Kwart patiënten geestelijke gezondheidszorg voelt zich nauwelijks geholpen

Vlaamse patiënten in de geestelijke gezondheidszorg vinden het contact met de hulpverleners goed, maar tegelijkertijd voelt een op de vier zich nauwelijks geholpen. Dat blijkt uit de eerste resultaten van de kwaliteitsmeting geestelijke gezondheidszorg, waarover de De Morgen vrijdag bericht.

Vier jaar geleden werd het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals in de Geestelijke Gezondheidszorg (VIP²) in het leven geroepen. Dat moet ervoor zorgen dat de psychiatrische ziekenhuizen maar ook de meer laagdrempelige centra niet alleen hun kwaliteit van zorg zouden meten, maar dat ze die ook openbaar zouden maken. Vandaag zijn de eerste beperkte resultaten daarvan bekend.

De meest waardevolle informatie komt uit de Vlaamse Patiëntenpeiling, die meer dan 5.000 Vlamingen bevroeg over hun ervaringen. Negen op de tien zeggen dat ze tevreden zijn over de kwaliteit van de therapeutische relatie. De ondervraagden geven de voorzieningen samen een gemiddelde score van 7,9 op 10.

Toch blijkt dat het spaak loopt op vlak van patiëntenrechten. Zo zegt 32 procent bijvoorbeeld nooit informatie te hebben gekregen over het recht om een tweede mening van een arts of instelling te vragen. Ook inspraak is een pijnpunt: 10 procent van de Vlamingen geeft aan nooit te kunnen meebeslissen over zijn of haar behandeling. Bovendien zegt slechts een op de vier zich slechts soms of nooit geholpen te voelen.

Volgens Frieda Matthys, een van de voorzitters van het indicatorenproject, is een van de verklaringen voor dat onbeholpen gevoel de hoge verwachtingen die veel patiënten koesteren.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER