Direct naar artikelinhoud
InterviewElla Leyers

Ella Leyers: ‘Er wordt nu onderzoeksjournalistiek gedaan naar mijn relatie met Rik’

Ella Leyers: ‘Ik wist in januari al dat ik vanaf 1 september ‘De ideale wereld’ zou presenteren. Nul stress had ik, tot het bekendgemaakt werd. Toen kwam er wat nervositeit.’Beeld Beeld: Carmen De Vos/ MUA: Agnes den Engelsman/ Styling: Vincent Van Laeken

Nieuwe job, nieuw lief én een nieuw appartement: Ella Leyers (34) is in 2022 in een ideale wereld terechtgekomen, op alle vlakken. ‘Wat voor veel mensen een rampjaar en een oorlogsjaar was, was voor mij een geluksjaar.’

Ella Leyers zal de jaarwende doorbrengen op een exotisch strand, maar ze wil niet zeggen waar. Ze doet alsof ze het zelf nog niet weet. We moeten dat begrijpen. Sinds ze haar verloving met acteur Rik Verheye (36) publiek heeft gemaakt, is hun relatie het voorwerp van diepgravende onderzoeksjournalistiek. Als ze samen worden gesignaleerd op een caféterras, krijgt de gerant gegarandeerd een telefoontje van een speurneus: ‘Wat hebben ze gedronken? Hoe ging Ella gekleed? Was de fooi een beetje inflatiebestendig?’

Wanneer ik vraag of ze ‘luid’ zijn samen – de actrice met de lage stem en de bulderlach en de acteur die af en toe tekenen van hyperactiviteit vertoont – kijkt ze me wantrouwend aan en geeft ze geen antwoord. Ze vermoedt in de vraag een dubbelzinnigheid die er niet in lag. Maar voor de rest vertelt ze honderduit. Aan haar ringvinger zit een fonkelende verlovingsring.

2022 bracht u een nieuwe job en een nieuw lief. Verder nog iets? Nieuwe vrienden, nieuwe auto, zonne­panelen?

“Een nieuw appartement! Net voor de zomer ben ik verhuisd. Ik kon het afgelopen jaar mijn eigen leven amper volgen. Maar ik klaag niet. Ik ben megablij met hoe het allemaal gelopen is. Wat voor veel mensen een rampjaar en een oorlogsjaar was, was voor mij een geluksjaar.”

U bent een van die oorlogsprofiteurs, zeg maar.

(lacht luid)

Wat hebt u geantwoord op de eindejaarsvragen van Humo?

“Ik heb ze nog niet ingevuld. Ik hou wel van lijstjes, maar als ik ze zelf moet samenstellen wil ik het te goed doen. Dan ga ik van alles opzoeken, en voor ik het goed en wel besef zit ik een halve dag op Wikipedia. De moeilijkste vraag vind ik: wie wens je wat toe in het komende jaar?”

Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil, toch?

“Ja, nee, ik ben dan iemand die haar volle, unieke persoonlijkheid wil etaleren in één welgemikt zinnetje. (lacht) En die zich ook wel afvraagt: wie moet ik nog een plezier doen? Wie haat ik, en kan ik dat wel openlijk zeggen? Ik was aan een lijstje begonnen, hoor. Wacht, ik zoek het op. (scrolt door haar telefoon) Film: Three Identical Strangers, een Canvas-documentaire over drie broers van een eeneiige drieling, die niet van elkaars bestaan afwisten. Boek: Geschiedenis van mijn seksualiteit van Tobi Lakmaker...

Dat is het lijstje van 2021, denk ik.

“Oei.”

U hebt zelf ook een memorabele culturele prestatie geleverd in 2022. In het eerste shot van Zillion, de film van Robin Pront, verschijnt u, in volle glorie, naakt tot onder de navel. Waarom heb ik u nergens promo zien maken voor die film?

“Omdat ik er maar een kleine rolletje in speel. Als ik daarover moet praten, is het gesprek snel afgelopen. Ik ben Nadine, een pornoactrice van Dennis Black Magic. Maar Nadine is goeddeels weggeknipt uit de film, omdat hij al veel te lang duurde. Alleen die seksscène is erin gebleven, uiteraard. Ik vind het wel goed gedaan, maar... Ik zat toen ook met een overvolle agenda. Ik ben zelfs niet naar de première kunnen gaan. Toen ik Jonas Vermeulen (die Zillion-baas Frank Verstraeten vertolkt, red.) en Robin Pront moest interviewen over Zillion in De ideale wereld, had ik de film nog niet gezien.”

Waren er in uw geluksjaar ook momenten van grote bezorgdheid?

“Ja: dat ik al vroeg in het jaar ‘ja’ had gezegd tegen De ideale wereld en pas gaandeweg begreep dat ik niet goed besefte wat er op mij afkwam. Dat heeft voor de nodige stress gezorgd. Of liever: stress door de zorgwekkende afwezigheid van stress. In januari wist ik al dat ik vanaf 30 augustus het nieuwe seizoen van De ideale wereld zou presenteren. Maar dat moest nog maanden worden stilgehouden. Jan Jaap (van der Wal, red.) was nog volop bezig, ik draaide mee in de sketches, ik kende de mensen van de ploeg, ik was op m’n gemak.

'Ik kon me totaal niet meer op 'De allerslimste mens' concentreren. Het hoofd was op hol. Ik was dom van liefde.'Beeld Beeld: Carmen De Vos/ MUA: Agnes den Engelsman/ Styling: Vincent Van Laeken

“Op dat vlak ben ik een naïef, onbezorgd kind: dingen die langer dan zes maanden van mij verwijderd zijn, bestaan niet. Ik had nul last van het gevreesde 1 septembersyndroom. In mijn hoofd draaide al een leuk filmpje van hoe ik daar zou zitten, druk gesticulerend, vrolijk lachend, happy en shiny, als een vis in het water. Pas nadat was aangekondigd dat ik het zou gaan doen, kwam er iets van nervositeit opzetten. En toen kwamen de drie proefopnames, met alles erop en eraan, alsof het voor echt was.

“Na de eerste kreeg ik al telefoon van de productie: ‘Hey Ella, ja, zeg, gij had écht geen stress, hè?’ Ik antwoordde: ‘Het was een proefopname, toch? Het stond niet op punten, niemand gaat het ooit zien, toch?’ De reactie: ‘Jamaar Ella, wat hebben we eraan als jij al niet doet alsof het echt is?’ En ik: ‘Oké, wacht, sorry, ik heb veel fantasie, maar dat lukt me niet. Moet je trouwens niet ­superblij zijn dat ik niet bloednerveus was?’ ­Gevolg: de eerste uitzendingen waren héél stresserend. De zenuwen zorgden ervoor dat ik er net iets verkrampter bij zat dan ik gewild had.”

Aandachtig, beleefd, luisterbereid. De gesprekken kabbelden.

“Da’s waar. Maar ik had die rol nog nooit gehad, hè. Ik was voordien een paar keer te gast geweest in het programma, maar dat is toch anders. Je benijdt altijd de positie van de ander. Als gast wijs je naar de presentator: ‘Gij moet hier niet entertainen, hè. Gij moet mij gewoon een paar goeie vragen stellen.’ En als presentator wijs je naar de gast: ‘Gij moet alleen maar afwachten wat u overkomt, maar ik moet verdorie wel voorbereid zijn.’ (lacht) In het begin was ik zeer afwachtend. Omdat ik voor een stuk ook zo ben. Ik vind het zelf altijd heel irritant als gasten onderbroken worden op tv. Vaak denk ik: ‘Allee, nu werd het juist interessant, nu gaan we nooit weten wat die wilde zeggen.”

Het is nog irritanter als gasten het behang van de muren mogen lullen.

“Haha! Tja, de ene mens is leuker dan de andere, de ene is opener dan de andere, of heeft meer uitgesproken meningen.

“Ik snap de mensen die terughoudend zijn. Wanneer ik te gast was bij Jan Jaap of Otto-Jan (Ham, red.) was ik ook altijd een beetje wantrouwig: ‘Mmm, wat zouden ze hier voor mij in petto hebben?’

