Direct naar artikelinhoud
InterviewBurgemeesters De Wever en Aboutaleb

Burgemeesters Bart De Wever (Antwerpen) en Ahmed Aboutaleb (Rotterdam): ‘De Europese politieke elite pleegt al jaren schuldig verzuim, vaak omdat ze zelf aan de drugs zit’

Ahmed Aboutaleb en Bart De Wever.Beeld Aurélie Geurts

Bart De Wever (51) en Ahmed Aboutaleb (61) bestieren als burgemeesters van Antwerpen en Rotterdam allebei een havenstad die de favoriete speeltuin van de georganiseerde drugsmisdaad is. Begin dit jaar trokken ze samen op missie naar Colombia, waar hele scheepsladingen cocaïne richting Europa vertrekken. Daaruit bloeide een verrassende vriendschap tussen de nog altijd populairste rechts-conservatieve politicus van Vlaanderen en de socialistische Nederlandse Marokkaan, die vorig jaar tot beste burgemeester van de wereld werd gekroond.

Het interview vindt plaats na een themadag van de N-VA over inburgering en integratie, waar Ahmed Aboutaleb als gastspreker zijn levensverhaal heeft verteld. Hoe hij op zijn 15de met zijn familie naar Nederland verhuisde vanuit een Marokkaans dorpje, waar hij op blote voeten liep en weleens met honger naar bed ging. Hoe hij op weg van de luchthaven naar Den Haag van nul tot tien leerde tellen in het Nederlands. En hoe moeilijk hij het vond om zich aan te passen aan ‘onbegrensde vrijheid’ in Europa.

Ahmed Aboutaleb: “Ik vond het erg dat er negatief werd gesproken over de Koran, die mij zo dierbaar was. Het heeft twintig jaar geduurd voor ik begreep dat ik niet het recht had om niet beledigd te worden. Pas toen ik Voltaire had gelezen, begreep ik het. Daarom heb ik één aanbeveling: geef nieuwkomers niet alleen taal- en inburgeringslessen, maar ook een boek van Voltaire in hun moedertaal, zodat ze begrijpen aan welk kompas ze moeten voldoen, en dat die immense vrijheid er is om hen te beschermen. Zonder die vrijheid zouden hier geen moskeeën zijn.”

Na uw speech gaven andere sprekers kritiek op de moeilijke integratie van moslims.

Aboutaleb: “Dat kan ik hebben. Je moet niet blind zijn voor bepaalde feiten. Als je idiote ideeën hebt, hoor je hier niet thuis. De terreuraanslagen hebben veel mensen het leven gekost, maar ik verdraag niet dat alle andere moslims in dezelfde hoek worden geduwd.”

Bart De Wever: “Ik vond het verrijkend dat een gelovige moslim ons kwam toespreken, omdat elk westers publiek een gekleurd beeld heeft van moslims. De radicale islamisten zijn voor jullie wat extreemrechts is voor ons: ze verpesten het voor iedereen. Er hangen enge lieden rond de islam, maar ­daarom is de islam nog geen enge godsdienst. Een verlichte islam moet een constructief onderdeel worden van onze identiteit. Het boek dat ik vorig jaar met imam Khalid Benhaddou heb geschreven, gaat daarover.”

Aboutaleb: “De islam kan perfect gedijen onder de vleugels van de verlichting. In de Koran staat: ‘U heeft een geloof, ik heb een geloof.’ Er staat nergens dat je ongelovigen moet vermoorden of vrouwen de hand niet mag schudden.”

Na de WK-wedstrijd waarin Marokko de Rode Duivels versloeg, braken er in Belgische en Nederlandse steden rellen uit. VB-parle­mentslid Chris Janssens juichte dat Vlaams Belang de wedstrijd had gewonnen.

De Wever: “Het is bedenkelijk dat Vlaams Belang zich verkneukelt in geweld en vandalisme. Die taferelen tonen nog maar eens aan dat een aantal jongeren in onze steden lak heeft aan alles. Ze verwerpen onze samenleving en kiezen voor patsergedrag, marginaliteit en criminaliteit. Als je hen daarop aanspreekt, ben je een racist en ligt de schuld bij de maatschappij. Het ergste is dat sommige partijen dat zelf gezochte slachtofferschap nog bevestigen ook.”

Twijfelaar

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

De Wever: “Op een congres in Singapore stelde Ahmed voor om elkaar beter te leren kennen bij een ontbijt. Ik volgde hem al lang. Het viel me op dat hij als linkse politicus naar veiligheid en openbare orde kijkt alsof het geen rechtse thema’s zijn. Zelf weiger ik ook om racisme en discriminatie als linkse thema’s te zien. Je moet dat oplossen, punt.”

