Direct naar artikelinhoud
InterviewJill Peeters

Volgend jaar wordt nog warmer dan dit: ‘Het zou pas nieuws zijn als het eens uitzonderlijk koud was’

Jill Peeters: 'Hoe beter we dit kunnen inschatten, hoe beter we het klimaatsysteem snappen.'Beeld Nathalie Samain

2023 wordt volgens het Britse weerkundig instituut Met Office een van de warmste sinds het begin van de metingen. ‘In België verloopt de opwarming sneller dan het wereldwijde gemiddelde’, zegt weervrouw Jill Peeters.

Wat mogen we volgens de Britse meteorologen verwachten?

“Ze voorspellen dat de gemiddelde wereldwijde temperatuur in 2023 1,08 tot 1,23 graden Celsius hoger zal liggen dan het pre-industriële gemiddelde. Het zou daarmee warmer zijn dan 2022, en het tiende jaar op rij zijn dat de temperatuur minstens een graad hoger ligt dan het gemiddelde in het tijdperk voor de industriële revolutie, toen we massaal fossiele brandstoffen gingen verbranden.”

Hoe slagen ze erin zo’n voorspelling voor een heel jaar te doen, en hoe betrouwbaar is die?

“Wanneer we het weer op korte termijn voorspellen, kijken we vooral welke luchtmassa’s er op ons afkomen. Is dat bijvoorbeeld subtropische lucht, zoals nu, of koude polaire lucht, zoals tijdens de voorbije winterprik? Daar kan je op langere termijn weinig mee. Dan kijken meteorologen naar meer grootschalige patronen, en vooral naar wat er in de oceanen gebeurt. Die warmen traag op en koelen traag af, en vormen zo een vertragend element in het weersysteem.”

“Op zulke voorspellingen zit sowieso een onzekerheidsmarge. Ze houden ook geen rekening met onverwachte gebeurtenissen zoals een vulkaanuitbarsting, die een afkoelend effect kan hebben. Maar als je voorspellingen van het Met Office naast de werkelijk gemeten temperaturen van de voorbije twintig jaar lijkt, blijkt dat ze vrij accuraat zijn.”

Wat betekent dat concreet voor ons: nog meer droogte en hitte dan in 2022?

“Over wat ons volgend jaar concreet te wachten staat, zegt dit weinig. Het gaat om te beginnen om een wereldwijde gemiddelde temperatuur. Hoe dichter je bij evenaar komt, hoe minder groot de opwarming is, en hoe dichter bij de polen, hoe groter. In België verloopt de opwarming sneller dan het wereldwijde gemiddelde.

“We weten natuurlijk dat meer opwarming leidt tot een groter risico op extremen zoals hitte en droogte. Maar hoe zich dat in een specifiek jaar op een specifieke plaats zal vertalen, valt met deze modellen niet te voorspellen. Misschien krijgen we volgend jaar een uitzonderlijk frisse en natte zomer.

“Dit soort voorspellingen heeft vooral wetenschappelijke waarde. Hoe beter we dit kunnen inschatten, hoe beter we het klimaatsysteem snappen, en hoe beter we kunnen inschatten wat er gebeurt als we aan de thermostaat draaien.”

Het Met Office verwijst in het bijzonder naar de rol van La Niña. Wat is dat precies?

“La Niña is een periode waarin koud water aan het oppervlak komt van de Stille Oceaan, met een afkoelend effect op het weer in grote delen van de wereld. Door dat fenomeen lag de wereldwijde gemiddelde temperatuur de voorbije jaren wat lager dan ze normaal zou liggen. Maar de verwachting is dat dat effect volgend jaar wegvalt, en het opnieuw warmer wordt boven de oceaan.

“De tegenhanger van La Niña, El Niño, verklaart overigens mede waarom 2016 tot nog toe het warmste jaar sinds het begin van de metingen was. Het warmere oceaanwater zorgt sowieso voor hogere temperaturen en daar komt de impact van de klimaatverandering nog eens bovenop. De opwarming van het klimaat overstemt stilaan ook die natuurfenomenen: de voorbije tien jaar zijn de warmste sinds het begin van de metingen, La Niña of niet.”

Ook 2022 blijkt een recordjaar: volgens het KMI haalden we met 16,5 graden Celsius de hoogste gemiddelde maximumtemperatuur sinds het begin van de metingen. En het was het op één na droogste jaar van de voorbije 30 jaar.

“De records sneuvelen zo snel dat ik gestopt ben met het te volgen. Dit is waar klimaatwetenschappers al dertig jaar voor waarschuwen en wat we de komende jaren nog meer mogen verwachten. Het zou pas nieuws zijn als het eens uitzonderlijk koud was, maar ik vrees dat we dat niet snel nog zullen meemaken.”