Direct naar artikelinhoud
InterviewCharlotte Vandermeersch

Charlotte Vandermeersch: ‘Felix en ik willen het heel erg samen doen, maar wat betekent dat? Hoe vrij laat je elkaar daar dan in, ook op seksueel vlak?’

‘In eerste instantie voelde ik me in de film als een ratje in een molen dat de hele tijd moest blijven rennen: help, haal me hieruit.’Beeld Daniil Lavrovski

De acht bergen is niet alleen haar regiedebuut, ze verwerkte er ook een jeugdtrauma mee én redde haar relatie met coregisseur Felix Van Groeningen. Charlotte Vandermeersch (39) vertelt openhartig over liefde, vrijheid en ijskoude billen. ‘Ik leer nu pas boosheid te uiten.’

Twee keer zal Charlotte Vandermeersch tijdens ons gesprek tot tranen toe bewogen zijn. Als ze over haar vader spreekt, die twee gezichten had, én over haar broer, die haar zonder woorden begreep. Maar voordat we de kans krijgen om de openhartige Charlotte te zien, moeten we haar eerst nog zien te vinden.

Voor twee glazen deuren staat ze. Althans, zo lijkt het toch. In de kou is alleen een silhouet van een jonge vrouw met een frivole rode muts zichtbaar. Ze kijkt zoekend om zich heen. Draait zich om. Tuurt naar binnen. Het café van de vroegere Vooruit is deze decemberochtend nog gesloten. Opeens is haar oogopslag zichtbaar: geen twijfel mogelijk, daar is ze.

Vandermeersch stelt voor om een ander oord op te zoeken. Terwijl ze volop praat, wandelt ze gedecideerd naar Pain Perdu, met onafgebroken een lichte glimlach op haar gezicht.

Als enige vrouw ooit bij theatergezelschap LAZARUS schreef ze mee aan verscheidene scenario’s, en zonder verpinken nam ze, samen met haar vriend Felix Van Groeningen, de regie over het scenario van De acht bergen in handen. Die film, waarin de intense vriendschap tussen stadsjongen Pietro en bergjongen Bruno centraal staat, is sinds deze week in de cinema te zien en kaapte op het 75ste filmfestival van Cannes de juryprijs al weg. Vandermeersch doet het allemaal met een zeker je-m’en-foutisme. Haar carrièrepad is indrukwekkend, haar humoristische en filosofisch getinte kijk op het leven misschien nog wel meer.

Voordat jullie aan De acht bergen konden beginnen, kwam de schrijver van het gelijknamige boek, Paolo Cognetti, op jullie pad.

“Tijdens een roadtrip in Italië kreeg Felix plots telefoon. Hij had net toegezegd om de filmadaptatie van De acht bergen te maken en kreeg de vraag of hij het zag zitten om bij Paolo Cognetti langs te gaan. Die verbleef net een tijdje in zijn huis, op de locatie waar het boek zich grotendeels afspeelt, en wilde Felix graag leren kennen. Change of plans, dus. In plaats van heel Italië te doorkruisen van noord naar zuid, keerden we terug naar de Italiaanse Alpen met onze baby.

“Maar het leek me raar om bij hem aan te komen en geen idee te hebben waarover zijn boek ging. Ik las het verhaal dus voor het eerst in allerijl in ons busje, onderweg naar Cognetti. Felix vroeg me om de laatste twintig pagina’s van het boek hardop voor te lezen, omdat hij die zo prachtig vond. Ik las voor en we moesten allebei huilen. Ik was meteen overtuigd. Zo content dat ik was, dat dit project op het pad van Felix was gekomen. Het paste helemaal bij hem.

‘Ik voelde me door mijn vader ongezien, hij is ook vrij vroeg gestorven. In de film kon ik de vaderfiguur op mijn manier vorm en kleur geven.'Beeld Daniil Lavrovski

“Ik las ooit het boek Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Johan Harstad. Toen ik in de helft van het verhaal zat, wist ik: ik voel iets, ik ga hier iets mee doen (wat resulteerde in de theatervoorstelling Buzz, red.). Dat gevoel gaf mij zo’n enorme rust. Bij dat boek van Paolo Cognetti had ik net hetzelfde gevoel. Er moet een heel diepe snaar geraakt worden. Dat is de basis en dat zie je terug in alles: ieder woord, elke kostuumkeuze en elk gesprek is ervan doordrenkt.”

Paolo Cognetti lijkt me iemand die redelijk in zichzelf gekeerd is. Hoe kwam hij over op u?

“Paolo is een heel mooi persoon. Toen hij te horen kreeg dat Felix zijn boek zou verfilmen, is hij meteen al Felix’ werk gaan bekijken. Hij was heel content. En gelukkig maar, want dat is zo persoonlijk: een boek schrijven en het laten verfilmen door iemand die je niet kent. Paolo is timide en introvert maar kan zich tegelijkertijd heel erg openstellen. Alleen onder zijn voorwaarden, dat wel. Het grappige is: hij lijkt daarin niet alleen op het hoofdpersonage Pietro, maar ook op Felix.

“In de Alpen nam Paolo ons meteen mee naar zijn favoriete meer, wat een hele wandeltocht was. We tsjolden onze baby, toen een jaar oud, uren mee in een rugzak. Nadien stelde hij ons voor aan zijn twee beste vrienden, die de inspiratie waren voor het hoofdpersonage Bruno. Hun band staat voor de hechte vriendschap tussen Bruno en Pietro. Het was heel speciaal om die dynamiek in het echt te kunnen zien. Het erge is wel dat een van die twee, Gabriele, gestorven is tijdens de opnames van de film. Zijn bijnaam was Rambo. Hij was ook echt een soort Rambo van de bergen. We hebben de film aan hem opgedragen.”

De film is opvallend genoeg volledig in het Italiaans gedraaid. Was dat voor jullie geen grote hindernis?

“Doordat ik Latijn heb gestudeerd en het Frans goed beheers, dacht ik dat het Italiaans wel zou lukken. Dat had ik even mis. In het begin was de taal onbegrijpelijk voor mij. Geschreven viel het wel mee, maar luisterend snapte ik er niets van. In september 2020, zo’n negen maanden voor we zouden beginnen draaien, begonnen Felix en ik de taal dan maar echt te studeren. En na een tijdje, ook dankzij cd’s met een bepaalde methode en een lerares die ons via Zoom bijstond, begon ik te begrijpen hoe de klanken zich vormden. De taal openbaarde zich aan mij: de code was gekraakt.

“Plots ging er een wereld voor me open: we konden praten met de acteurs en konden ons scenario voor het eerst echt doorvoelen in het Italiaans. Dat moest ook wel: iedereen rond het project moet de ziel van het project voelen. Toch vond ik het heel beangstigend om te beginnen met spreken. Ik wilde het te perfect doen en dan beet ik mijn tanden erop stuk. Maar eigenlijk maakte dat helemaal niet zo veel uit, als de mensen je verstaan is het goed genoeg.”

Hoe hebben Felix en u het scenario aangepakt?

“Dat is uiteindelijk vanuit het Nederlands naar het Italiaans vertaald, maar je voelde meteen dat het door een Nederlander was vertaald. (lacht) Heel vreemd, maar je zag meteen dat hij sommige details niet begreep op de manier zoals wij ze bedoeld hadden. Ik voelde instinctief dat we het anders moesten aanpakken. Eigenlijk is het maf hoe nauw dat allemaal steekt. Maar goed, dat hoef ik jou als journalist vast niet te vertellen. (lacht)

“Voor een film is taal zo belangrijk. Doordat we het Italiaans ondertussen relatief goed beheersten, wisten we hoe het Italiaanse scenario zou moeten klinken. We voelden dus ook hoe het vertaald zou moeten worden. Daardoor hebben we gelukkig veel kunnen corrigeren, want we hadden bij de Engelse vertaling gezien dat er ontzettend veel verloren ging.

