©  Shutterstock

Let op voor je badkamer en andere tips van een ex-inbreker tegen ongewenste gasten in je huis

Het zijn de kortste dagen van het jaar, en dan slaan inbrekers weer toe. Wie weet beter hoe inbrekers echt denken en handelen dan iemand die zelf jaren in het vak en nadien in de bak heeft gezeten? Hoe maken we het hen te gemakkelijk, wat schrikt hen af, en waar vinden ze meestal wat ze zoeken? Ex-inbreker Evert Jansen geeft advies.

Thierry Goeman

LEES OOK. Het is lang donker en de feestdagen komen eraan: met deze 10 tips kan je een inbraak voorkomen

Hij zat tussen 1985 en 1995 in totaal vier jaar in de cel voor woninginbraken. Vandaag is Evert Jansen (58) zelfstandig preventieadviseur en geeft hij tips om zijn ex-collega’s buiten te houden. In België en Nederland geeft hij lezingen, meestal op vraag van gemeentebesturen en politiediensten maar ook van verenigingen en zelfs verzekeringsmaatschappijen. En hij gaat vooraf zelf altijd de straat in. “Zo kan ik tijdens mijn lezingen foto’s tonen die ik eerder die dag genomen heb in hun buurt”, zegt hij. Zelfs Besafe, de preventie- en veiligheidsdienst van de FOD Binnenlandse Zaken, was onder de indruk van zijn aanpak.

1. Doe op slot wat op slot kan

Het is intussen meer dan twintig jaar geleden dat hij met een koevoet, een beitel en twee schroevendraaiers op pad ging. “Maar ik zie vandaag nog altijd dezelfde achteloosheid als toen ik inbraken pleegde. Al bemoeilijken de moderne sloten het wel om in te breken.”

Jansen toont hoe gemakkelijk je een openstaand kiepraam opent, hoeveel achterdeuren of deuren van tuinhuisjes gewoon openstaan. “Doe alle deuren op slot. Zelfs als je even boven bent of achteraan in de tuin. Een geoefende dief heeft niet veel tijd nodig om zijn slag te slaan. Hoogstens een paar minuten.”

Het valt hem ook altijd op hoeveel dure elektrische fietsen niet op slot zijn. En in hoeveel wagens of bestelwagens vol met werkmateriaal en ladders je zo maar kan instappen en zaken stelen. “Zo maak je het een dief wel heel gemakkelijk. En dat is nu net wat je niet moet doen, het een dief gemakkelijk maken. Want hoe meer moeite hij moet doen, hoe groter de kans dat hij een andere woning zoekt om in te breken.”

2. Spreek verdachte mensen in je buurt aan

Tijdens zijn wandelingen door de straten neemt Jansen foto’s, voelt hier en daar of een deur wel op slot is en gedraagt zich bewust verdacht. Een paar huizen verderop is een man in de tuin aan het werken. “Ik weet zeker dat hij me gezien heeft, ik heb nu eenmaal mijn uiterlijk ook niet mee”, zegt hij. Maar wanneer hij zijn blik op de man richt, kijkt die naar de grond en schoffelt verder.

“Buren zijn nochtans het beste alarmsysteem. Spreek mensen aan die je niet kent en die zich verdacht gedragen. Dat kan heel vriendelijk. Door goedendag te zeggen. Of door hen te vragen of ze naar iets op zoek zijn en of je hen misschien ergens mee kan helpen. Als een inbreker het gevoel krijgt dat hij is opgemerkt en dat mensen hem in het oog houden of zelfs aanspreken, zal hij zo goed als zeker snel vertrekken. Een inbreker vermijdt confrontaties”, zegt Evert Jansen.

“Hoe vaak gebeurt het niet dat je iets of iemand ziet in je buurt waarvan je denkt, dat is nu vreemd. En hoe vaak heb je dan de politie gebeld? Waarschijnlijk nooit. De politie heeft nochtans liever dat je een keer te veel belt dan dat ze nadien moeten komen om een inbraak vast te stellen.”

Daarom, zegt hij, is het goed om een bord in je straat of wijk te hebben met daarop “Buurtinformatienetwerk (BIN)”. Maar er moet dan ook wel voldoende sociale controle zijn.

Evert Jansen gebruikt nu zijn verleden om mensen te helpen  ©  Ivan Put

3. Vergeet je alarm niet (of koop een hond)

“Geef je woning altijd een bewoonde indruk: programmeer je lampen zodat ze automatisch aan- en uitgaan”, zegt Jansen. “Laat de radio aan als je ’s avonds de deur uitgaat, zorg voor verlichting met sensoren rond de woning. En als je een alarm of camera’s hebt, gebruik die dan waarvoor ze dienen. Hoe vaak staat het alarm eigenlijk af, denk je? Inbrekers weten dat ook. Begint het alarm te loeien als ze proberen binnen te geraken, nemen ze de benen. Anders breken ze binnen. Dat zullen ze niet doen wanneer er een blaffende hond rondloopt. Inbrekers zijn als de dood voor honden.”

LEES OOK: Politie waarschuwt voor inbrakenplaag: daders slaan vooral in de vooravond toe

4. Doe alsof je níét op vakantie bent

Vakantie, nog zoiets, zegt de gewezen inbreker. “Je bent snel geneigd om je skivakantie aan te kondigen op sociale media. Of om foto’s te posten vanop de piste. Maar inbrekers kunnen ook lezen, vergeet dat niet. In mijn tijd bestond er nog geen Facebook. Maar ook als je een paar dagen voor je vertrek je auto begint in te laden of de dakkoffer al installeert, is dat vragen om problemen.”

Zorg er daarom ook voor dat iemand van de buren een auto op je oprit parkeert als je op vakantie gaat, geeft Jansen als raad mee. Je moet vermijden dat je huis een lege indruk geeft. Vraag daarom aan je buren ook om de brievenbus leeg te maken. “Want dat zijn allemaal zaken waar een inbreker op let als hij zijn doel kiest.”

5. Maak van je badkamer geen schatkamer

Uit onderzoek van de federale politie blijkt dat er in 2020 gemiddeld 94 keer per dag werd ingebroken in ons land en dat inbrekers vooral uit zijn op goud, geld en juwelen. En die liggen te vaak voor het rapen. Inbrekers die ‘hun job kennen’, beginnen altijd boven te zoeken. “In de slaapkamer van de ouders. De kleerkast, de nachtkastjes. Maar vooral de badkamer is interessant. Mevrouw wil wanneer ze uit de douche komt direct haar juwelen kunnen omdoen. Ringen, armbanden, uurwerken. In veel woningen is de badkamer een echte schatkamer en ligt alles er zo maar voor het oprapen voor inbrekers.”

Ook beneden is er volgens Jansen altijd wel wat te vinden in de jassen die in de vestiaire hangen. “En in de kast met de papieren van de bankzaken. Betaalkaarten. En wie goed zoekt, vindt vaak ook nog een pincode. Dat is natuurlijk het mooiste geschenk wat een inbreker zich kan inbeelden.” Leg juwelen en goud beter in een kluisje dat in de muur verstopt en verankerd is. En als je je pincode dan toch wil opschrijven, doe het dan bijvoorbeeld als een telefoonnummer in de contacten van je gsm. Onder een fictieve naam en verstopt in een fictief telefoonnummer waarvan de laatste vier cijfers je persoonlijke code is, zo klinkt het nog.

Info: evertjansenpreventie@gmail.com