Simpel: ja. Ook in het darts is er een lijst met verboden middelen. Meer bepaald die van het WADA, het Wereldantidopingagentschap. Zoals die ook geldt in sporten als het wielrennen en atletiek. Bij darters wordt er veelal gefocust op middelen die de rust en concentratie kunnen vergroten. Darts is dan ook een precisiesport, één centimeter kan een groot verschil maken.

“Darten vereist een hoge mate van concentratie. Het is millimeterwerk, een mentaal spelletje van actie en reactie”, beschreef de Duitse profdarter Max Hopp het ooit.

“Ik heb mij er nooit ernstig in verdiept, maar je mag inderdaad niet alles nemen wat je wil”, aldus Martijn Kleermaker, de nummer 44 van de wereld en analist bij het Nederlandse Viaplay. “Ik heb zelf last van hooikoorts, waarvoor ik een neusspray gebruik en pillen pak. Dat moet ik dus aanvragen bij de PDC en medisch onderbouwen. Anders kom ik niet op een lijst met spelers die deze zaken mogen gebruiken tijdens toernooien. Jelle Klaassen vertelde me ooit dat hij wel eens een ibuprofen nam, maar dat dit eigenlijk niet mocht wegens op de dopinglijst. Tenzij je het dus aanvraagt.”

Er is ook de case van James Wade. De op twee na meest succesvolle darter ooit en huidige nummer vijf van de wereld lijdt aan schizofrenie en pakte een tijdlang antidepressiva. “Dat is nog een ander tabletje dan een paracetamol”, stelt Kleermaker. “Dat verdooft alleen een beetje, maar zonder medische reden moet je dus binnen bepaalde marges blijven. Logisch, toch?”

Er wordt ook effectief gecontroleerd op doping. Zo werd Kevin McDine ooit twee jaar geschorst na het gebruik van cocaïne. Al zijn drugs zoals cannabis, XTC en cocaïne alleen binnen wedstrijdverband verboden. Buiten wedstrijdverband zijn ze dus toegestaan.

“Ik ben vorig jaar nog gecontroleerd na mijn wedstrijd op het WK tegen Joe Cullen”, klinkt het bij Kleermaker. “Ik werd toen apart genomen, kreeg een potje mee en moest erin plassen. Net zoals in de koers. Ik kreeg toen de uitleg dat ik binnen twee weken iets zou horen. Twee weken, inderdaad. Ik moest twee dagen later opnieuw spelen, dus stel dat ik wat genomen had… Dan had ik dat zelfs tijdens de WK-finale nog niet geweten. Wat als de latere wereldkampioen positief bleek te zijn? Ik weet niet wat het protocol is, maar dat lijkt me niet handig.”

Alleen winnaars

In het verleden lieten ex-wereldkampioenen als Michael van Gerwen en Gary Anderson al weten dat ze ook controles buiten competitie noodzakelijk vinden. “Kom maar op, elke dag van de week. Dat vind ik niet erg”, aldus Mighty Mike. “Ik hoop zelfs dat ik gecontroleerd word, ik heb niets te verbergen. En controles naast die tijdens toernooien, dat is de volgende stap. Het moet om darts professioneler te maken.”

“Ik heb een sportarts en die weer perfect wat ik wel of niet mag nemen”, aldus Dimitri Van den Bergh. “Qua medicatie dan, als ik ziek zou vallen. Of als ik een blessure heb. Ik weet dat zelf niet, maar ik zoek dat ook niet. Ik heb dat niet nodig. Darters die dat wel willen doen, zijn verkeerd bezig. Net zoals matchfixing: doe dat niet. Het enige wat je ermee kan doen, is verliezen. Of ik zelf al gecontroleerd ben? Ja, twee keer denk ik. En een keer daarvan was superlastig. Ik had te veel gedronken dus mijn waarden waren vertroebeld. Ik moest dus gaan eten, wachten, terugkomen en nog eens proberen. Dat was best grappig (lacht), ik ben drie keer terug moeten gaan.”

Vriendin Evi vult aan dat darters, bijvoorbeeld, geen Nurofen mogen nemen. “Omdat daar iets inzit dat wat oppept.” Van den Berg: “Dat is hetzelfde zoals bètablokkers, dat mag ook niet. Net als ibuprofen. Maar paracetamol dan weer wel, dat weet ik. Maar die controles zijn altijd heel onaangekondigd. Nadat je gegooid hebt, zijn die daar ineens. Je hebt ze ervoor nooit gezien en na je match word je direct meegenomen. En het zijn ook alleen maar winnaars die ze controleren.”

Dat ondervond ook Mike De Decker. “Ik zat op het WK even met de poepers”, lacht The Real Deal. “Ineens werd ik meegenomen en moest ik een plasje doen. Ik had eens gesproken met Ronny Huybrechts (de oudere broer van Kim, red.) en die zei dat ze écht mee over je schouder kijken. Dus ik heb direct gevraagd van: Doen jullie dat echt, want dat gaat hier niet lukken dan? Maar ze bleven gelukkig in het deurgat staan en dus liep het potje vol. Na twee dagen had ik niks gehoord van die mannen en dan was het blijkbaar in orde.”

Als bij toeval zegt De Decker na zijn gewonnen WK-partij tegen Jeff Smith: “En nu moet ik in een potteke gaan plassen. Ik moet nog eens naar de dopingcontrole.”

“Het controleren gebeurt niet heel vaak, het is meer willekeurig”, aldus Kim Huybrechts. “Dat wordt nooit aangekondigd. Ze pikken er altijd een paar wedstrijden uit en dan moet je meteen na de wedstrijd meekomen. Ik heb bijvoorbeeld veel last van mijn schouder en dat straalt dan naar mijn hoofd. Bij mij helpt Dafalgan het beste, maar dat mag dan niet op wedstrijddagen en dus pak ik het ook niet. Maar mocht ik het wel doen, dan ga ik er niet beter van gooien. Er zijn bepaalde medicijnen, voor het hart heb ik al eens gehoord, die de hartslag omlaag halen en daardoor een voordeel kunnen bieden. Maar een Dafalgan… Dat begrijp ik niet echt.”