Crisis in de kinderopvang, hoe geraken we hieruit?

Sinds er in februari dit jaar een baby overleed in een kinderdagverblijf is de kinderopvang niet meer uit de actualiteit weg te branden. Waar staan we nu? En misschien nog een belangrijkere vraag: kan je als ouder nog vertrouwen hebben in de kinderopvang?

Lutgard Vrints, beleidsmedewerker Gezinsbond

Het regende dit jaar sluitingen in de kinderopvang: gedwongen sluitingen na een inspectie maar ook door personeelstekort. Er kwamen acties van de sector en de ouders, waaronder de Gezinsbond. Er kwam een parlementaire onderzoekcommissie die in juli klaar was met een hele reeks aanbevelingen. Maar wat leverde ons dat allemaal op?

Laat ons beginnen met een geruststelling: de Vlaamse kinderopvang levert doorgaans goed werk. Het overgrote deel van de kinderen voelt zich gemiddeld genomen goed in de opvang. Dat leerde ons de allereerste wetenschappelijke kwaliteitsmeting in de kinderopvang in 2016. Over een goed jaar krijgen we een nieuwe doorlichting, en voorlopig lijkt het er niet op dat de kinderopvang “gemiddeld” onvoldoende zou scoren. Maar ‘gemiddeld goed’ is niet genoeg én een gemiddelde verhult de uitschieters naar boven en naar beneden. We weten intussen allemaal dat de eerste duizend dagen een belangrijke periode zijn in het leven van een kind. De kinderopvang moet daaraan bijdragen en rekening houden met wat kinderen aankunnen en nodig hebben. Daarom moet er extra geïnvesteerd worden in de kinderopvang.

De Vlaamse regering beloofde in haar Septemberverklaring 100 miljoen extra voor de kinderopvang per jaar. Dat lijkt een groot bedrag maar het is niet voldoende want ook de uitdagingen zijn niet min. We moeten niet alleen meer opvangplaatsen hebben, de opvangplaatsen moeten ook duurzaam zijn. We hebben niets aan opvangplaatsen zonder kinderbegeleiders, als die wegblijven door de hoge werkdruk of het lage loon. Als ouders willen we niet alleen een opvangplaats waar we op kunnen rekenen, maar ook opvang die onze kinderen doet groeien en bloeien door voldoende veiligheid, aandacht, liefde en verzorging aan te bieden.

Om dat allemaal te kunnen bieden moet de basiskwaliteit van de opvang beter. Door minder kinderen per begeleider, door betere opleidingen, door kleinere groepen baby’s én peuters. Het personeel heeft ook nood aan kindvrije uren, wat permanente bijscholing en onderling overleg mogelijk maakt. Betere opleidingsvereisten van kinderbegeleiders zijn nodig. Er mogen zeker geen lagere opleidingsvereisten komen, waarvoor soms gepleit wordt.

Ook de arbeidsomstandigheden en de verloningen moeten beter, zodat mensen hun job en de sector niet onmiddellijk verlaten. Baby’s en peuters hebben ervaren kinderbegeleiders nodig, en vertrouwde gezichten zijn belangrijk voor hen.

Met de huidige 2.000 euro per opvangplaats per jaar die de Vlaamse overheid in kinderopvang investeert, kunnen we niet voldoende kwaliteit bieden. Dat bedrag moet dus naar omhoog, zoals in alle landen die het beter doen. Dat dit niet meteen mogelijk is, begrijpen we, maar er moet een duidelijk tijdspad uitgetekend worden om deze doelstellingen te halen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer