Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWerk

‘Het is belangrijk om in te zien dat iederéén die werkt voor een loon met uitbuiting te maken krijgt’

Marguerite van den Berg: ‘Het stoort mij verschrikkelijk dat vakbonden die macht niet meer laten gelden. Ze hebben zich het marktdenken eigen gemaakt en denken voornamelijk in termen van het behouden van banen. Terwijl veel van die banen bullshitjobs zijn, overbodige extra radertjes in de kapitalistische machine.’Beeld Getty Images

‘Iedereen werkt te hard, niemand heeft tijd.’ Zo vat socioloog Marguerite van den Berg in Werk is geen oplossing onze staat van zijn kernachtig samen. Volgens sociaal psycholoog Devon Price lukt het ons bovendien steeds slechter om te rusten of netflixen zonder schuldgevoel, omdat we allemaal zijn gaan geloven in de laziness lie, het idee dat hard werken moreel superieur is aan ontspanning, dat onze waarde als mens afhangt van onze productiviteit, en dat we altijd meer kunnen doen. Hoog tijd dat we daartegen in opstand komen, menen de twee, en ze vinden steeds meer bijval.

De pandemie bracht het verzet in een stroomversnelling. In de Verenigde Staten spreken economen over ‘The Big Quit’, omdat sinds 2021 33 miljoen mensen hun baan hebben opgezegd, om iets te gaan doen waar ze zich wél goed bij voelen. Ook hier groeit de antiwerkbeweging en verschijnen er artikels over quiet quitting: op het werk niet meer doen dan het hoogstnodige. Op sociale media worden memes gedeeld met een vriendelijk glimlachende baas die tegen sollicitanten zegt. ‘Kijk, het zit zo: wij zuigen al je energie op en jij krijgt een beetje geld.’ Ook worden er T-shirts verkocht met de tekst: It’s not that I’m lazy, it’s that I just don’t care.

Vijftien jaar geleden kocht ik boeken over hoe ik het beste uit mezelf kon halen. Nu ben ik alleen nog maar op zoek naar informatie over hoe ik kan ontspannen en ontsnappen. En steeds moet ik denken aan wat psycholoog Paul Verhaeghe tijdens ons laatste gesprek zei: “Het is onzinnig dat onze productiviteit nu honderd keer hoger ligt dan tijdens de vorige eeuw, maar dat we tóch veel meer werken. We hebben onze samenleving zo ingericht dat ze ten dienste staat van de economie. Als je dat tot je laat doordringen, kun je niet anders dan denken: dit is knettergek.”

Marguerite van den Berg: “We werken allemaal steeds harder. Niemand die moet werken om zijn rekeningen te betalen, komt daar onderuit. Ik ook niet. Maar dat een job ons zekerheid verschaft, emancipeert en bevredigt, is allang niet meer waar. Uitbuiting is de essentie van werk in het kapitalisme.”

Dat is een extreme uitspraak, al zei ook filosoof Anton Jäger iets soortgelijks in Humo. Hij haalt, net als u, Marx weer aan.

Van den Berg: “Ja, omdat Marx’ analyse van het kapitalisme zo uitstekend is. In het dagelijkse leven reserveren we het woord ‘uitbuiting’ voor werk waarvan we het erg vinden dat mensen het moeten doen. Maar uitbuiting betekent in feite dat de baas ervandoor gaat met de meerwaarde die jij creëert. Strikt gezien hoeven we helemaal niet zo veel te werken voor wat we nodig hebben om te leven. Een groot deel van de dag creëren we dus meerwaarde die in de zakken van de baas verdwijnt. En omdat onze economie op groei is gericht, moeten we steeds meer meerwaarde produceren.”

U bent hoofddocent aan de Universiteit van Utrecht. Dat is toch geen bedrijf dat uit is op steeds meer winst?

Van den Berg: “Nee, maar ook universiteiten zijn aangetast door het efficiëntiedenken, dat mensen als machines ziet waaruit je almaar méér kunt halen. Ik geef je een voorbeeld. Tijdens corona moesten we lesgeven via filmpjes. Die filmpjes willen ze nu blijven gebruiken, zodat we we niet alleen lesgeven, maar ook elders productiever kunnen zijn.

“Nu, mijn positie lijkt helemaal niet op die van mensen die vies werk moeten doen, in fabrieken of in een magazijn bij Amazon. Dat is nog een ander soort uitbuiting. Maar het is wel belangrijk om in te zien dat iederéén die werkt voor een salaris met uitbuiting te maken krijgt. En dat de meesten van hen steeds meer moeten presteren voor hetzelfde loon. Bij elke technologische ontwikkeling – de stoommachine, het internet, artificiële intelligentie – werd ons verteld dat we minder zouden moeten werken, en dat we meer vrije tijd zouden krijgen. Dat is nooit gebeurd. We zijn net meer gaan werken, en het zal nooit genoeg zijn. We moeten ons realiseren dat de baas – en daarmee bedoel ik het bedrijf waarvoor je werkt – geen grenzen kent. Wij zullen die grens als werknemer zelf moeten trekken, omdat we anders steeds meer worden uitgeperst. Wij zullen moeten zeggen: ‘Stop! Zo is het genoeg.’”

Dat is precies wat Devon Price, sociaal psycholoog aan de Universiteit van Chicago, steeds vaker doet. Tot voor kort was hij onstuitbaar. Hij is 30, schreef al twee bestsellers, en spuide dagelijks rake maatschappijkritiek op Instagram. Maar nu verzet hij zich tegen wat hij de laziness lie noemt: onze geïnternaliseerde angst niet productief genoeg te zijn. Hij wil spaarzaam omgaan met zijn energie, en omdat interviews hem vanwege zijn autismespectrumstoornis uitputten, geeft hij die alleen nog als hij het echt nuttig vindt. En antwoorden doet hij alleen via mail.

Devon Price: “In de westerse cultuur wordt ons van jongs af ingefluisterd dat werken moreel superieur is aan ontspanning en dat het nooit genoeg is. We zijn ontzettend bang om van luiheid beticht te worden. We hebben ons gevoel van eigenwaarde bovendien leren koppelen aan hard werken, waardoor we de signalen van ons lichaam niet meer vertrouwen en niet durven toe te geven dat we moe zijn.”

Devon Price: ‘Bazen maken van ‘zorgen voor jezelf’ het zoveelste ding op jouw lijst. Daardoor wordt het een bron van stress.’Beeld rv

Jij werkte als kind op school al keihard, omdat je het gevoel had dat alles daarvan afhing.

Price: “Mijn vader was een mijnwerker en wilde mij koste wat het kost een leven als het zijne besparen. Als ik heel hard werkte, zou ik dat lot kunnen ontlopen, zei hij. Als kind leefde ik dus al met de druk van verantwoordelijk te zijn voor mijn eigen lot. Dat idee zit natuurlijk diepgeworteld in de Amerikaanse cultuur. Amerika is gesticht op basis van het geloof dat succes een kwestie is van doorzettingsvermogen. En ondertussen hebben Amerikanen met dat idee de rest van de wereld besmet.”

Filosofe Martha Nussbaum schrijft in het boekje Niet voor de winst dat het hele schoolsysteem erop gericht is productieve leerlingen af te leveren die kunnen meedraaien in de winstmachines.

Price: “Op school wordt inderdaad al de basis gelegd voor de laziness lie. Zelf zag ik ook hoe kinderen die minder presteerden in het begin wel gesteund werden, maar al snel minder aandacht kregen en langzaam afgleden. Zo leer je al snel neer te kijken op mensen die niet productief of ambitieus genoeg zijn. Ik wilde niet dat het mij zou overkomen, dus ging ik nog harder werken. Daar drijft het kapitalisme op, op die angst om niet ambitieus genoeg te zijn. Een simpel voorbeeld: in het begin van de pandemie heeft het virus zich bij ons in de VS extra snel kunnen verspreiden, omdat Amerikanen die besmet waren niet thuis durfden te blijven. Bazen moedigen het aan om toch naar het werk te komen als je ziek bent.

