©  Inge Kinnet

Een terugblik op sportjaar 2022: “Derwael is een grotere sportvrouw dan Thiam”

In de koers eet je het bord leeg van een ander, in Brasserie Latem delen Jean-Marie Dedecker (70), Frank Raes (68) en José De Cauwer (73) toch alleen de wijn. Soms delen ze ook dezelfde mening, maar gelukkig mag het geregeld ook eens botsen. Een geanimeerd gesprek over het ‘historische’ sportjaar 2022. “Gevaarlijk om te zeggen, maar voor mij is Nina Derwael een grotere sportvrouw dan Nafi Thiam.”

Jan-Pieter de Vlieger en Marc Vermeiren

“En jawel, dames en heren. Vijf minuten bezig en we zitten al helemaal op tempo.” José De Cauwer zet zijn co-commentatorstem aan om verslag te doen van alle plaagstoten en steken onder water die in Brasserie Latem – bij wijze van begroeting – door de kamer vliegen.

De Cauwer over Dedecker, die op de bovenste verdieping als laatste arriveert: “Ik versta dat Jean-Marie. Dat zijn veel trappen met uw conditie.”

Raes over Dedecker, die net de nieuwe hoogbouwprojecten van Middelkerke heeft aangeprezen: “Jij als burgemeester bent dan zeker schatrijk?”

Dedecker, te zijner verdediging: “Neen, Frank, ik ben niet binnen. Ik heb helaas nooit voor de VRT gewerkt.”

Vijf minuten ver, iedereen aan tafel op zijn plaats gezet.

©  Inge Kinnet

Heren, 2022 was een historisch sportjaar, met in februari meteen een Belgische gouden medaille op de Winterspelen.

Dedecker: “Ik zeg: Bart Swings Sportman van het Jaar. Olympisch kampioen is het allerhoogste. Hoe lang is het geleden dat we op de Winterspelen goud haalden? Voor of na de Tweede Wereldoorlog? (1948, in het kunstschaatsen, red.) De Swingsen, de Loena’s (Hendrickx, red.), Hanne en Stijn Desmet: doe het maar. Succes halen binnen een federatie die geen geld en geen infrastructuur heeft. Vroeger hadden we de ingevoerde Hollander Bart Veldkamp nodig om iets te halen op de Winterspelen.”

De Cauwer: “Ik ga akkoord. Swings Sportman van het Jaar, vóór Remco Evenepoel. Ik vraag me af: schaatsen, hoe begin je daarmee? Koers – of voetbal in het geval Evenepoel – ligt in Vlaanderen binnen de logica… Maar schaatsen?”

Dedecker: “Swings komt uit het skeeleren, waar hij al een fenomeen was. Dat maakt hem nu ook zo goed in de massastart. Hij is die intervalinspanningen gewoon.”

©  BELGA

Raes: “Dat is de enige opmerking die je kan maken: de massastart is als discipline iets meer niche. In de vijf en tien kilometer finisht Swings top tien.”

De Cauwer: “Achter (Nils, red.) Van der Poel, die geen Hollander is, maar een Zweed.”

Raes: “Maar de discussie Sportman van het Jaar of niet, ik doe daar niet aan mee. Je kan geen sporten vergelijken. In 1996 moest je kiezen tussen Iron Man Luc Van Lierde, olympisch kampioen Fred Deburghgraeve en wereldkampioen Johan Museeuw. Hoe kan je dat afwegen? Debrughgraeve zijn inspanning duurt een minuut, die van Van Lierde acht uur.”

Dedecker: “Dat is quatsch, Frank. Voor die minuut train je even hard als voor die acht uur. Daarbij, bij Fredje ben je zelf klaargekomen in je micro.”

Evenepoel won dit jaar een Monument, een grote ronde en de wereldtitel. Om Sportman van Het Jaar te worden kan een coureur niet veel meer doen.

De Cauwer: “Zijn seizoen is du jamais vu. We wachten in Luik-Bastenaken-Luik al tien jaar op iemand die à la Bartoli-Vandenbroucke aanvalt op La Redoute. Evenepoel doet dat. Normaal gezien rijdt hij weg, nu was het echt demarreren. Op de Roche-aux-Faucons komt het peloton terug tot op twaalf seconden en Michaels Woods en co. hadden daar nog hun knechten bij. Maar op die lastige uitloper moeten ze allemaal plooien. Je kijkt ernaar en denkt: Allez, kan er nu niemand rapper? Maar dat gáát gewoon niet. Evenepoel rijdt zestig per uur op het vlakke. Dat wil je toch niet weten?”

Dedecker: “Dat kan ik niet eens bergaf.”

De Cauwer: “Ook niet overdrijven, Jean-Marie. Jij haalt dat makkelijk.”

Dedecker: “Oké José, ik heb het begrepen. (lacht) Ik hou mij koest. Maar Evenepoel is niet normaal. Zelfs bij ons op het BK in Middelkerke – op een vlak parcours – heeft hij de koers gemaakt. Die rijdt gewoon weg waar hij wil.”

Raes: “We weten alleen nog niet of Evenepoel ook kasseiklassiekers kan winnen, zeker?”

De Cauwer: “Gaan we dat óók nog van hem vragen? Als Vingegaard zijn hele jaar op de Tour mag afstemmen, dan mag Evenepoel de Ronde van Vlaanderen toch overslaan?”

©  Inge Kinnet

Dedecker: “Dat is wel iets dat zich altijd tegen hem zal keren: de vergelijking met Merckx, die zeven keer Sanremo heeft gewonnen, die Roubaix en de Ronde heeft gewonnen. Andere tijden, natuurlijk.”

De Cauwer: “Voilà. We koersen in 2022 en straks in 2023. Tegenwoordig rijden de mannen van zestig kilo tegen de andere mannen van zestig kilo. En die van zeventig kilo tegen de andere van zeventig kilo.”

Raes: “Pogacar rijdt wel in Vlaanderen. Die weegt toch ook maar zestig kilo.”

De Cauwer: “Ja, maar Pogacar is waarschijnlijk de strafste van allemaal. Hij gaat volgend jaar als lichtgewicht proberen om de Ronde te winnen. Zoals Evenepoel probeert om met zijn zestig kilo wereldkampioen tijdrijden te worden.”

Is het een goed idee dat Evenepoel de Tour nog een jaar overslaat?

De Cauwer: “Ik vind dat wel, ja. Zijn ploeg is daar niet klaar voor. En voor hemzelf zou ik het ook nog niet doen.”

Dedecker: “Mijn vraag dan: is de Giro zoveel makkelijker dan de Tour?”

De Cauwer: “De tegenstand is minder. Je hebt niet het verhaal Pogacar-Vingegaard. Dat zijn andere kalibers dan Enric Mas. Om de Tour te winnen, heb je een ploeg nodig. (fijntjes) Al heeft Greg LeMond het natuurlijk zonder gedaan in 1989.”

Dedecker: “Toen is er wel gesjoemeld met zijn fiets (verwijst naar het tijdritstuur dat ploegleider De Cauwer had laten goedkeuren, red.).”

De Cauwer: “Goed, Jean-Marie, maar over het algemeen moet je toch eens de koers dragen als ploeg? Daar zit Quick-Step nog niet. De Giro dus, waar hij met 71 kilometer tijdrijden al veel tijd kan pakken.”

©  BELGA

Raes: “Wat mij opvalt: in interviews is dat precies een andere mens geworden. De druk is eraf.”

Dedecker: “In de sport heb je kampioenen en vedetten. Evenepoel is een vedette.”

Raes: “Dat wíl hij ook zijn.”

Dedecker: “Ja, maar why not?

Raes: “Akkoord, maar dan moet je accepteren dat de wind soms eens tegenstaat. Ik zie nog het calimero-gedrag zoals je dat ook bij Lukaku hebt. Zeker bij de ouders van Evenepoel, die er kort opzitten. Ik word niet gewaardeerd in eigen land. Neen, je word negen keer in de lucht gestoken, maar stoort je aan die ene negatieve opmerking op Twitter. José, houd jij je in bij je commentaar omdat je weet dat de ouders luisteren?”

De Cauwer: “Ik heb een rechtstreekse lijn met de vader, die weet hoe ik de dingen zie. Maar fout is fout, dan zeg ik het ook. Die manieren van het sjotterke – die je ondertussen ook niet meer ziet – mag je zo toch omschrijven?”

“Hoe ouder je wordt, hoe meer je denkt: dit is mijn mening, punt. Maar zo heb ik ooit een aanvaringske gehad met de vader van Greg Van Avermaet. Die vond dat ik tegen zijn zoon was… Hoe kan je dat nu denken? Maar als het over je kind gaat, heb je als ouder schoenmaat eenenvijftig.”

Raes: “Bij Thibaut Courtois zijn vader is dat ook zo. Die heeft waarschijnlijk ook letterlijk schoenmaat eenenvijftig.” (lacht)

“Om terug te gaan naar de koers, ik zit al even met een vraag: wat moeten we nu het hoogst inschatten: de Vuelta van Evenepoel of de Tour van Van Aert?”

Zeg het maar, José.

De Cauwer: “Simpel: Van Aert kan niet wat Evenepoel kan en Evenepoel kan niet wat Van Aert kan.”