Aboutaleb: “Ons ambt heeft ons bij elkaar gebracht. We leiden allebei een Europese havenstad met veel nationali­teiten en soortgelijke vraag­stuk­ken. ‘Zullen we ­samenwerken?’ Daar kwam dat eerste ontbijtgesprek op neer.”

Herkenden jullie ook iets in elkaar op persoonlijk vlak?

Aboutaleb: “Bart is een bijzonder mens. Ik maak wel een onderscheid tussen de burgemeester en de partijvoorzitter. Als leider van de N-VA moet hij zijn rol vervullen. Ik ben het niet altijd eens met wat hij zegt, maar we kunnen wel vrienden zijn. Tijdens onze reis naar Zuid-Amerika zaten we samen urenlang in de wagen. Dan merk je hoe dicht je bij elkaar staat.”

De Wever: “Ik luister graag naar Ahmed, zelfs als ik het niet eens ben met hem. Dat is vrij zeldzaam. Het is ook niet makkelijk om dan met betere argumenten te komen. Daarnaast is er de menselijke appreciatie. We hebben twee weken intensief gereisd en dat is altijd een test: je kunt een tijdje doen alsof, maar geen veertien dagen lang. Op de laatste dag was het nog ­altijd lachen, gieren, brullen op de informele momenten.”

Aboutaleb: “We hebben één goeie afspraak: ik mag Marokkanen-grappen maken, hij niet (hilariteit). Weet je wat ik jammer vind? Dat het debat soms zo hevig en persoonlijk wordt. Dat politici elkaar uitkafferen en beledigen, waardoor ze burgers de legitimiteit geven om ook lelijke dingen te zeggen en te doen. Dat is de ziekte van deze tijd, net als de twijfel die verdwijnt. Zelf laat ik veel ruimte voor twijfel: ik spreek vaak met mijn voorlichtster over wat beter kan. Maar op het publieke forum weet iedereen het allemaal zeker. We plaatsen mensen in hokjes en creëren een onleefbaar klimaat. Ik wil graag dat dat verandert en dat deel ik met Bart.”

De Wever: “Ik ben een pathologische twijfelaar.”

Aboutaleb: “Dat is een zegen.”

Over naar een harde zekerheid: sinds 1 juli vonden er in Antwerpen al veertig aanslagen plaats in het drugsmilieu. Ook in Rotterdam regent het gewelddadige afrekeningen en schietpartijen. Hoe is het zover kunnen komen?

De Wever: “Alles is ­begonnen bij de ziekelijke Europese drugsconsumptie, en de landen die daaraan hebben toegegeven door het spul te legaliseren. Zo heeft Nederland criminele cannabismiljonairs gecreëerd, die sinds de eeuwwisseling ook in coke begonnen te doen. Eerst in Rotterdam, later ook in Antwerpen. Ik wil de grens tussen onze landen graag zien ­verdwijnen, maar voor de criminelen bestaat die al lang niet meer. Van de aanslagen die de laatste maanden zijn gebeurd, hebben we vrijwel alle ­daders gepakt: ze komen bijna allemaal uit Nederland en de meesten zijn piepjong. In mijn eigen straat zijn drie gastjes opgepakt met kalasjnikovs en brandbommen. Ze waren 19, 17 en 16 jaar. Die 19-jarige hadden ze nodig om met de auto te rijden, dat konden ze moeilijk aan hun mama vragen. Die jongens worden gestuurd door untouchables die op een strand in Dubai of ­Marokko hun orders versturen via cryptofoons. En het gaat om steeds meer geld. Toen ik tien jaar geleden burgemeester werd, namen we 5 ton coke in beslag, vorig jaar 90 ton, dit jaar gaan we boven de 100 ton.”

Aboutaleb: “We hebben het probleem te lang genegeerd. Gelukkig krijg ik van de Nederlandse regering 16,5 miljoen euro per jaar voor de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Dat geld gaat naar extra capaciteit bij politie, parket en douane, en naar scanners en helikopters.”

Criminologen zeggen: hoe harder de repressie, hoe kwetsbaarder haven- en douanemedewerkers worden voor corruptie.

Aboutaleb: “De corruptie heeft juist kunnen gedijen omdat we nooit hebben ingegrepen.”