“Iedereen om me heen ziet zijn werk als de zin van zijn leven. We hebben onze hele identiteit aan ons werk gekoppeld. Maar er is een verschil tussen jouw belangen en die van je baas.”

Volgens Van den Berg is dat ook een reden waarom we als werknemers niet voor onszelf durven op te komen.

We zijn bang om ons werk te verliezen. Als ik me een leven zonder mijn job voorstel, denk ik meteen: wie ben ik dan nog?

Van den Berg: “De wereld waarin we leven, is helemaal gestructureerd rond werk. We moeten beseffen dat dat niet altijd zo is geweest. Het idee dat je van je baan moet houden, is vrij recent. Honderd jaar geleden zag de wereld er heel anders uit en was werk voor de meeste mensen gewoon ‘werk’, iets dat ze deden om geld te verdienen. Ik merk dat het voor veel mensen een enorme opluchting is als ik hun vertel dat ik werk voor geld.”

Is dat zo? De overgave waarmee ik aan mijn stukken werk, zou ik toch maar moeilijk kunnen opbrengen als ik het alleen maar deed voor het geld. Dat ik mijn werk graag doe, is wat me motiveert.

Van den Berg: “Iedereen wordt enorm hard gepusht om te voelen wat jij net omschreef. Want dan werk je harder en méér. Daar trappen we allemaal in.

“Kijk, we moeten leren te beseffen dat het idee dat we ons werk moeten liefhebben, ons extra kwetsbaar maakt voor uitbuiting. Want als je het zo graag doet, waarom zou je er dan eigenlijk nog veel voor betaald moeten worden? Dan doe je die overuren toch gewoon voor niks?

“Het wordt niet netjes gevonden dat je gewoon werkt voor het geld, maar ik denk dat het een belangrijke eerste stap is om dat toe te geven.”

Als dat waar was, zou u niet zo passioneel over uw werk spreken.

Van den Berg: “Het is andersom. Als je toch moet werken voor het geld, dan ga je liefst op zoek naar werk dat je niet zo heel erg vindt. Er is veel werk dat rottiger is dan het mijne. Ik heb het geluk dat ik met mijn salaris allerlei leuke dingen kan doen, maar de basis is wel dat ik moet werken. Misschien zou ik in een wereld zonder betaald werk ook een aantal van de dingen doen die ik nu doe, zoals een boek schrijven en lesgeven aan jonge mensen. Maar ik weet niet of ik de ene na de andere vergadering zou bijwonen.”

Marguerite van den Berg: ‘Bij elke technologische ontwikkeling – de stoommachine, het internet, artificiële intelligentie – werd ons verteld dat we minder zouden moeten werken, en dat we meer vrije tijd zouden krijgen. Dat is nooit gebeurd. We zijn net meer gaan werken, en het zal nooit genoeg zijn.’Beeld Marijn Smulders

Volgens Paul Verhaeghe is het knettergek dat onze maatschappij ten dienste staat van de economie.

Van den Berg: “Hij heeft gelijk. Tegenwoordig zien we een opleiding als een ‘investering’ en maken we constant de boekhouding van ons eigen leven op. Ik vrees dat dat ons helemaal uitput. Dat is het uitgangspunt van mijn boek, dat we allemaal moe zijn en denken: ‘Hoe kom ik de volgende maand weer door?’ Ik denk dat we dat gevoel serieus moeten nemen. Dat we moeten toegeven dat het zo echt niet langer gaat. Ook omdat we niet alleen onszelf, maar ook de aarde uitputten.”

Toen u zei dat werk niet emancipeert, dacht ik: mij wel.

