Direct naar artikelinhoud
InterviewSoe Nsuki

Soe Nsuki, sidekick in ‘Vrede op aarde’: ‘Er zijn nog steeds mensen die denken dat vrouwen niet grappig kunnen zijn’

Soe Nsuki.Beeld Thomas Sweertvaegher

Ze wordt geroemd om haar opgewekte natuur, maar verdient evenzeer lof voor haar scherpe geest. Begin deze maand ging de tweede zaalshow van Soe Nsuki in première en nu debuteert de hoogzwangere comédienne als sidekick van Sven De Leijer in Vrede op aarde. ‘Ik laat mijn eigenwaarde niet afhangen van publieksreacties.’

Ze waggelt een beetje terwijl ze op ons afwandelt, maar afgezien van haar bolle buik zou je niet zeggen dat Soe Nsuki (34) acht maanden zwanger is. Energiek neemt ze verschillende poses aan voor de fotograaf en tijdens het gesprek gaat ze ad rem in op alle vragen. “Maar dit is wel het laatste gesprek dat ik doe voor de bevalling”, knipoogt ze. “Het wordt stilaan tijd om het werk af te ronden.”

Voor een bezige bij als Nsuki is het wennen aan een lichaam dat haar grenzen oplegt. Luiheid staat niet in het woordenboek van dit multitalent. Naast haar drukke stand-upagenda is ze met haar ‘soegesties’ een vaste waarde in Vlaanderen vakantieland, maakt ze filmpjes en podcasts en tussendoor werkt ze mee aan scenario’s. En nu is er dus ook Vrede op aarde. Daarin is ze samen met De Leijer gastvrouw in de chalet en bevat elke aflevering een filmpje waarin ze eropuit trekt om iemand blij te maken.

“Die filmpjes werden het voorbije jaar opgenomen en ik was de helft van de opnames zo misselijk als een krab”, lacht Nsuki. “Maar volgens mij merk je daar als kijker niks van omdat het zo’n fijne en zorgzame ploeg is om mee te werken. De opnames in de chalet vonden half november plaats, toen ik meer dan zeven maanden zwanger was. Zulke draaidagen duren vaak veertien uur, maar ik kreeg de ruimte om na de middagpauze een dutje te doen. Dat heb ik enorm geapprecieerd.”

Je maakt er geen geheim van dat je al minder aangename ervaringen hebt gehad achter de schermen van televisieprogramma’s.

“Zonder dat ik op de details inga, kan ik getuigen dat het een heel competitieve omgeving is. Televisie maken is duur en op zo’n set staat veel volk dat betaald moet worden, dus het is logisch dat iedereen moet presteren. Maar sommige mensen in machtige posities – producers, eindredacteurs, presentatoren – lijken het oké te vinden om mensen slecht te behandelen. Helaas zie je dat nooit aan het eindproduct. Denk maar aan De wereld draait door: dat was een heel goed programma. Geen enkele kijker had door hoe de sfeer was voor de medewerkers.

“Wat ik soms straf vind, zijn de reacties van de buitenwereld. Als je vertelt over wat je meemaakt op de werkvloer, krijg je al snel te horen dat het erbij hoort als je voor een job in de schijnwerpers kiest. Het is toch niet omdat entertainment maken mijn passie is, dat ik behandeld moet worden als een vod?”

Comedy lijkt me anders ook een behoorlijk competitieve wereld.

“Oh nee, ik beleef er vooral kameraadschap. Misschien komt dat doordat we zo’n klein clubje zijn in Vlaanderen, in Nederland moet je al veel harder strijden om je plek. Toen ik hier met comedy begon, werd ik meteen omarmd. Ik mocht mee in het voorprogramma van gevestigde namen zoals Thomas Smith, Michael Van Peel en Philippe Geubels. Ik maak bovendien deel uit van een generatie die ongeveer samen begonnen is: Jasper Posson, Jens Dendoncker, Lukas Lelie, Amelie Albrecht enzovoort. Wij zijn vrienden onder elkaar. We amuseren ons te pletter als we elkaar tegenkomen op comedyavonden.”

Het blijft wel een overwegend mannelijke branche.

“Onder de comedians speelt dat niet echt. Het maakt hen niet uit of ik een vrouw ben of niet. Tegelijkertijd ben ik wel blij dat er de voorbije jaren meer vrouwelijke comedians zijn opgestaan, omdat ik denk dat ze waardevolle perspectieven te bieden hebben.

“Wat wél zo is, is dat het publiek soms raar kan reageren op een vrouw. Na een optreden zijn er nog steeds mensen die komen zeggen dat ze vrouwen normaal gezien niet grappig vinden, maar dat ze wel met mij hebben gelachen. En dat zijn dus soms zelf vrouwen hè, ongelooflijk vind ik dat.

“Ik ben ooit als eerste vrouw geboekt op een van de grote comedyavonden in Vlaanderen. ‘Jij bent de eerste vrouw die we hebben uitgenodigd, dus stel me niet teleur’, zei de organisator me vlak voor ik op moest. Vervolgens ben ik keihard afgegaan. Het publiek heeft letterlijk níét gelachen. (schatert) Nu ja, een publiek dat niet mee is, is iets wat elke comedian af en toe eens meemaakt, zeker in de beginjaren. Niet leuk, maar het hoort erbij als je je vak onder de knie wil krijgen. Ik heb geleerd om er mijn eigenwaarde niet van af te laten hangen. Bottomline is wel dat die organisator sindsdien nooit meer een vrouw heeft uitgenodigd.” (lacht)

Soe Nsuki: ‘Ik vind het prima als mensen mij het zonnetje in huis noemen. Alleen is het gek dat sommigen daar de conclusie aan verbinden dat ik geen diepgang heb.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Wanneer even later het thema racisme op tafel komt, voelt Nsuki zich voor het eerst tijdens het gesprek zichtbaar ongemakkelijk. “Ik vind het moeilijk om erover te praten in de media”, geeft ze toe. Als kind van een Congolese vader en een Belgische moeder maakt het thema uiteraard deel uit van haar leven. Maar of ze er nu wel of niet op ingaat op het publieke forum, er staan altijd mensen met negatieve reacties klaar. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het trollenleger dat ze op sociale media geregeld over zich heen krijgt.

“Facebook is nu eenmaal een beerput”, zegt ze schouderophalend. “Maar wat ik soms moeilijk vind, is dat mensen de facto verwachten dat ik het over racisme heb omdat ik zwart ben. Alleen moet dat dan ook nog eens gebeuren op een manier die zij leuk vinden.” En dan alweer met een kwinkslag: “Tja, zo kan je gewoon niet winnen natuurlijk.”

“Weet je, wat ik over racisme te zeggen heb, vertel ik in mijn show. Daar kan ik het publiek meenemen in mijn verhaal en mijn ideeën overbrengen op de manier die mij het beste past. Ik wil bovendien dat mensen van kleur ook met plezier naar Soenami komen. Ikzelf kijk niet graag naar films waarin veel racisme zit, omdat dat veel te pijnlijk is. Ik zou zwarte mensen dus wegjagen mocht ik het er de hele avond over hebben. Trouwens, als ik op alles in moet gaan wat er mis is, dan zou ik een show van veertig uur moeten maken. (lacht)

“Dus ik wil wel even lachen met hoe stom racisme is, maar ik ga niet eindeloos liggen porren in die diepe wonde. Ik vind het fijn dat mijn werk een escape is voor wie even wil ontsnappen aan de wereld. Wie het probleem ten volle wil begrijpen, moet zich maar verdiepen in de enorme hoeveelheid studies en literatuur die je erover kan vinden. En de ervaringsdeskundigen in de zaal hebben die uitleg niet nodig, die weten al wat racisme is, hoor.” (grijnst)

Je wordt vaak omschreven als de vrolijkheid zelve, terwijl je nog wel meer te bieden hebt dan een goed humeur. Word je dat nooit beu?

“Ik vind het prima als mensen mij het zonnetje in huis noemen. Alleen is het gek dat sommigen daar de conclusie aan verbinden dat ik geen diepgang heb. Ik lach graag en ben graag onder de mensen, maar ik ben geen tweedimensionale stuiterbal vol toxic positivity. Ik krijg soms journalisten aan de lijn die het idee lijken te hebben dat ik nog nooit een donkere gedachte gehad heb. Ik woon niet in een barbiehuis, hè. (lacht) Alsof iedereen gelaagd mag zijn behalve ik. Blijdschap en zwaarte gaan hand in hand. Het ene bestaat niet zonder het andere en dat geldt ook voor mijn leven.”

Je was als adolescent een succesvolle breakdancer en werd in 2011 zelfs bekroond als beste B-girl van de Benelux. Je hebt die carrière moeten afbouwen omdat je voor comedy koos. Mis je het dansen niet?

“Oh ja, absoluut! Zeker nu ik door de zwangerschap niet kan sporten, heb ik zelfs nachtmerries omdat ik niet meer kan breaken. De tijd van het intensief dansen ligt natuurlijk al een hele tijd achter mij. Ik trainde jarenlang minstens drie keer per week en reisde elk weekend Europa af om te gaan battelen. Ik heb uiteindelijk voor stand-up gekozen, maar de fysieke vrijheid die je ervaart tijdens het dansen blijft onvervangbaar.

“Ik vind het jammer dat sporten vaak gereduceerd wordt tot gewichtsverlies. Daardoor wordt het een stomme tool om er beter uit te zien. De pracht van beweging zit hem echter in de spirituele release die er ontstaat, in het feit dat je de wereld even volledig vergeet.”

Last but not least: je droomt er hardop van om in het Engels comedy te brengen. Hoe staat het met die plannen?

“De belangrijkste incentive is dat ik wil groeien in mijn vak. Comedy is een metier waarin je moet leren spelen met timing, lichaamstaal, enzovoort. Het juiste woord op de juiste plaats kan het verschil betekenen tussen een lach en geen lach. In dat licht helpt het om ergens van nul te kunnen beginnen en voor nieuwe publieken te spelen. Engels is mijn tweede taal, dus ik voel me er vrij genoeg in om die uitdaging aan te gaan. In Groot-Brittannië zou ik weer in de modder kunnen kruipen bij de troops: jezelf proberen rechthouden tijdens een shitty open mic met tien man in de zaal, ik vind dat leuk. (lacht)

“Maar goed, dat is allemaal op het gemak, hè. Ik ben er totaal niet actief mee bezig. En sowieso moet ik die baby er eerst nog uit krijgen.” (schatert)

Vrede op aarde, vanaf 24/12 elke avond op Eén.
Soensuki.be