BIO

• geboren op 11 november 1983 in Oudenaarde • was lang de enige vrouw in toneel­groep LAZARUS • beleefde haar doorbraak in 2010 met hoofdrollen in Turquaze en Dag en nacht • speelde onder meer in Red Sonja, Deadline 14.10, Deadline 25.05, Wat als? en de films Belgica en De premier • woont samen met Felix Van ­Groeningen en zoon Rufus (4,5)

“Ik praat nu even veel over taal en niet over de film zelf, maar eigenlijk was dát juist mijn ingang in het project. Ik ben goed met taal, en schrijf graag. Met deze film heb ik dat zeer goed kunnen ontwikkelen, meer dan ooit tevoren. Natuurlijk is dat een proces van jaren. Eerst voor theater schrijven, dan een keer met Felix meewerken aan een film: hij weigerde eens tijdens een reis in Vietnam zijn werk neer te leggen, waarop ik dan maar besloot hem te helpen met het vrouwelijke personage. Om uiteindelijk van a tot z mee een scenario uit te werken.”

Voor de eerste keer regisseren, samen met uw partner, in een ander land: stevige combinatie, niet? Wat vond u het moeilijkste als regisseur?

“Ik had vaak geen overzicht over zo’n set met zo veel mensen. Tijdens een scène ben ik ook niet al verder aan het denken, of bezig met de voorbereiding van de volgende. Ik zit gewoon in het moment. Het moment tussen actie en cut vond ik zalig. Eerlijk? De rest vond ik best zwaar. Dit was een lange, uitdagende draaiperiode gespreid over zes maanden. Je staat als eerste op en je bent het langst bezig. Je hebt ook geen alleen-tijd. Ja, op een fucking Dixi-toilet boven op de berg terwijl je billen eraf vriezen, die vijf minuten ben je alleen, ja. (schaterlacht)

“Elke scène kost geld, dus producenten zetten vaak veel druk om bepaalde scènes weg te laten. Op een gegeven moment werd voorgesteld om een van de belangrijkste scènes – die waarin de twee kinderen met de vader een tocht naar een gletsjer ondernemen – in één dag te vertellen. Ik kon mijn oren niet geloven, dat was totaal niet geloofwaardig en we zouden een van de intiemste scènes tussen de twee jongens verliezen. Toch leek het iedereen beter om juist daarop te besparen. Ik kreeg het amper over mijn lippen om te protesteren, en van pure frustratie begon ik te huilen. Felix zag dat direct en kwam naar me toe. Ik legde hem uit waarom daar niet geschrapt mocht worden en hij vertrouwde los op mijn gevoel. Ten overstaan van iedereen zei hij dat we tegen die besparing zouden ingaan. Achteraf is gebleken dat het een goede keuze was.

“Felix zegt dat daar mijn sterkte ligt: een gefocust innerlijk kompas hebben en aanvoelen wanneer iets daarvan afwijkt. Alleen krijg ik de dingen soms moeilijk gecommuniceerd. Ik ben nog vaak bang om tegen iemands mening of idee in te gaan, bang ook om te kwetsen.”

Vandermeersch vertelt over het moederschap – hun zoon Rufus is nu 4,5 jaar – en hoe plots alles, daar op die Italiaanse Alp, samenkwam. Elk woord dat ze uitspreekt, zet ze extra kracht bij. Elk voedingsmiddel dat ze beschrijft, lijkt voor ons tot leven te komen.

“Wanneer je ’s avonds van de berg af komt, met van die goeie blozende kaken, staat er steevast kaas, saucisse en wijn op tafel. Dat was après-skitijd, elke dag opnieuw. Mijn zoon wachtte ons vaak op, en ik snakte naar even wat tijd met hem alleen. Liever was ik bij hem dan dat ik de volgende dag mee voorbereidde.”

Wat betekent het verhaal van De acht bergen eigenlijk voor u?

“Ik kan erdoor reflecteren over het leven. De vader die twee gezichten heeft, daar kan ik meteen bij beginnen huilen, zelfs wanneer ik alleen die zin nog maar uitspreek. Dat is toch wel een essentieel deel van mijn leven geweest.”

Dat is iets wat u zelf ook hebt meegemaakt?

“Sowieso. Mijn vader was een heel andere persoon in het dagelijks leven dan op vakantie, bijvoorbeeld. Ik voelde me door hem ongezien, hij voelde lang als onbereikbaar en is ook vrij vroeg gestorven. Tijdens het regisseren heb ik het voorrecht gehad om de vaderfiguur in de film op mijn eigen manier vorm en kleur te geven. Ik vond het heel bevrijdend om er heel persoonlijk mee te mogen omgaan.

“De producenten vonden het vaderpersonage in een vroege montage van de film al heel heftig overkomen, terwijl ik zoiets had van: je hebt echt totaal geen idee, voor mij is dit een fractie van wat ik ken. De vader die eventjes wat uit zijn krammen schiet tegenover zijn zoon? So what? Je zou er vroeger bij ons thuis eens bij moeten zijn geweest.”

Haar gezicht vertrekt in een pijnlijke grimas. Het contrast met haar stem, die luchtig blijft, is groot.

‘Op een gegeven moment zag het er niet zo goed uit voor Felix en mij. We beseften ineens hoeveel er onuitgesproken was gebleven.’Beeld Daniil Lavrovski

Hoe gaan uw drie jongere broers daarmee om?

“Met de première zijn twee van mijn broers naar Cannes gereisd. De oudste praat niet graag over onze jeugd en blokt die gesprekken liever af. Ik heb dat gerespecteerd maar soms moeilijk gevonden, want ik had wel de nood om daar met hem over te praten. Maar toen hij naar de film keek, bleek dat hij onze vader in de vaderfiguur herkende. Hij gaf aan dat het hem enorm raakte, op een goede manier. Toen voelde ik me zo verbonden met hem.”

Er zo met u over praten, via de film, is dat niet zijn manier om erkenning te geven?

“Heel juist. Het was het mooiste wat hij had kunnen zeggen. Juist omdat het vaderpersonage niet zo letterlijk is uitgespeeld en hij dat er dan toch uithaalde. Het raakte blijkbaar de juiste snaar.”

U verwerkte deels uw eigen jeugd door deze film te maken?

“Zo voelt het absoluut voor mij. Het heeft mij doen beseffen hoe goed het kan doen om je eigen verhaal via een ander verhaal ruimte te geven, het te hertalen. Dat besef maakt ook dat ik wel denk dat ik het nog eens ga doen, regisseren. Aanvankelijk voelde ik mij als een ratje in een molen dat de hele tijd moest blijven rennen. Help, dacht ik vaak, haal me hieruit. Maar de meerwaarde ervan heb ik ook ingezien.

“Mijn vader was eigenlijk een beetje een ongeleid projectiel. Enerzijds stond hij filosofisch en rijk van geest in het leven, anderzijds leidde hij een soort van dubbelleven waar hij volledig mee in de knoop raakte. Mijn moeder heeft zowat alles voor ons alleen gedaan, waardoor er voor mijn gevoelswereld thuis weinig ruimte was. En jongere broers, ja, dat zijn speelvogels, die knippen je Barbies weleens kapot, of slaan de deuren luid dicht als je weer eens datzelfde stuk oefent op de piano. Het was soms moeilijk om me gerespecteerd te voelen in wat voor mij belangrijk was. Misschien geldt dat net zo goed voor hen, dat weet ik eigenlijk niet goed.

“Een moment waarop ik me echt veilig voelde, was ’s avonds laat, wanneer ik mijn droog vel op mijn eigen badkamertje met crèmes insmeerde. Dat duurde een uur en werd een soort ritueel. Zoals alle kinderen was ik heel gevoelig en soms was ik ook koppig en weerbarstig, maar dat werd als heel heftig ervaren. Daardoor vond ik het op latere leeftijd moeilijk om bij mijn gevoelens te komen en die op een rustige, volwassen manier te leren uiten.

“Zo had ik als jongvolwassene een enorme nood aan een veilig afgebakende ruimte waar niemand kwam. Ik woonde vroeger een tijdje samen met mijn beste vriendin, en zij kon maar niet begrijpen dat ik het niet kon verdragen als ze aan mijn bureau had gezeten. Zij mocht daar niet zijn van mij, dat was mijn veilig plekje. Ook toen ik met mijn lief ging samenwonen – en een appartement kocht – was mijn voorwaarde dat er een aparte ruimte voor mij moest zijn, een kamer waar hij bij wijze van spreken niet mocht komen.”

Ik kan me voorstellen dat u zich vaak heel eenzaam hebt gevoeld.

“Tijdens mijn studententijd gebeurde er iets wat mij echt heeft getekend. Ik zat in een meisjesklas en die analyseerden nogal eens graag. Tijdens een avondje uit in het café De Pallieter, op het Mechelseplein in Antwerpen, hadden we zo’n nacht waarbij we doorboomden over elkaars kwaliteiten en minpunten. Wat mij is bijgebleven, is dat ze niets over mij konden zeggen. Ze noemden mij optimistisch en extravert, terwijl ik op dat moment ook een heel andere wereld in mij droeg. Een wereld die ik heel lang geheim hield en waarvan ik niet wist hoe ik die naar buiten kon brengen.

“Boosheid is lang een emotie geweest waarvoor geen plaats was. Ik vind het nog altijd heel moeilijk om openlijk tegen iemand in te gaan, als ik weet dat ik die persoon dan zal kwetsen. Ik heb geleerd me aan te passen en te faciliteren. Tegenwoordig lukt me het al om mijn boosheid, bijvoorbeeld zoals ik die tegenover mijn vader voel, met ongecontroleerde huilbuien naar boven te laten komen. Maar wel alleen wanneer ik in mijn eentje in de auto zit. Daar durf ik het al.”

Heeft uw thuissituatie ook tot goede dingen geleid?

“Natuurlijk. Dankzij mijn vader ben ik het toneel opgegaan. Ik had geen idee waarom ik dat moest doen, en geloofde niet dat ik er enig echt talent voor had, maar iets in mij zei me dat ik dat moest doen. De complexe relaties thuis zorgden ervoor dat mijn intuïtie me iets vertelde wat ik zelf nog niet wist: ik moest aan de slag gaan met het uiten van mijn gevoelens en inzichten, wilde ik me ooit meer begrepen voelen.”

‘Dankzij mijn vader ben ik het toneel opgegaan. Ik moest aan de slag met het uiten van mijn gevoelens.’Beeld Daniil Lavrovski

De acht bergen werkte helend voor Vandermeersch. Ze verwerkte dingen uit het verleden, maar ook uit het heden. Zo gaven Felix en zijzelf meermaals openlijk aan dat ze een moeilijke periode in hun relatie beleefden en dat het samen regisseren van de film ook een reddingsoperatie was. “Felix en ik zijn al samen sinds mijn 23ste, vandaag ben ik 39. Ik ben volwassen geworden tijdens onze relatie en juist dat houdt ook een hele zoektocht in. We laten elkaar op creatief vlak los, maar we zijn ook complementair. We genieten ervan onze creatieve paden meer en meer te laten kruisen. Wij hebben altijd moeite voor de ander gedaan en als het echt telt, zijn wij er voor elkaar.

“Op een gegeven moment zag het er niet zo goed uit. We beseften ineens hoe ver we van elkaar verwijderd waren, hoeveel er onuitgesproken was gebleven. Nu proberen we heel erg om ons hart echt te openen naar elkaar, en tegelijk naar onze eigen denkkaders te kijken.

“Vanwaar komen die verwachtingen naar de ander toe? De dingen die je je partner altijd weer verwijt, zijn meestal dingen die je als kind ook hebben gekwetst. Je kiest juist die partner uit die zulke pijnlijke plekken bij je naar boven haalt. De definitie van liefde is toch degene die je als kind van je ouders leert. Dat voelt veilig, dus zoek je dat later in je relationele leven opnieuw op.”

Ook in uw leven hebt u veel rollen op zich genomen: acteur, regisseur, dochter, moeder. Hoe vindt u uw partner daarin telkens weer terug?