“Ik ervaar nu dat dat absoluut niet leuk is voor de presentator. En dus heb ik de neiging om de gasten in de arm te knijpen en te zeggen: ‘Maak je geen zorgen, ’t is allemaal oké, we gaan hier niemand schofferen.’”

Zijn de gasten bij u meer op hun gemak dan bij uw voorgangers?

(denkt na) “Poeh, dat weet ik eigenlijk niet. Mensen hebben mij al gezegd dat ze het leuk vonden om door mij geïnterviewd te worden. Dan vroeg ik mij wel af: moet ik dit als een compliment opvatten? Zou het voor het programma niet beter zijn als ze het níét leuk vonden? Anderzijds: ik praat met Dina Tersago over Sinterklaas, godbetert. Moet ik dan echt willen dat zij op haar ongemak is? Moet ik haar het vuur aan de schenen leggen over de goedheiligman?

(denkt na) “Ik weet ook niet of het al zo duidelijk is wat mijn stijl is. Ik zal al blij zijn als er gaandeweg een soort van stijl ontstaat. Ik wil gewoon plezierige gesprekken voeren, die getuigen van oprechte interesse en nul vooringenomenheid. In mijn ideale wereld wordt niemand gegrild. Tenzij Ventilus volop in het nieuws is en cd&v-voorzitter Sammy Mahdi toevallig langskomt die avond. Dan kan het niet níét daarover gaan, of hij dat nu leuk vindt of niet. (lachje) Ik had de indruk dat hij het niet zo leuk vond.”

Hebt u de eerste reeks uitzendingen al ­geëvalueerd met Jan Eelen?

“Er wordt voortdurend geëvalueerd met de mensen die de leiding hebben: Jan Dircksens, Arne Martin, Jan Eelen. Hun feedback is altijd stimulerend. Ze weten dat ik geen fan ben van de tough love-aanpak...”

Wat is dat?

“‘Ik hou van u, dus ik mag hard zijn voor u.’ Dan klap ik dicht. Ik moet voelen dat er vertrouwen is. Bij ons wordt vooral het positieve benadrukt: ‘Dit was goed, die richting moeten we uit.’ Dan kun je er ook bij zeggen: ‘Toen heb je dat niet gedaan, en dat was een gemiste kans.’ Ik moet vooral nog leren de dingen meer te laten ontsporen, om daarna het heft weer in handen te nemen. Loslaten en controleren: aanvankelijk vond ik het moeilijk om de twee te rijmen, maar het lukt me steeds beter. Ze willen georganiseerde chaos? Ze zullen georganiseerde chaos ­krijgen.”

‘Ik ben een van die mensen die níét opkijkt tegen een feestmarathon. Laat maar komen!’Beeld Beeld: Carmen De Vos/ MUA: Agnes den Engelsman/ Styling: Vincent Van Laeken

Echt harde kritiek hebt u niet gekregen.

“Ik hield mijn hart vast, maar inderdaad: die bleef uit. Misschien ligt het aan het feit dat er nu een vrouw op de stoel zit. Maar daardoor krijg je ook wel zo’n sfeertje van: ‘Zij is niet scherp en snedig: zie je wel dat satire en ironie een mannenaangelegenheid zijn.”

Is dat met zoveel woorden gezegd?

“Jazeker, het stond ergens. Ik had het niet gelezen, maar een notoire feministe heeft het mij onder de neus gewreven. (lachje) Zusterliefde. (denkt na) Zo’n studiogesprek móét toch niet ironisch zijn? Hoe kun je nu een satirisch ­interview doen waarbij iedereen in zijn waarde wordt gelaten? (bedenkt zich) Oei, misschien verraad ik hiermee wel dat ik het écht niet snap, dat het écht een mannenaangelegenheid is.

“Ik kan hard zijn, zeker voor de mensen die mij omringen of die ik goed ken. Maar tegelijk ben ik ook een people-pleaser. Ik wil dat iedereen op zijn gemak is. En ik ben heel slecht in faken. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit een verrassingsfeestje voor iemand georganiseerd. Ik zou er niet tegen kunnen dat ik die persoon eerst uren of dagen in de waan moet laten. Dat lijkt me de hel. Hetzelfde geldt voor een gesprek in De ideale wereld. Iemand wijsmaken dat het een gezellig gesprek wordt, om dan tijdens de uitzending de voorhamer boven te halen: ik zal dat nooit doen.

“Bij Jan Jaap lag dat anders. Hij presenteerde het programma als een stand-upper. Ik kan me best voorstellen dat hij er nul problemen mee had om iemand onaangenaam te verrassen. Het hoogste wat ik in de categorie ironie kan bereiken, is af en toe een plaagstootje.”

Heerst er tevredenheid in de rangen, na het eerste halve seizoen?

“Ik denk wel dat iedereen met een goed gevoel de WK-rustpauze is ingegaan. Maar we beseffen allemaal dat er nog veel ruimte is voor verbetering, ik ook.”

In De allerslimste mens ter wereld hebt u het deze keer niet lang volgehouden. Bij de tweede deelname vloog u er al uit, en het kon u kennelijk...

“... weinig schelen?” (lacht luid)

Het competitiebeest in u werd maar niet wakker. Wat was er gebeurd?

“Om te beginnen had ik een déjà-vu. Voor veel mensen is het plezant om terug te keren naar de set van De slimste mens, maar ik heb daar al zo ontzettend vaak gezeten (in 2020 vestigde Ella Leyers het record van 18 deelnames, red.). En dat is nog maar twee jaar geleden, hè. Dus het had deze keer niet gehoeven voor mij. Ik heb het toch gedaan, omdat wegblijven misschien als een statement opgevat zou worden. Plus: ik zat in volle voorbereiding van De ideale wereld. En: in de tweede aflevering zat Rik (Verheye), mijn toenmalig geheim lief, in de jury. Toen ging het mis. Toen kon ik mij totaal niet meer op de quiz concentreren.”

Van pure verliefdheid?

“Ja. Het hoofd was op hol. Ik was dom van liefde. En daar kwam bij dat Pedro Elias naast Rik in de jury zat, en die wist van onze prille relatie. Hij probeerde mij de hele tijd uit mijn kot te lokken: ‘Ella, als je met een van ons twee mocht trouwen, wie zou je dan kiezen?’ Dat soort grappen, dat opgefokte sfeertje. Heel leuk, maar funest voor de concentratie. Enfin, de redactie van De ideale wereld vond het helemaal niet erg dat ik er na twee keer al uit lag, want we zagen serieuze agendaproblemen tegemoet. ‘We hopen dat het niet te veel pijn doet, Ella’, sms’ten ze, ‘maar als het een troost kan zijn: wij zijn keiblij!’”

Volgende week begint een ander tv-programma waarin u opdraaft: Over de oceaan, op Play4. Bootjevaren, was het een beetje plezant?

“Ja! Exact een jaar geleden zaten wij op de boot. We vertrokken op de Canarische eilanden, bij Kaapverdië gingen we naar rechts, en vandaar maakten we de oversteek naar de Caraïben. Dat is de route. Het was overwegend mooi weer. Ik had een jogging en een dikke wollen trui bij, maar die heb ik nauwelijks gedragen. Ik heb drie weken rondgelopen in een short en een topje. Op de persconferentie van vorige week heb ik gezegd: ‘Luister, dit gaat saai worden: ik ben niet ziek geweest, ik heb de dagen niet afgeteld, ik heb niemand gemist en ik zou het zo opnieuw doen.’ De waarheid is dat ik mij gewoon keihard heb geamuseerd.”

Een maand op een klein bootje met een hoop wildvreemden, dat is geen straf voor u?

“Echt wildvreemden waren het niet, hè. Maar ik heb lang niet geweten wie er nog meeging. Ik heb nog geprobeerd een vluchtroute voor mezelf in te bouwen: zeg mij wie de anderen zijn, misschien zitten er mensen bij met wie ik niet compatibel ben. De redactie van het programma verzekerde mij dat er niet gecast was op conflict. En dat bleek te kloppen, het was een leuke, uitgebalanceerde bende. Die productiemensen zitten ook mee op de boot, hè. Zij hebben er zelf ook alle belang bij dat de sfeer goed is.”

