Direct naar artikelinhoud
InterviewRoel Van Giel (Domus Medica)

‘Bij een positieve uitslag mag je zeker zijn’: deze nieuwe test spoort griep, covid én RSV op

De test gaat na welke besmetting in het spel is: covid, griep (A- of B-virus) of RSV.Beeld Tine Schoemaker, rv/onestopmedicalshop

Griep, covid én RSV doen de ronde tijdens de feestdagen, maar nu is er een test die we zelf kunnen doen voor al deze virussen tegelijk. All I want for Christmas is a SARS-CoV-2- en Influenza A/B- en RSV-combotestkit? Roel Van Giel van huisartsenvereniging Domus Medica legt uit.

Hoe werkt de combizelftest?

“Op dezelfde manier als de zelftest die we voor Covid-19 leerden kennen. Met een wisser neem je een staal in de neus en daarna druppel je die op een testbakje, waarop je het resultaat kunt aflezen. Er is een combitest op de markt die zo met één wisser test op vier virussen tegelijk: de twee gangbare griepvirussen influenza A en B, het RSV-virus en covid.

“Het is logisch dat de zelftest voor corona intussen is uitgebreid. Wat we deze winter meemaken, dat RSV, corona en griep tegelijk rondgaan, verwacht ik voortaan elke winter. Burgers zullen dus meer aan infectiepreventie moeten werken – en daarvoor is zo’n combitest een nuttig hulpmiddel.”

Is het betrouwbaar?

“Als je positief test op een van de virussen, mag je zeker zijn dat het positief is. Dan is het dus geen goed idee om oma of opa te bezoeken. Maar als het negatief is, ben je nog niet 100 procent zeker. Dan is het mogelijk dat de test niet goed gelukt is. Dat klinkt soms vreemd, maar in de geneeskunde weten we dat resultaten niet altijd 100 procent zeker zijn. Soms is het nodig om een test opnieuw te doen.”

Als ik negatief test, weet ik dus nog altijd niets? Kan ik dan naar het familiefeest?

“Als je niet te ziek bent en op dat feest geen kwetsbare kinderen, ouderen of chronisch zieke mensen zijn, dan kan dat. Maar je moet er rekening mee houden dat je allicht nog een andere virale infectie hebt dan de vier virussen waarop je bent getest. Je hebt dan een ander, banaal verkoudheidsvirus.

“Wie symptomen heeft, draagt best een mondmasker in de buurt van kwetsbaren. Zo’n mondmasker is nog altijd een belangrijk element om verspreiding tegen te gaan. Het blijft me verbazen hoe snel we die algemene infectiepreventie weer hebben afgeleerd: handen wassen, niezen in de elleboog, mondmasker dragen, niet op bezoek bij kwetsbaren. Dat zijn geen grote vrijheidsbeperkingen.”

Het RSV-virus gaat rond in crèches en is vooral gevaarlijk voor baby’s. Kun je die wel een wisser in de neus duwen?

“Bij volwassenen moet zo’n wisser diep in de neus, maar voor kinderen en baby’s zou het volstaan om vooraan in de neus een staal te nemen. Een beetje snot moet voldoende zijn.”

Waarom test de huisarts mijn baby dan niet op RSV met zo’n zelftest? Dat maakt de diagnose toch correcter?

“De reden waarom we dat niet doen, is omdat het klinisch weinig meerwaarde heeft wát je hebt. Bij zo’n baby is het voor een huisdokter zinvoller te kijken of de baby tekenen van uitdroging vertoont, ademhalingsproblemen of een zuurstoftekort heeft. Dat is belangrijker dan uitsluiten of het nu RSV of griep is.

“Ons advies zal elke keer hetzelfde zijn. Die test biedt geen meerwaarde voor het behandelingsplan. Als er iemand kwetsbaar voor mij zit en ik wil die nauwer opvolgen, kan zo’n diagnose wel nuttig zijn. Maar dan doen we eerder een PCR- test. Die zijn exacter en testen ook op covid, influenza A en B en RSV.”

Als zelftests nuttig zijn in de infectiepreventie, kunnen huisdokters toch helpen door die tests systematisch te gebruiken?

“Om het even welk virus, ons advies zal altijd zijn: blijf thuis en ziek uit. Het heeft geen zin om dat in elke praktijk bij elke patiënt te testen. Het kan wel een aanvulling zijn voor de patiënt.

“Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst nog meer van zulke zelftesten zullen zien, zoals we ze ook al kennen voor de opvolging van cholesterol en suiker. Alleen moeten we leren wanneer ze nuttig zijn en wanneer niet. Je kunt je situaties voorstellen waar dat leidt tot een betere opvolging en zorg, maar het kan ook tot onrust of overdiagnose bij patiënten leiden.”