“Dat is een moeilijke zoektocht die je samen aflegt. Wat zijn de regels? Waar voelen we ons goed bij? We willen het heel erg samen doen, maar wat betekent dat? Hoe vrij laat je elkaar daar dan in, ook op seksueel vlak? Dat is allemaal ter discussie gekomen, net als bij heel veel andere koppels. We hoeven daar geen details over te geven, ik denk dat iedereen wel weet wat voor dingen dat allemaal zijn.

“Felix heeft me al twee jaar op rij als kerstcadeau twee nachten alleen in een Airbnb gegeven. Daar trek ik dan naartoe, met mijn boeken en mijn muziek. Eigenlijk is dat zalig. Maar een weekendje met z’n tweeën doet ook goed. Want als we moeilijkheden hadden, kon ik erg in mezelf kruipen. IJspegelmodus, zeg maar.”

Is dat niet lastig voor een partner?

“Absoluut. Maar ik heb lang gedacht dat ik niet anders kon dan naar mijn safe zone en in overlevingsmodus te gaan. Ik praat dan tegen niemand, ik schrijf of zing. Op zulke momenten had ik vaak via Zoom of telefoon contact met mijn therapeut. Zij drukte mij echt op het hart dat ik mij moest openstellen – als het niet met woorden kon, dan wel fysiek. Gewoon bij elkaar liggen en vastpakken. Dat is zo essentieel. En plots besefte ik dan dat daardoor al mijn vorige relaties zijn geëindigd.”

Wat voor impact had dat op uw relatie met Felix?

“Natuurlijk lonkt het soms wel om alle bagage los te laten en met iemand anders te herbeginnen. Dat zou enerzijds wel even licht aan voelen, maar anderzijds zou dat een enorm verdriet teweegbrengen. Wij zijn eigenlijk een heel goed team samen en we hebben een fantastische zoon. Ik zie hoe Rufus naar ons kijkt als wij met ons drieën knuffelen in bed. Dat is de core. Dat geeft Felix en mij extra kracht.

“Op dit moment is het heel duidelijk voor ons: we gaan er weer voor. In het begin van ons proces hielden we heel erg vast aan het ‘we moeten hierdoor komen’. Maar we leerden dat het heel gezond is om dat ‘moeten’ los te laten. We hopen het natuurlijk, maar het kan ook zijn dat het niet lukt. Dat was essentieel, dat idee loslaten, om weer echt uit vrije wil naar elkaar toe te komen.”

In een lange vaste relatie is er niet altijd ruimte of tijd voor veel spontaniteit. Tijd voor elkaar moet je creëren. Is dat iets wat u ook al hebt gemerkt?

“Zeker, en dat vind ik moeilijk, omdat ik nogal vermijdend gehecht ben. (schatert het uit) Ik denk dan: ‘joehoe, er is plots tijd voor mezelf’, terwijl Felix die tijd eerder wil aangrijpen om gezellig iets samen te doen. Hij heeft daar gelijk in en zodra we in het moment zitten, is het altijd heel erg leuk tussen ons.

“Weet je waaraan ik plots moet denken? Aan Sofia Sundari, een soort van moderne goeroe op Instagram. Ze heeft het altijd over ‘love your punani’. Op sommige momenten kan ik haar heel irritant vinden – hoe ze als een soort nimf op het strand ronddwaalt, samen met die perfect bebaarde man van haar, die ze leerde kennen op haar spirituele, whatever, ontdekkingstocht – maar op andere momenten vind ik haar tekstjes inspirerend en denk ik: ja, we have to love the punani.

“Dan denk ik dat ik dat ook moet doen: een jaar naar Costa Rica gaan, helemaal verlicht worden en mijn spirituele partner – die alleen maar in lendendoeken rondloopt – tegenkomen en daar de hele tijd seks mee hebben op een strand. Maar goed, ik denk dat ik het met Felix ga doen. Een lendendoek zou hem ook heel goed staan.” (proest het uit)

De acht bergen, nu in de bioscoop.