Ella Leyers: ‘Er wordt nu onderzoeksjournalistiek gedaan naar mijn relatie met Rik’
Beeld Beeld: Carmen De Vos/ MUA: Agnes den Engelsman/ Styling: Vincent Van Laeken

Dus er vaart geen tweede boot mee, voor de veiligheid?

“Iedereen denkt dat, maar dat is niet zo. De panoramische beelden die in het programma gemonteerd worden, van ons kleine bootje op de woeste baren, worden gemaakt met drones. Ik wil geen afbreuk doen aan het avontuurlijke van de hele onderneming − hoe cool, hoe zot, hoe riskant het is om met zes losers die nog nooit een zeilboot van dichtbij hebben gezien de Atlantische oceaan over te steken − maar die route tussen Noord-Afrika en de Caraïben, die wordt wel héél druk bevaren, hè. En bovendien zijn er twee mensen aan boord die héél goed kunnen zeilen: Willem Stellemans, de eindredacteur van Over de oceaan, en tevens eerste stuurman, en kapitein Piet Smet. Ik was niet zo’n goeie zeiler. Al die zeiltermen, dat was Chinees voor mij. Tegen mij moesten ze zeggen: trek nu aan dat touw, en draai dan aan die hendel. Er is een boutade die kapitein Piet graag gebruikt: ‘Zeilen is de traagste, oncomfortabelste en duurste manier om van punt a naar punt b te gaan.’ Klopt helemaal.”

Was het een fysieke beproeving?

“Ik vond van niet. Annelien Coorevits vond van wel. Zij is ocharme drie weken zeeziek geweest. Om de haverklap zag je haar naar het achtersteven strompelen, over de reling buigen en haar maaginhoud aan de zee toevertrouwen. Verschrikkelijk, en je kunt daar niks aan doen, hè. Als kokkin van dienst moest zij het grootste deel van de tijd in de kombuis doorbrengen, wat ook al niet bevorderlijk was. Daar kwam nog bij dat ze haar kinderen keihard miste. Maar ik, ik was bruin en gelukkig. (lacht)

“Ik ben wel een paar keer heel bang geweest. Van de zee. In het begin, bij de kust van Afrika, was die spiegelglad. Er was bijna geen wind, we moesten varen op de motor. Maar gaandeweg werden de golven hoger en hoger. En toen we aan de echte oversteek begonnen, besefte ik pas hoe klein het bootje is waar we op zaten. In de kajuit sliepen we in dubbele bedden, twijfelaars. Er zat een tussenschot in het midden van het bed. Ik dacht dat het een kuisheidsschotje was. Dat was niet zo: het zat daar om te voorkomen dat we over elkaar zouden rollen. Er zijn momenten geweest dat ik bijna verticaal lag te slapen. Een paar keer ben ik naar boven gegaan om te kijken wat er aan de hand was, zéér ongerust. Maar dan zag ik dat de kapitein stond te zwanzen met iemand, en wist ik: niks aan de hand. Als ik in een vliegtuig zit dat vervaarlijk schokt en beeft, kijk ik ook altijd in de ogen van de stewards: als die nog chill zijn, ga ik ervan uit dat alles oké is.

“Nu, we waren goed verzekerd. Net voor we vertrokken, hebben ze nog een levensverzekering van een half miljoen in mijn handen geduwd, die ik moest tekenen. Dat had ik beter niet aan mijn ouders verteld. Toen werden die pas echt ongerust.”

Over turbulentie gesproken: uw verloving...

“Ah, nu wordt het pas echt gevaarlijk.”

Zich verloven, wie doet dat nog?

“Leuk, hè? Wat moet ik erover zeggen? Ik ben een romantische ziel. Rik is ook om mijn hand gaan vragen bij mijn ouders. Hij heeft De weg naar Mekka (docureeks van vader Jan Leyers, red.) afgelegd.” (lacht)

Hebben ze dat gefilmd?

“Nee! Rik zei: ‘Jammer dat je er niet bij was, het was keileuk.’ Hij heeft de ouderlijke toestemming gekregen.”

