“Die record-aangroei is toe te schrijven aan een alweer complexere hypotheekfiscaliteit, de wildgroei aan belastingtarieven op roerende inkomsten, de speculatiebelasting en de nieuwe fiscale stimuli voor horecapersoneel en personen in SWT (het voormalige brugpensioen, red.)”, zegt fiscalist Jef Wellens van Wolters Kluwer op Taxworld.be.

Opgelet bij woonleningen

Het vak waar u de betaalde intresten en kapitaalaflossingen van de lening voor uw woning aangeeft, telt inmiddels 161 verschillende codes,of 30 meer dan vorig jaar. Dat is te wijten aan nieuwe fiscale structuren in Vlaanderen en Wallonië. “Zo kennen we in Vlaanderen de nieuwe ‘geïntegreerde woonbonus’ en in Wallonië de ‘Chèque Habitat’”, aldus Wellens.

“Meer dan ooit is het af te raden om zonder enige voorkennis het labyrint van vak IX te betreden.” Wellens bedoelt daarmee het vak dat onder meer over hypothecaire leningen handelt. “ Een voorbeeld? Als u in het Vlaamse gewest woont en in 2016 leende, bv. voor de financiering van een zonnepaneelinstallatie op uw woning, aanvullend op een lening die u al sloot vóór 2016, bv. voor de aankoop van die woning, en u geeft ‘nietsvermoedend’ beide leningen aan, dan speelt u de veel voordeligere Vlaamse woonbonus van uw aankooplening kwijt. Definitief en onherroepelijk.”

U moet de “aangifteklus” van uw hypotheek dus zelf klaren. “Al dan niet met behulp van software of een boekhouder. Want hoewel banken en andere kredietgevers de gegevens van de hypotheekattesten vanaf dit jaar automatisch uitwisselen met de fiscus, worden de hypotheekcodes, naar verluidt, nog niet vooraf ingevuld in Taxonweb, laat staan geoptimaliseerd.”

Roerende inkomsten

En ook dit jaar wordt weer gesleuteld aan de belasting op intresten, dividenden, inkomsten uit de verhuring van roerende goederen zoals auto’s of meubilair. Zo is het tarief van de roerende voorheffing dit jaar nog opgetrokken naar 30 procent.

“Het basistarief gaat gepaard met een boel uitzonderingstelsels waarvoor goedkopere tarieven gelden, gaande van 5, 10, 15, 17 tot 20 procent. Die 5 en 17 procent – uitlopers van de verhoging van de heffing op liquidatieboni – zijn de nieuwe belastingtarieven die dit jaar in de aangifte de kop opsteken en zorgen voor 24 extra codes in de aangifte van roerende inkomsten en diverse inkomsten van roerende aard ”, zegt Wellens.

Speculatiebelasting

In dat laatste vak zijn bovendien nog vier extra codes opgenomen voor de aangifte van meerwaarden op aandelen die aan de speculatiebelasting (van 33%) onderworpen zijn. U weet wel, het experiment rond de snelle verkoop van aandelen, opties en warrants, dat vanaf dit jaar alweer is afgevoerd.

“Het is echter opmerkelijk dat er niet in een code is voorzien voor de aangifte van het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing. In bepaalde situaties kan er te veel voorheffing ingehouden zijn. De belastingplichtige zal die niet kunnen recupereren via zijn belastingaangifte, maar hij zal een apart bezwaarschrift moeten indienen’, zo merkt Wellens nog op.

Overuren en SWT

Voor het vaste horecapersoneel voerde de regering ook nog een belastingvrijstelling voor overuren in. Om die vrijstelling te berekenen en indien nodig te beperken tot het maximum van 360 of 300 uren, zijn er 16 nieuwe codes ingevoerd. Ook werknemers in ‘SWT’ – het voormalige brugpensioen – genieten een nieuwe belastingvrijstelling. Die is goed voor 10 nieuwe codes.

Regionaliseren

Wellens vindt dat de gewesten stilaan elkaars buitenland worden. “Door ook de aangifte te regionaliseren - één aangifte per gewest - zou het verkeerd gebruik van aangiftecodes kunnen worden vermeden en een boel overbodige codes kunnen worden geschrapt.”