Daarom is een bierglas uit 1860 nog altijd onze favoriet

© ISOPIX

Het is een eeuw oud en marketingboys van biermerken probeerden het al meermaals van zijn troon te stoten: het ribbelglas. Nog steeds bierglas nummer één in België, zeker nu Rodenbach bekendmaakte er na jaren van kelkglazen ook naar terug te grijpen. “Er is nu eenmaal geen beter glas voor een frisse toogpint”, zegt bierkenner Geert Van Lierde.

Chris Snick

Wie het ooit ontwierp,weten onze Vlaamse bierspecialisten niet. “We doen nu eenmaal meer onderzoek naar de inhoud van een glas dan het glas zelf”, luidt hun uitleg met een vette knipoog. En wanneer het hier aanbelandde, is ook niet duidelijk. Bierkenner – of zytholoog – Jef Van Den Steen meent dat het rond 1860 was, toen de pils uit Bohemen in ons land aankwam en daarmee ook het Boheems (ribbel)glas. Geert Van Lierde dateert het eerder begin de jaren 1900, van toen het glasblazen al iets meer op punt stond en de “moeilijke ribbeltjes” ook technisch haalbaar waren.

Ramp voor marketingboys

Maar of het hier nu een eeuw of anderhalve eeuw bestaat, het blijft ‘oeroud’ in tijden waarbij technologieën en designs elkaar al vervangen nog voor ze goed en wel ingeburgerd zijn. En toch blijft het populairder dan ooit. Toen Stella Artois een tijdje geleden de ribbel inruilde tegen een kelkglas met een voet, ontstond prompt commotie. “Al decennialang proberen marketingboys van biermerken dat glas in te ruilen tegen iets nieuw: dunner glas, hoger glas, met voet, kelk,...”, zegt Geert Van Lierde. “Want allemaal worstelen ze met het imago van het ribbelglas. Ze vinden het oubollig. Het is inderdaad oud. Maar een beter alternatief is er niet, vroeg of laat beseffen ze het allemaal. Rodenbach stapte ook ooit af van het ribbelglas, vandaag is het er terug met de uitleg dat het glas het best past bij de klassieke Rodenbach.” Wat ze bevestigen. “Voor onze degustatiebieren zoals Rodenbach Grand Cru is er het elegante glas met voet”, zegt woordvoerder Peter Buelens. “Maar de ribbel is perfect voor het dorstlessende bier dat Rodenbach is.” “Bij Stella Artois is het een kwestie van enkele jaren voor ze ook daar het licht zien en de ribbel weer invoeren”, zegt Van Lierde nog.

Voet is niet stoer

De reden waarom het ribbelglas niet te overtreffen valt, is volgens kenners simpel. “De ribbel. Daardoor gaat er veel minder lichaamswarmte over van je hand naar het bier’, zegt zytoloog Freddy Van Daele. “En dat is net zo belangrijk bij dat type bier dat zeer fris gedronken wordt. Bij glazen met een voetje vermijd je het natuurlijk ook. Maar wees eens eerlijk, welke man houdt graag een pint vast bij een voetje? Niemand. Dat ziet er niet stoer uit. Dus houden ze de kelk vast, waardoor het bier snel warm wordt.”

Volgens bierprofessor Gert De Rouck van de KULeuven speelt ook de vorm een belangrijke rol. “Recht, smal en hoog is ideaal voor een licht bier”, zegt hij. “In tegenstelling tot zwaardere bieren, die veel schuimeiwitten bevatten, heeft een pils die niet. Je hebt dus een hoog glas met kleine diameter nodig om een schuimkraag te creëren. Probeer maar eens een pils in een trappistenglas te schenken, veel schuim zal er niet op staan. Doe je het omgekeerd en schenk je een trappist in een pilsglas, dan heb je meer schuim dan bier. Ook dat is dus een reden waarom dit glas na al die jaren blijft scoren.”