Dit is, voor alle duidelijkheid, geen ironie?

“Ironie is voor de mannen, dat weet je toch? Nee nee, het is bittere ernst. Ik wilde het zo. Het wordt misschien niet meer gedaan, maar ik vind het mooi. Ik geniet ook van alle complicaties die deze verloving met zich meebrengt. Een tante die in Frankrijk woont stuurde een bericht: ze wil een verlovingscadeau voor ons kopen, iets decoratiefs. Nu, wij zijn dertigers, wij hebben het ouderlijk nest al lang verlaten en we wonen allebei in een appartement. Dus wij moeten kiezen als we gaan samenwonen: uw zetel of de mijne, uw mixer of de mijne? Er is wel een keerzijde: dit is de eerste keer dat ik samen ben met iemand die ook bekend is van tv, en dat is een enorm verschil. Er wordt nu onderzoeksjournalistiek gedaan naar mijn relatie: ‘Lees hier hoe, wanneer en waar hij om haar hand heeft gevraagd!’ Tadaaa! Spitten met paparazzi. En meestal klopt er geen bal van wat ze schrijven.”

Is er al een huwelijksdatum, of wordt het een langdurige verloving?

“Als het beslist is, hoort u het als eerste.” (lacht)

Matteo Simoni zei me dat uw verloofde erbij was op de dag dat het theatergezelschap FC Bergman werd opgericht, samen met onder anderen Marie Vinck, Stef Aerts en Bart Hollanders. Maar Rik Verheye ging ’s middags broodjes halen en kwam nooit meer terug. Durft u hem wel naar de winkel te sturen?

“Ik heb dat verhaal ook gehoord. Het deed me denken aan dat liedje van Bruce Springsteen, allee, hoe heet het ook weer? (zingt) ‘Like a river that don’t know where it’s flowing / I took a wrong turn and I just kept going...’ ‘Hungry Heart’! Of een titel uit de boekskes: ‘Papa ging om een pakje sigaretten en verdween uit ons leven.’ Zouden er echt mensen zijn die dat doen?”

Ella Leyers: ‘Er wordt nu onderzoeksjournalistiek gedaan naar mijn relatie met Rik’
Beeld Beeld: Carmen De Vos/ MUA: Agnes den Engelsman/ Styling: Vincent Van Laeken

U moet nu mee naar voetbalwedstrijden van Club Brugge gaan kijken. Is dat de hardste noot om te kraken?

(ernstig) “Goh, ik zie wel graag voetbal. Ik vind het ook leuk om de clubkleuren te dragen, de petjes en de sjaals. Gelukkig sta ik heel goed met blauw. Ik ging weleens naar een wedstrijd op de Bosuil kijken, maar daar ben ik nu blijkbaar persona non grata.”

Omdat u heult met de vijand?

“Ja. Maar bij Club Brugge mag ik wel binnen, ondanks mijn Antwerp-verleden. Rik is natuurlijk een soort mascotte van Brugge, hij mag meebrengen wie hij wil.”

Spreekt u al een mondje West-Vlaams?

“Talen en dialecten zijn mijn ding, maar mijn West-Vlaams was ondermaats. Het begint nu te beteren. Mijn relatie is dus ook een beetje een opleiding. En Rik komt dan nog uit Knokke, waar ze een soort subdialect spreken. Mijn vader zei: ‘Knoks, als je dat spreekt, krijg je terugbetaald van de ziekenkas.” (lacht)

Hoe gaat u kerst vieren?

“Ik ben een van die mensen die níét opkijkt ­tegen een feestmarathon. Een nieuwe lading ovenhapjes? Zalig, laat maar komen! Ik speel nu ook mee met Whamageddon, ken je dat? Je moet de aanloop naar Kerstmis zien door te komen zonder ‘Last Christmas’ van Wham! te horen. Het is een passief spel: je bent verloren wanneer je het liedje hoort, hoe of waar dan ook. Het begon op 1 december en eindigt op 24 december om middernacht. Ik zit er nog altijd in. Ik kom de laatste tijd duidelijk te weinig buiten.”