Vlaamse regering maakt 70 miljoen euro vrij om energiekosten in welzijns- en zorgvoorzieningen te drukken

De grootste hap uit het budget gaat naar de residentiële voorzieningen, zoals woonzorgcentra, voorzieningen in de jeugdhulp en voorzieningen voor personen met handicap. Die voorzieningen worden extra geconfronteerd met de gestegen energiekost omdat zij dag en nacht zorg en warmte moeten bieden aan hun bewoners.

Veel residentiële voorzieningen rekenen een dagprijs of woon- en leefkosten aan, maar die blijkt nu onvoldoende te zijn om de energiekosten te dekken. Daarom krijgen woonzorgcentra en woonvoorzieningen voor mensen met een handicap een extra subsidie van 364 euro per plaats, bovenop de eigen bijdrage van de bewoner. In totaal wordt daar 36,5 miljoen euro voor uitgetrokken. Voor de residentiële jeugdhulp wordt dat bedrag verdubbeld: 728 euro per plaats/VTE. Daar bedraagt de totale subsidie 6,2 miljoen euro.

Naar de kinderopvang gaat in totaal 15,7 miljoen euro. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kinderopvang en buitenschoolse opvang. Een initiatief in de kinderopvang voor baby's en peuters mag rekenen op een subsidie van 120 euro per erkende opvangplaats. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er voor een onthaalouder met 8 vergunde plaatsen in een tussenkomst van 960 euro is. Voor de buitenschoolse opvang is dat 70 euro per erkende kleuteropvangplaats. In totaal gaat het bij de kinderopvangvoorzieningen om 12,3 miljoen euro en bij de buitenschoolse opvang om zo'n 3,4 miljoen euro.

Voor de niet-residentiële voorzieningen, waar ambulante hulp verleend wordt, wordt er een bedrag van 218 euro per aanwezige werknemer uitgetrokken. Dit komt neer op een totaal budget van 5 miljoen euro. 

Tot slot gaat er ook 3,5 miljoen euro naar laagdrempelige ontmoetingsplaatsen. Dat zijn plekken waar ouderen of kinderen overdag samen komen of zorg krijgen.