Van den Berg: “Natuurlijk geldt dat niet voor iedereen. Maar wat me vreselijk stoort aan het huidige feminisme, is dat het vol heeft ingezet op betaald werk, waardoor alle dingen die we onbetaald doen – zoals thuis de boel draaiende houden – als minder belangrijk worden gezien. Daarmee ondermijnen we onze samenleving, want we hebben allemaal iemand nodig die naar ons luistert aan het einde van de dag, of af en toe voor ons kookt en de was doet. Het is essentieel om tijd en aandacht te geven aan elkaar, maar die tijd wordt langzaam opgevreten: iedereen werkt en is moe, en niemand heeft tijd.”

In Laziness Does Not Exist laat Devon Price veel mensen uit de lhbtiq+-gemeenschap aan het woord. Het idee dat werk wel emancipeert, is volgens Price – zelf een transgender – een mes dat aan twee kanten snijdt.

Price: “De druk om te presteren is nog groter voor minderheden. Als trans man weet ik dat de status van harde, ambitieuze werker nét die acceptatie kan opleveren van de mensen die mij anders zouden wegzetten als minderwaardig. Daardoor ben je nog kwetsbaarder voor de druk om jezelf te overtreffen.”

Bovendien, zegt Van den Berg, zijn we zorgtaken gaan uitbesteden, omdat zoveel vrouwen werken. Want het is niet zo dat mannen die in groten getale hebben opgepakt.

Van den Berg: “Ik besteed de zorg voor mijn kinderen ook gedeeltelijk uit. Maar dat lukt alleen maar als die mensen minder verdienen dan jij en ik, en zo buiten we ook weer anderen uit. Individueel zijn we misschien wel geëmancipeerd, maar collectief niet. Collectief zijn we heel onvrij geworden.”

Dat begint door te dringen en mensen beginnen zich te verzetten. De anti-werk- en anti-ambitiebeweging groeien. Dat komt ook, zegt u, omdat de verzorgingsstaat op zijn grondvesten davert. Toen die werd gesticht, was de deal: de burger gaat werken en de staat zorgt voor zekerheid. Maar die belofte komt de overheid steeds minder na.

Van den Berg: “Klopt. In de loop der jaren is die zekerheid veel voorwaardelijker geworden – je moet laten zien dat je het ‘waard’ bent om iets te krijgen. De wachtlijsten voor sociale woningen zijn ellenlang. Iedereen is gedwongen een huis te zoeken op de vrije markt. De verzorgingsstaat is geen baken van zekerheid meer. Dus mensen hebben gelijk als ze zeggen: ‘Waarom zou ik er nog in meedraaien?’

“We kunnen niet meer op de staat rekenen. De energiecrisis is een goed voorbeeld: de overheden doen wel iets, maar de vrije markt regeert. Zelfs mensen met goeie jobs beginnen te beseffen dat ze niet meer genoeg verdienen om in hun basisbehoeften te voorzien. De onzekerheid die het kapitalisme creëert, raakt ons allemaal. Dat weten miljardairs ook: die bouwen niet voor niks bunkers en raketten. Ze weten heel goed dat onze leefomgeving langzaam kapotgaat.”

Steeds meer bedrijven raden hun werknemers aan rust te nemen. Sommige bazen betalen zelfs de mindfulnesscursus van hun werknemers. Devon Price ziet het met lede ogen aan.

Price: “Om hun werknemers te kunnen blíjven uitbuiten, hebben bedrijven er belang bij het probleem van vermoeidheid en stress in jouw schoenen te schuiven. Ze maken van ‘voor jezelf zorgen’ het zoveelste ding op jouw lijst. Daardoor wordt het een bron van stress, want jij denkt de hele tijd: ik moet uitgerust zijn om straks weer te kunnen werken. Wat we écht moeten doen, is daar helemaal los van komen.”

Hoe doe je dat?

Price: “Gaan wandelen zonder je stappen te tellen. Met vrienden omgaan die je laten voelen dat je op zich waardevol bent, los van je werk. Dwalen zonder doel, verdwijnen in de natuur of in verwondering over muziek. Doelloos je tijd verspillen is niet slecht. Het is zelfs een basisbehoefte. We zijn helemaal niet gemaakt om acht uur per dag te werken. Onderzoek na onderzoek heeft aangetoond dat we niet meer dan drie à vier uur per dag productief kunnen zijn, langer houden we het niet vol. Onze hersenen zijn niet in staat om constant op één ding te focussen. Langer dan vier uur werken geeft alleen maar stress, je krijgt niet méér gedaan.”

Ik kan niet geloven dat jij maar vier uur per dag werkt.

Price: “Ik ben er nog niet, nee. Maar ik heb het geluk dat mijn job mij toelaat zelf mijn tijd in te delen. Onderzoek toont trouwens aan dat werknemers die zo kunnen functioneren minder stress hebben en tevredener zijn. Ik neem tegenwoordig lange pauzes waarin ik volledig nutteloos bezig ben.”

Zonder je schuldig te voelen?

Price: “Dat is soms nog lastig. Het is niet simpel om je los te maken van verwachtingen, en in te gaan tegen de norm dat je moet werken en niet mag luieren. Maar het is de enige manier om gezond te blijven. Nu, ik snap dat niet iedereen de luxe heeft om thuis te werken of urenlange pauzes te nemen. Soms is het gewoon een kwestie van je baas uitleggen waarom je je werk meer autonoom wil doen. Als hij het niet begrijpt, ben je gedwongen om het samen met je collega’s aan te kaarten. Of je steelt de tijd voor jezelf gewoon stiekem.”

Van den Berg is het volmondig eens met Price.

Van den Berg: “Je baas steelt genoeg tijd van jou, we moeten grenzen stellen aan de tijd die hij van ons krijgt: claim de rust die je nodig hebt.

“Veel mensen doen dat al. Ze stellen een ‘out of office’ in om even te ontsnappen, surfen erop los, nemen een langere lunch of rookpauze. Dat gebeurt lang niet altijd bewust. Soms voelen we zoveel weerstand dat we ons niet kunnen zetten tot een bepaalde taak. Dan is het verzet per ongeluk, of in ieder geval niet doordacht. Soms is het wel bewust, een manier om de baas uit te dagen en grenzen op te zoeken.”

In België is er veel discussie over quiet quitters, die op hun werk alleen het hoogstnodige doen. ‘Oncollegiaal!’ roepen de tegenstanders. Ik vind mijn baas aardig en wil het hem eigenlijk liever niet moeilijk maken.

Van den Berg: “Je kunt best een fijne relatie hebben met je directe baas – hij is vaak ook maar een tussenbaas, die zelf onder druk staat van een andere baas, of het bedrijf. Maar je verzetten tegen overbevraging begint bij te stoppen met je te identificeren met je baas. Je moet focussen op wat belangrijk is voor jou: dat je je werk kunt dragen, gezond blijft en voldoende wordt gecompenseerd – al zal dat in dit systeem nooit het geval zijn, maar goed.

Zonder mijn baas heb ik wel geen werk.

Van den Berg: “Maar hij heeft jou ook nodig. Die omdraaiing is heel belangrijk. Jij hebt óók macht. Het stoort mij verschrikkelijk dat vakbonden die macht niet meer laten gelden. Ze hebben zich het marktdenken eigen gemaakt en denken voornamelijk in termen van het behouden van banen. Terwijl veel van die banen bullshitjobs zijn, overbodige extra radertjes in de kapitalistische machine. We zouden beter helemaal anders gaan denken en proberen een leven te creëren dat niet volledig rond werk draait.”

Maar hoe dan?

Van den Berg: “Tja, telkens wanneer ik dit aankaart, moet ik altijd meteen met een kant-en-klaar alternatief komen. Dat gaat natuurlijk niet. Ik zeg dan: iedereen voelt dat er alternatieven nodig zijn en die moeten we dringend samen vormgeven en uitproberen. We zullen moeten experimenteren.”

Hmm.

Van den Berg: “De veranderingen zullen natuurlijk pijn doen. We zullen dingen waar we aan gehecht zijn moeten leren loslaten.”

