INSIDE WK DARTS. Waarom u de misschien wel belangrijkste worp niet op tv ziet: “Sommigen gaan dan al intimideren”

Darts is ‘hot’ in ons land. Na Engeland, Nederland en Duitsland verovert de edele pijlsport ook België. Maar u ziet niet alles op tv, zelfs niet tijdens het WK. Integendeel. Daarom laten we hoofdrolspelers aan het woord over wat er zich achter de schermen zoal afspeelt, in de reeks INSIDE WK DARTS. Vandaag: hoe wordt bepaald wie er eerst mag gooien?

Vincent Van Genechten

Het antwoord daarop lijkt simpel: gooien naar de bullseye. Voor elke wedstrijd worden twee tegenstrevers door een official naar een bord geroepen, waarna zich een wedstrijd naar de centrale rode cirkel zich afspeelt. Wie die strijd wint, mag de partij als eerste beginnen. Cruciaal want als het tot een beslissende leg komt, gooit die darter als eerste en moet de andere dus ‘door de worp’ van zijn concurrent gaan. Vergelijk het een beetje met een opslagspel uit het tennis.

“De bull kan inderdaad heel bepalend zijn”, stelt Martijn Kleermaker, de nummer 44 van de wereld en analist bij het Nederlandse Viaplay. “Maar het hangt wel een beetje af van wat het format van de wedstrijd is. Als het een korte partij is, zoals naar vijf winnende legs tijdens de Grand Slam, dan is het wel lekker dat je de bull gewonnen hebt. Maar als je, zoals tijdens het WK, naar vier of vijf winnende sets speelt… Dan moet je er niet meteen rouwig om zijn dat je als tweede begint. Je kan altijd wel ergens een break plaatsen, want daar is voldoende tijd voor.”

En wie de bullseye wint, moet niet als eerste beginnen. “Je kan dat voordeel ook weggeven”, stelt ‘The Dutch Giant’. “De legendarische Phil Taylor was daar een meester in. Die won vaak de bull, maar liet zijn tegenstrever dan beginnen als een soort mentaal spel. Van: bewijs jij nu maar eens hoe goed je bent, laat het maar eens zien. Dat is wel iets dat speelt in de backroom. Er wordt ook wel eens wat ‘grotemannenpraat’ verkocht, zoals ik dat noem. Even laten zien hoe goed je bent, wat intimideren. Ik moet daar altijd kostelijk om lachen.”

LIVE

Het WK darts is integraal live te volgen via onze liveblog.

©  ISOPIX

Maar je kan ook perfect als eerste beginnen zonder een bullseye te hebben geraakt.

“De hoogst geplaatste speler mag beginnen, na even te hebben ingegooid. Het komt er dan op neer om beter te doen dan de andere. Stel: ik raak single bull (de groene rand naast de ‘echte bull’, red.) en mijn tegenstander ook, dan gooien we opnieuw. Als ik dan er volledig naast gooi en hij raakt opnieuw de single bull, dan mag hij beginnen. Ook al heeft hij dan inderdaad geen bull geraakt. Soms duurt dit wel lang. Ik herinner me voor mijn WK-match tegen Joe Cullen dat ik zeventien pijlen moest gooien alvorens er een winnaar was. Dus ik snap wel dat ze dit niet op het podium doen. Het is tijdrovend soms en het publiek zou er zich mee kunnen gaan bemoeien, dat wil je niet. Nu is het een formaliteit waarbij er eigenlijk niks raar kan gebeuren. En voor sommigen is het serieuzer dan voor anderen. Mij maakt het niet zo veel uit. Soms is het zelfs lekkerder om tegen je worp te beginnen. Anderen zijn er echt op gebrand omdat ze dan het initiatief hebben.”

“Ik wil hem winnen”

Dimitri Van den Bergh is iemand uit die laatste categorie. “Het winnen van de bull is voor mij heel belangrijk”, aldus de Belgische nummer één. “Ik wil die altijd winnen, altijd. Dat is een enorm fijn gevoel om aan die blok te gaan staan en meteen te winnen. Meestal moet je ook echt de rode bull gooien en als je dat doet, is dat een enorme vertrouwensboost. Al hangt het ook wel af van het toernooi waarin je zit. Bij een lange wedstrijd, zoals die op het WK, dan is het wel geen ramp. Dan moet je niet meteen in de eerste leg top zijn. Dan kan je die leg gebruiken om in te gooien en gewoon te worden aan het podium. Maar in leg twee moet je er dan wel staan, natuurlijk. Er zijn voor- en nadelen. Maar alles wat ik speel, wil ik winnen.”

Een voorbeeld van de bullseye gooien tussen Michael Smith en Gerwyn Price:

‘The DreamMaker’ begrijpt ook dat het bull gooien achter de schermen gebeurt. “Je mag maar één pijl gooien, tenzij er een bounce out is door het raken van een ijzeren draad. En er moet dus altijd een verschil zijn, bij een gelijke worp moet je opnieuw gooien maar wissel je van volgorde. Ik heb zo wel al eens zeven of acht keer moeten bullen voor er een uitslag was. Vroeger was het wel op het podium, maar nu niet meer. Dat vind ik wel beter want je speelt al een hele wedstrijd onder de ‘duizenden ogen van het podium’. Het is ook de eerste stap van uw match en vroeger was ik daar echt zenuwachtig voor. Nu niet meer. Ik ben gewoon bezig met: ik wil een rode bull gooien. Dat is mijn mentaliteit. Ook al gebeurt dat niet, ik heb er tenminste in geloofd en dat neem ik dan mee naar de match. Maar, nogmaals, we zijn geen machines.”

En de mentale spelletjes, Van den Bergh kent ze. “Natuurlijk zijn er bij het bullen al mannen die gaan proberen intimideren”, zucht de Antwerpenaar. “Phil Taylor die zijn gewonnen bull weggaf, is het beste voorbeeld. Ik zou dat nooit doen, dat is gewoon zot.”

©  ISOPIX

Eentje die weinig geeft om het al dan niet winnen van de bullseye, dat is Dirk van Duijvenbode. “Ik moet die niet echt winnen”, aldus ‘The Aubergenius’. “Ik vind dat hele gedoe een beetje overrated om eerlijk te zijn. En als je de bull wint maar slecht begint, dan ben je slechter af dan wanneer je de bull had verloren. Dus het maakt mij niet zoveel uit. Oké, voor korte wedstrijden - naar vijf winnende legs bijvoorbeeld - kan het wel eens belangrijk zijn. Maar je krijgt altijd breakkansen.”

Ook het intimideren tijdens het bullen, dat kan de Nederlandse wereldtopper weinig interesseren. “Soms merk je er wel wat van”, stelt hij nogal cynisch. “Maar ik loop intussen al een tijdje mee op het circuit en dus kan ik er wel tegen. Het motiveert mij juist. Ik merk de minder opvallende trucjes intussen wel op en dan denk ik: Jij bent bang, anders doe je dit niet.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer