteindelijke paper belandden, zijn immers niet de data die de massaspectrometer genereert. Elke massaspectrometer geeft zijn resultaten op een andere manier weer. Om die resultaten voor wetenschappelijk onderzoek te kunnen gebruiken, en ze dus te kunnen voorleggen aan andere vakgenoten voor peer review, moeten die gekalibreerd worden: zeg maar omgezet naar een gemeenschappelijke maatstaf. De cijfers in de paper zijn die omgezette data.

Die omgezette data zegt DePalma in handen gekregen te hebben van een collega die intussen overleden is. Hij zou de berekeningen voor de omzetting gemaakt hebben.  

Als je wil weten of dat op de correcte manier gebeurd is, en of de fout daar misschien zit, zou je die gekalibreerde resultaten moeten kunnen leggen naast de resultaten die de massaspectrometer genereerde. Dan zou blijken of het gaat om slordigheid, dan wel om fraude.

DePalma zegt die brondata niet in zijn bezit te hebben, maar aan die uitleg twijfelen veel vakgenoten die Science contacteerde.

Met grote stappen snel thuis

Fraude of niet, daarover wil Vellekoop niet oordelen. Hij twijfelt er ook niet aan dat de conclusie van DePalma’s studie (en dus ook die van During) klopt. Maar DePalma had zijn huiswerk wel beter kunnen maken.

Een van de glasachtige bolletjes uit de Tanis-site.

“Hij had tegen Melanie During kunnen zeggen: we gooien onze beide datasets bij elkaar. Dan was het resultaat veel sterker geweest. Want dat vind ik de grote zwakte van beide papers: de beperkte dataset. Er zijn honderden gefossiliseerde vissen aangetroffen op die site, maar ze hebben elk slechts van telkens twee stuks de botjes uitgemeten. Nochtans is die analyse helemaal niet zo moeilijk.”

“Met grote stappen snel thuis zijn: dat hebben ze allebei willen doen, omdat het zo’n spectaculair verhaal was. Het is een kwestie van botsende ego’s.”

Iedereen kent elkaar

Hoe dit ook afloopt, erg goed komt DePalma er niet uit. Wat zijn de gevolgen hiervan nu voor zijn nog jonge academische carrière?

“Als ik directeur was van een prestigieus onderzoeksinstituut, zou ik de afweging maken”, zegt Vellekoop. “Ja, je krijgt met DePalma veel media-aandacht. Dat is positief. Maar je krijgt ook veel negatieve controverse. Bovendien is er de bredere context: DePalma werkt zich in moeilijkheden met de mensen waarmee hij samengewerkt heeft. In dit wereldje, waarin iedereen elkaar kent, is dat allemaal niet bevorderlijk.”

Het rijk van de dino’s eindigde dus wel degelijk 66 miljoen jaar geleden, en dat in de lente. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Maar hoe lang DePalma’s rijk het nog zal uitzingen, dat weet niemand zeker.

Meest gelezen