U zegt dat we weer meer huizen en middelen moeten gaan delen. U hebt het zelfs over het delen van keukens. Dan denk ik: Help! Neen! Ik wil een eigen plek.

Van den Berg: “Ik zeg niet dat je geen eigen plek mag hebben, maar vraag me wel af: moet die plek jouw bezit zijn? Ik denk dat we moeten nadenken over dingen delen zonder de tussenkomst van een Silicon Valley-bedrijf, zonder apps als Vinted en Uber.”

Dat snap ik, maar zit er niks anders op dan terug te keren naar een soort dorpsgemeenschap, nadat we zoveel moeite hebben gedaan daaruit weg te raken? Ik kan me nu de ruzies al voorstellen tussen mensen die van elkaar vinden dat ze hun verantwoordelijkheid niet opnemen.

Van den Berg: “Dat is een belangrijke vraag: hoe kunnen we zo’n samenlevingsvorm organiseren? Hoe kunnen we dat doen op een manier die tot gelijkwaardigheid leidt? Je zei net dat je bang was voor de ruzies in een leefgemeenschap, maar wat denk jij dat er gebeurt tussen de vier muren van de geïsoleerde huisjes waarin we nu wonen? We wéten dat het opvoeden van kinderen in een kerngezin vaak tot geweld leidt en dat dat aanmerkelijk minder gebeurt als er meer volwassenen bij betrokken zijn.”

We zouden ook weer voor elkaar moeten gaan zorgen in plaats van het aan de staat over te laten, zegt u.

Van den Berg: “De staat laat het afweten, dus moeten we nadenken over hoe we er meer kunnen zijn voor elkaar. Mensen zijn sowieso niet gemaakt om zo geïsoleerd te leven als we nu doen. Door het neoliberale wereldbeeld zijn we onszelf allemaal gaan zien als onafhankelijke individuen, maar we zijn allemaal kwetsbaar en hebben elkaar nodig. We moeten dringend een sterke coalitie vormen van mensen die zeggen: ‘Dit kan zo niet langer!’”

De gemeenschappelijke uitbuiting kan ons binden, zegt u.

Van den Berg: “Dat is natuurlijk niet evident, want de manier waarop ik word uitgebuit, verschilt van die van een Amazon-werknemer of de poetshulp. Die verschillen moeten we niet wegstoppen, maar we moeten wel zoeken naar wat we gemeen hebben. Veel welgestelde mensen denken: ‘Mijn poetshulp heeft een probleem, maar ik zit veilig. Ik trek me terug in mijn mooie huis en de rest ziet maar.’ Maar er zijn steeds meer problemen die ze delen met hun poetshulp. Ook voor hen is de energierekening een strop om de nek. En in Italië is betaalbaar drinkwater een probleem geworden. Dat wacht ons hier ook. Hoe kunnen we een samenleving organiseren waarin iedereen schoon drinkwater heeft? Dat is misschien een vraag waarrond we die sterke coalitie kunnen beginnen te organiseren om het kapitalisme te laten capituleren.”

Uw strijdvaardigheid werkt heel motiverend. Wat zeggen uw bazen daarvan? Zijn zij blij met uw boek?

Van den Berg: “Die zien mijn boek gewoon als deel van mijn productiviteit op de universiteit en vinden het dus prima.”

Dat u uw collega’s ertoe aanzet tijd van hen te stelen stoort hen niet?

Van den Berg: “Voor zover ik weet niet. Het zelfvertrouwen van de werkgevers is enorm. Ze voelen zich heel machtig en dat zijn ze ook. Daarom moedig ik in mijn boek mensen ook uit elkaar te vertellen over de manieren waarop zij rust voor zichzelf claimen op het werk. Er zijn nog een heleboel andere manieren, die we maar beter niet publiceren...»

Devon Price, ‘Laziness does not exist’, Simon & SchusterBeeld rv
Marguerite van den Berg, ‘Werk is geen oplossing’, AUPBeeld rv