De Wever: “Exact. Toen de versleutelde berichtenapp Sky ECC werd gekraakt, kreeg ik een dubbele schok. De meest gebruikte mast voor cryptoberichten bleek zo goed als naast mijn woning te staan – dat zegt veel over mijn buren. De tweede stond nabij een haventerminal op Linkeroever, waar niemand woont. Toch gingen er elke nacht cryptofoons aan, gebruikt door havenpersoneel. We moeten die mensen beter beschermen.”

Aboutaleb: “Douaniers en havenarbeiders mogen niet meer vooraf weten waar ze die dag zullen werken en welke containers ze moeten scannen of verplaatsen. Alles moet door minstens vier ogen gezien worden. In januari starten de rederijen ook met pincodes: als een truckchauffeur zich aanmeldt, heeft hij een code nodig om een container mee te krijgen. Als die code in verkeerde handen valt, kan ze 150.000 euro opbrengen. Maar met digitale codes die je last minute verstrekt, wordt die kans kleiner. Ik wil ook dat rederijen geen privételefoons meer toelaten op het haventerrein, zodat personeelsleden niet meer kunnen appen of foto’s maken.”

Uw droom is om álle fruitcontainers uit Zuid-Amerika te controleren, maar volgens de douane en de rederijen is dat niet realistisch, omdat de vertraging te groot wordt voor die verse producten.

Aboutaleb: “Ik vind dat wél ­realistisch. Het is flauwekul dat die bananen niet meer eetbaar zullen zijn. Als ik ze in de supermarkt koop, zijn ze groen en duurt het soms nog zeven dagen voor ik ze kan eten.”

De Wever: “Maar dat haalt weinig uit als wij in Antwerpen niet kunnen volgen. Dan zal de coke nog meer via ons binnenkomen. 80 procent van de cocaïne die in Antwerpen aankomt, zit een dag later in Nederland.”

Aboutaleb: “Niet voor consumptie, hè, daarvoor is onze markt te klein.”

De Wever: “Na onze trip naar Colombia zijn we in Nederland drie keer gehoord, door de premier en alle bevoegde ministers. In België heeft premier De Croo ons ­ontvangen, maar er gebeurde niets. Onder druk van de aanslagengolf in mijn stad heeft hij maanden later een hoogmis georganiseerd in een gigantische zaal, met heel veel burgemeesters die geen problemen hebben met de georganiseerde misdaad, maar wel vonden dat ze ook iets moesten zeggen. De vis werd verdronken in een oceaan. Alleen Vincent Van ­Quickenborne (Open Vld-minister van Justitie, red.) heeft mij tijdens een apart onderhoud concrete dingen beloofd. Hopelijk maakt hij die waar.”

Kogels en granaten

Vooruit-kopstukken ­Johan Vande Lanotte en Louis Tobback zeiden in Humo dat u de war on drugs nooit kunt winnen. ‘Bart De Wever heeft tien jaar geleden de oorlog verklaard en nu hij aan het verliezen is, moeten de anderen het oplossen.’

De Wever: “De war on drugs is – laat de trombones maar knallen – een groot succes in Antwerpen! We verrichten duizenden drugsgerelateerde arrestaties per jaar, we zijn de veiligste grootstad van België geworden en de criminaliteit is met een derde gedaald.”

Dat succes gaat dan wel gepaard met brandbommen en schietpartijen.

De Wever: “Die incidenten bewijzen net dat het wereldje onder druk staat. Ze zijn het gevólg van onze successen. Er zijn heel veel mensen gearresteerd in de keten – bij politie, justitie, stadsdiensten, havenbedrijven – en die moeten nu vervangen worden om het spul bij de consument te krijgen. Daar loopt veel fout en dan krijg je geweld. Als je dat wilt uitroeien, ben je als burgemeester snel uitgespeeld. Ik bewonder de mensen van het Antwerpse parket en de gerechtelijke politie voor de mirakels die ze met zo weinig middelen verrichten. De onderbemanning is schrijnend. Onze scheepvaartpolitie moet met enkele tientallen mensen een haven van 120 ­vierkante kilometer beveiligen tegen bendes met oorlogswapens. Dat is geen eerlijke strijd, maar het is quatsch dat de war on drugs verloren is. Dat Johan Vande Lanotte zoiets zegt, vind ik teleurstellend, want hij is een ernstige mens. Louis Tobback is een karikatuur van zichzelf geworden en vertelt altijd onzin over de N-VA. Ik lees zijn interviews zelfs niet meer.”

Louis Tobback vindt ook dat het tekort aan politiemensen te danken is aan Jan Jambon (N-VA), die als minister van Binnenlandse Zaken ‘de veiligheidsdiensten heeft gekraakt met besparingen’.

De Wever: “De Zweedse regering heeft bespaard, maar niet op de ­veiligheidsdiensten. De federale politie zat al veel langer krap. Jan heeft geprobeerd om dat recht te zetten, maar na de ­terreuraanslagen ging alle energie naar antiterreur. We hebben fantastische resultaten geboekt, maar het is een feit dat de federale politie niet in optima forma is overgedragen aan de Vivaldi-regering. Sindsdien trappelen we ter ­plaatse. Ik zie Annelies Verlinden (cd&v-minister van Binnenlandse Zaken, red.) vaak: zij is van goede wil, maar ze krijgt niks gedaan. Dat is niet eens haar schuld: ze zit niet in het kernkabinet (de premier en de vicepremiers, red.) en helaas doet Vincent Van Peteghem (cd&v-minister van Financiën, red.) niks voor haar. Ze had de politie opslag beloofd, maar het kernkabinet heeft haar akkoord met de vakbonden over meerdere jaren gespreid. Ze hebben haar compleet vernederd.”

Ze heeft toch extra geld en manschappen beloofd voor de federale politie?

De Wever: “Ja, maar ik zie daar nog niks van. Ook onze wetten trekken op niks. Kent u de case van het pannenkoekenhuis in Antwerpen? Nog vóór dat openging, vloog er al een granaat door het venster. De eigenaar is een beruchte familie waarvan alle panden met de regelmaat van de klok worden beschoten. Bon, ik sluit dat pannenkoekenhuisje, omdat het geweld aantrekt, maar de Raad van State fluit mij terug: ik heb het slachtoffer gestraft en dat mag ik als burgemeester niet. Ahmed lacht mij uit als ik zoiets vertel.”

Aboutaleb: “Ik kan zulke zaken sluiten en die mensen eruit zetten. Maar als ze naar een andere gemeente verhuizen, mag ik de burgemeester niet bellen om hem te waarschuwen dat hij hen in het oog moet houden. Onze privacywetgeving beschermt criminelen. Is dat niet idioot?”

De Wever: “Wij hebben alle dubieuze massagesalons, waar prostitutie of mensenhandel achter zat, uit Antwerpen ­verdreven door een streng reglement op te leggen en hen plat te controleren. Als ik zag dat de zaakvoerder in een andere gemeente iets opstartte, belde ik de burgemeester om hem te waarschuwen.”

Moord voor 250 euro

Hoe staat u tegenover legalisering van drugs?

De Wever: (gooit de handen in de lucht) “Allee, daar gaan we weer!”

Aboutaleb: “In mijn gemeenteraad pleiten mensen daarvoor, ‘want dan is de ellende weg’. Dan zeg ik dat ik ook een wens heb: ik zou het fantastisch vinden als de zon in het westen opkomt. Maar dat zal niet gebeuren.”

Je zou ook kunnen zeggen: de strijd tegen drugs heeft wereldwijd nog niet zoveel opgeleverd, dus laten we die legalisering een kans geven.

Aboutaleb: (fel) “Vertel mij eens: welke strijd? Wij zijn de eerste twee burgemeesters die beleidsmatig iets in gang hebben gezet om die strijd te voeren.”

De Wever: “De Europese politieke elite pleegt al jaren schuldig verzuim, vaak omdat ze zelf aan de drugs zit en de link niet ziet tussen een occassioneel lijntje en de georganiseerde misdaad. De Colombianen zeggen dat Europa het walhalla is voor hen: politici liggen er niet wakker van, justitie werkt niet samen, er zijn heel veel grenzen, de gevangenisstraffen zijn belachelijk in vergelijking met die in de VS en er zijn consumenten zat. En dan maar zeggen dat de war on drugs niet werkt?! Begín er eens aan! Het debat over legalisering is een schaamlapje om de strijd niet te hoeven voeren. Door operatie-Sky ECC boeken we eindelijk eens een succes en dan zegt links: ‘Oei, geweld! Legaliseer het! Dan verdwijnen alle problemen als sneeuw voor de zon!’ Waar men dat geprobeerd heeft, wordt het tegendeel bewezen, zoals in Canada.”

Toch vindt uw coalitiepartner Vooruit bij monde van schepen Jinnih Beels dat de overheid de productie, verkoop en consumptie van coke moet controleren.

De Wever: “Dat is crazy. Er zíjn al drugs gelegaliseerd: alcohol en nicotine. Daar gaan honderdduizenden gezinnen aan kapot, het zijn belangrijke doodsoorzaken. Hoe kún je er dan voor pleiten om nog zwaardere producten op die lijst te zetten? Dat is totaal immoreel en het doet de criminaliteit niet opdrogen. Dit is een business van criminele miljardairs. Als je die business legaliseert, geef je hen een legale voordeur, maar aan de achterdeur zullen ze zwaarder spul illegaal blijven aanbieden. Als je legaliseert, moet je álles legaliseren, in alle landen.”

Spreken jullie weleens met jonge dealers?

Aboutaleb: (lacht) “Ik doe niet anders. Die jongens ­lachen met leeftijdsgenoten die in een hamburgertent gaan werken: ‘Wij hebben Louis Vuitton-tasjes en een Mercedes.’ Dan vraag ik: ‘Heb je er wel eens over nagedacht dat je ook een kogel kunt krijgen?’”

De Wever: “Je kunt hun wel zeggen: ‘Eerlijk duurt het langst, ga naar school, zoek werk, een wederhelft en een woning.’ Maar je moet concurreren met criminelen die hun 8.000 euro cash geven om te dealen of even op de uitkijk te staan. Daarmee kunnen ze op een partyvlucht naar Ibiza. Links zegt dat ik meer moet investeren in de jeugd- en wijkwerking, en dat doe ik, maar je kunt geen wonderen verwachten, zolang die gasten zien dat drugscriminelen in hun gemeenschap aanzien genieten, de moskeewerking sponsoren, vastgoed kopen, winkels hebben en grote sier maken in Dubai.”

Meneer Aboutaleb, u had het vroeger niet breed thuis. Kunt u zich in de positie van die jongeren verplaatsen?

Aboutaleb: “Als kind vond ik het een groot onrecht dat ik in armoede moest opgroeien. Ik begreep niet waarom anderen in het dorp wel een auto, een tv en elke dag vlees hadden. Maar ik heb hard gewerkt om uit de armoede te raken. Lol trappen en uitgaan heb ik weinig gedaan in mijn jeugd. Ik begrijp dus in welke positie die jongeren zitten, maar ik wil níét begrijpen dat armoede tot criminaliteit leidt. Je moet een persoonlijke strijd ­voeren, onderwijs volgen en je talenten benutten. Jonge dealers moeten aan gewetensonderzoek doen. Beseffen dat ze hun medemens vergif toedienen. Als je weet dat je iemand hebt omgelegd voor 150.000 euro, hoe kun je dan slapen? Is het fijn dat je daar 10.000 euro van aan je moeder kunt geven? Zou ze dat geld willen als je haar het eerlijke verhaal vertelt?”

De Wever: “Als je in een arme Antwerpse wijk opgroeit, ben je nog altijd steenrijk in vergelijking met de rest van de wereld. Criminaliteit blijft een keuze en zodra je erin zit, gaat het razendsnel. Jij spreekt van 150.000 euro, maar er zijn gasten die bereid zijn om ons neer te leggen voor 5.000 euro. En de Surinamers uit Amsterdam komen al voor 250 euro. Jongens van 17 rijden met een kalasjnikov naar een adres dat in hun gps is getikt, om te schieten op iemand die ze niet kennen.”

Aboutaleb: “Vaak worden jongeren met een verstandelijke beperking gerekruteerd, omdat die niet altijd in staat zijn het verschil tussen goed en kwaad te zien. Wij proberen die jongeren al in het onderwijs intensief te begeleiden, om te vermijden dat ze in verkeerde handen vallen.”

De Wever: “Dat gebeurt bij ons ook. Maar vroeg of laat valt er in Antwerpen een vergisdode. We zijn al twee keer goed weggekomen. Een oude dame lag in haar zetel en zag plots een regen van kogels boven haar hoofd vliegen. Een andere keer werd er om tien uur ’s avonds op een verkeerd adres geschoten in Wilrijk. De kogels sloegen naast de deur van de kinderkamer in. Zolang het gaat over geweld tussen criminelen, zeggen veel mensen: laat ze elkaar maar afknallen. Maar als er een onschuldig slachtoffer valt, staat de wereld stil. Dan gaan ze met de vinger wijzen: welke politicus is hiervoor verantwoordelijk?”

Aboutaleb: “De persoon die in het weekend coke snuift, zou die weten dat dat lijntje iemand dertig kogels heeft gekost? Beseft hij dat hij een keten van geweld in stand houdt? En dat daardoor honderden jongeren in onze oude wijken afglijden in de criminaliteit? Met een campagne op festivals proberen we dat besef erin te hameren.”

Kind aan drugs

In september moest minister Van Quickenborne met zijn gezin onderduiken in een safehouse, nadat een poging om hem te ontvoeren was verijdeld. Die opdracht kwam uit het drugsmilieu.

De Wever: “Ik voorspel dat al jaren. Die bijna-ontvoering is het eerste teken dat we onderweg zijn naar echte narcoterreur, waarbij het geweld zich niet meer beperkt tot de onderwereld, maar ook mensen van de bovenwereld worden belaagd en vermoord, zoals in Nederland al is gebeurd.”

Aan de tafel naast ons zitten acht potige mannen.

De Wever: “Eén van mij, zeven van hem. Dat is het verschil tussen België en Nederland.”

Aboutaleb: “Een pretje is die constante beveiliging niet, maar het is goed dat ze er is.”

De Wever: “Ik heb dezelfde ervaringen als de onfortuinlijk vermoorde journalist Peter R. de Vries, die op een gegeven moment permanente beveiliging weigerde. Hij zei: ‘Als je plots telefoon krijgt, zijn ze er. Een paar maanden later zijn ze weer weg. Wat later zijn ze terug, daarna weer weg. Ik word daar gek van.’ Als de beveiliging stopt, weet je niet waarom. Dat mogen ze je niet zeggen. Tijdens de terreurcrisis was er een concreet plan om mij te vermoorden. Maar wie daarachter zat, en of die mensen zijn gepakt? Geen idee.”

Hoe bang zijn jullie dat jullie kinderen aan het spul raken?

Aboutaleb: “Een kind met een verslaving is de nachtmerrie van elke ouder. Ik ben hard voor anderen, dus ook voor mijn eigen ­kinderen. Je moet het gesprek met hen aangaan: over het gemak waarmee je in die wereld kunt terechtkomen. Dealers sparen kosten noch moeite om iemand verslaafd te maken: ‘Komaan, doe mee, het is toch gezellig?’ En voor je het weet, zit je in de penarie.”

De Wever: “Een kennis van me heeft al twee keer een overdosis gehad. De ­tweede keer hadden de dokters hem bijna opgegeven. Toen hij op zijn ziekbed lag te recupereren, zat er een dealer in zijn kamer, en niet om een fruitmand te komen afgeven, hè. Ze achtervolgen je tot in je kist. Ben ik bang voor mijn kinderen? Doodsbang! Toen ik jong was, dronken wij bier. Van drugs wist ik niks. Nu kunnen ze er overal aan raken, zelfs op school. Vooral cannabis is sociaal aanvaard, maar dat is helemaal niet onschuldig. Een toxicoloog vertelde me dat een patiënt zijn twee oogballen had uitgelepeld tijdens een psychose door het gebruik van cannabis. Ik huiver bij het idee dat mijn kinderen daaraan zouden zitten, laat staan aan synthetische drugs of coke.”

Aboutaleb: “We hebben te lang gedacht: cannabis doet niks. Nu weten we dat het desastreuze effecten heeft op het hersenvolume van jongeren tot 25 jaar. Het maakt hen letterlijk dom. Toch gedogen we dat jongeren al vanaf 18 jaar wiet roken. Dat kan dramatische gevolgen hebben, want er is ook een link met schizofrenie.”

Zou u het Nederlandse gedoogbeleid dan afschaffen?

Aboutaleb: “Ik blijf liever bij de feiten, dan kunnen mensen zelf hun conclusies trekken. In Rotterdam en omgeving zijn er meer dan honderdduizend mensen die dagelijks gebruiken. Bij een verbod moet je die allemaal controleren. Dat is onbegonnen werk. Het is beter om tegen ouders te zeggen: laat je kinderen niet gebruiken.”

De Wever: “Maar als we de perceptie over drugs willen keren, zal ook de audiovisuele cultuur moeten veranderen. Drugs worden te vaak verheerlijkt. Een crimineel bestaan is in films en tv-series zelfs een recept voor een spannend leven met mooie vrouwen, blitse wagens en ongelofelijke luxe.”

Is dat dan niet de realiteit?

De Wever: (boos) “Maar nee! Het is doffe ellende. Verslaving. Paranoia. Altijd bang moeten zijn om opgepakt of neergeknald te worden. Dat wil je toch niet?”

© Humo