Direct naar artikelinhoud
InterviewPhilippe Defeyt

Antwerpse werkzaamheidsgraad even laag als die van Wallonië: ‘Teken dat je niet te snel mag oordelen’

De fabriek van Volvo Gent.Beeld Yannick De Spiegeleir

De stad Antwerpen heeft een werkzaamheidsgraad die ongeveer even laag is als die van Wallonië. Tot deze en nog andere conclusies komt econoom Philippe Defeyt (ex-Ecolo) in een studie voor het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling.

Wat hebben jullie precies onderzocht?

“Tot nu toe bekeken we de werkzaamheidsgraad meestal op nationaal of regionaal niveau, terwijl er grote verschillen bestaan tussen steden onderling en tussen steden en platteland. Steden trekken bijvoorbeeld meer mensen aan die werkloos zijn en mensen in armoede. Ze hebben bijvoorbeeld meer sociale woningen. Door de werkzaamheidsgraad op lokaal niveau te bestuderen, krijgen we een fijnmaziger beeld van de situatie.”

Slechts de helft van de werkzame bevolking in Charleroi en Luik is aan de slag. Hoe komt dat?

“Het is er ten eerste al moeilijker om een job te vinden. Zelfs na twintig à dertig jaar betaalt Wallonië nog altijd een stevige prijs voor de teloorgang van zijn industrie. Jonge mensen die er wél een job vinden, verruilen de stad ook sneller voor de omliggende gemeenten. De werkenden vluchten weg.

“Het feit dat deze Waalse steden ook een beduidend lagere werkzaamheidsgraad hebben dan pakweg Antwerpen – 53 versus 67 procent – heeft ook te maken met vroegere gemeentefusies. De stad Antwerpen heeft in het verleden meer gemeenten opgeslokt dan steden zoals Charleroi en Luik.”

Waarom ligt de werkzaamheidsgraad in Antwerpen lager dan in Gent?

“De verklaring is voor een stuk demografisch: hoe meer oudere mensen je hebt, hoe hoger de kans dat ze ziek worden of uit de arbeidsmarkt vallen. In Gent wonen proportioneel meer jonge mensen en jonge werkenden. Zij studeren aan de universiteit en blijven later in de stad hangen, vermoedelijk vanwege de aantrekkingskracht van het culturele leven. Antwerpen heeft ook een universiteit, maar de aantrekkingskracht om te blijven hangen is er wel kleiner. Idem voor Charleroi of Luik.

“De werkzaamheidsgraad in Gent ligt trouwens verbazingwekkend hoog: bijna 73 procent van de actieve bevolking is er aan het werk. Daarmee zit Gent bijna op het algemene niveau van Vlaanderen (75 procent), wat een fantastisch cijfer is voor een stad.”

Philippe Defeyt.Beeld BELGA

De werkgelegenheidsgraad in Antwerpen is even laag als de Waalse, waar die op 65,7 procent ligt.

“Zo zie je maar dat de sociaal-economische situatie vaak complex is en dat je niet te snel mag oordelen. De Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) is meestal kritisch voor Wallonië. Soms terecht, maar soms ook minder. Er zijn 3.000 Walen die elke dag in Antwerpen komen werken.”

Maar we zitten wel mijlenver af van de federale doelstelling om 80 procent van de mensen aan het werk te krijgen, toch? We komen bijna 10 procent tekort.

“Die 80 procent is niet meer dan een doelstelling. Wat vooral telt, is dat het om goedbetaalde jobs gaat die haalbaar zijn voor mensen, want vandaag zit 10 procent van de werkenden ziek thuis. De jobs mogen ook niet overgesubsidieerd zijn door de overheid. Zo zijn er nu 170.000 mensen aan het werk via een dienstenchequebedrijf, maar dat zijn bijzonder dure jobs. Dus ja: we moeten jobs creëren. Maar het moeten wel kwalitatieve jobs zijn.

“Wat we níét nodig hebben, is een arbeidsmarkthervorming die nog meer flexibele jobvormen creëert. Vandaag zijn de regels al flexibel genoeg. Voor jongeren telt vooral één ding: dat ze een interessante job hebben waarvan ze het gevoel hebben dat die iets bijdraagt. En de combinatie tussen werk en privé mogelijk maakt.”

Ligt de knoop niet bij de activering van werklozen?

“Het Vlaamse discours dat de Walen niet willen werken, klopt al enkele jaren niet meer. Wie vandaag in Wallonië weigert te werken, krijgt een sanctie. Maar goed, die activering is inderdaad belangrijk. Een deel van het antwoord is bijvoorbeeld dat er meer Walen en Brusselaars in Vlaanderen zouden moeten gaan werken. De Vlaamse economie is immers veel dynamischer.”