Dedecker: “Een tsjevenantwoord.”

Raes: “Ik vind dat net mooi gezegd. Wat Van Aert deed in de Tour was toch onvoorstelbaar? Die reed elke dag alles kapot.”

©  Inge Kinnet

De Cauwer: “Niet normaal. Niet nor-maal. Je moet eerlijk zijn: als Wout van Aert uit Kazachstan komt, zeggen we allemaal: dat kan niet. Maar Wout kennen we, denken we toch. Ik heb renners gesproken die de Tour reden. Die dachten elke dag: vandaag zal hij wel kalm zijn, zeker? En dan: baf, vlag omhoog en weg. Vijftig gemiddeld het eerste uur. Om vijftig gemiddeld te halen moet je vijfenvijftig rijden. En dan heeft Van Aert de hele tijd aan kop gereden en is hij overal naartoe gesprongen.”

Raes: “En werkt hij bergop ook nog voor Vingegaard.”

De Cauwer: “Ik zeg u: zonder Van Aert wint Vingegaard de Tour niet.”

Dedecker: “Die hele Jumbo-ploeg is een machine.”

De Cauwer: “Ja, maar ik voorspel: in 2023 komt Pogacar terug met een andere ingesteldheid. Nu was het wat minder, maar wat wil je, als je op je drieëntwintigste al twee keer de Tour hebt gewonnen? In de volgwagen van UAE zijn ook fouten gemaakt. Denk je dat Pogacar met Allan Peiper achter het stuur ook naar elke aanval van Roglic springt op de Galibier?”

Ook in het dameswielrennen was 2022 een Belgisch boerenjaar: Lotte Kopecky is wereldtop op de weg én de piste.

De Cauwer: “Ik was ter plaatse voor de Strade Bianche. Ongelofelijk, een nummer dat in het rijtje mag van de beste Evenepoel-momenten. Op de laatste klim viel het beeld even weg, waardoor je echt moest afwachten: komt Kopecky uit de bocht of toch Van Vleuten? Lotte zat er nog en maakt het af. Ze was vorig jaar al goed, maar in één keer zet ze daar de stap naar de internationale top.”

Dedecker: “Een geluk voor het Belgische wielrennen dat Kopecky er is. En dat ze zo veelzijdig is. Lotte is de Belgische bloem tussen de Hollandse tulpen.”

Raes: “Met bovenaan Annemiek van Vleuten. Zoals zij de wereldtitel won: onvergetelijk. En ook nog de drie grote rondes erbovenop.”

De Cauwer: “Je hoort en leest dat Kopecky veel te danken heeft aan haar Nederlandse team SD Worx, maar ik volg niet. Ik heb dit seizoen veel Lotte gezien en voor de rest maar weinig SD Worx. Al had ze in de Ronde natuurlijk wel veel aan ploegmaat Chantal van den Broek-Blaak.”

Sprintfenomeen Lorena Wiebes komt volgend jaar naar SD Worx. Een voordeel of een nadeel voor Kopecky?

De Cauwer: “Toch eerder een voordeel. Het zal haar ergens wel een zege kosten, maar dit jaar moést ze ook altijd sprinten. Ik herinner mij de RideLondon Classique, waar Lotte elke dag tegen Wiebes moest sprinten. Dat gaat niet, want op het vlakke is die een klasse apart. Bij de mannen heb je nu vier, vijf sprinters die op hetzelfde niveau zitten – Philipsen, Jakobsen, Cavendish, Merlier, noem maar op. Bij de vrouwen staat Wiebes alleen bovenaan.”

Raes: “José, hoe zit het met het commentaar bij wedstrijden van de vrouwen? In het voetbal is dat niet altijd even makkelijk. Je kan niet vrijuit je mening zeggen. Een kritische bemerking wordt al snel afgedaan als negativisme. Het niveau van het vrouwenvoetbal is zeker gestegen, dus waarom mag je niet dezelfde journalistieke benadering hebben als bij de mannen? In het tennis, volleybal en basketbal is dat al zo. In tennis mag je zeggen: Serena Williams speelt slecht. Maar zeg bij de Red Flames dat Tessa Wullaert niet goed speelt en je bent negatief. Bij David Beckham noemen we een slechte pass een slechte pass. Bij Witsel mag je kritisch zijn voor altijd dat balletje breed. Zeg dat in het damesvoetbal…”

Dedecker: “En je bent een seksist.”

©  photo Marc Van Hecke

Raes: “Terwijl het seksisme hem net in het niét benoemen zit. Er is pas gelijkwaardigheid als je alles mag benoemen en niet alles fantastisch moet vinden.”

Dedecker: “België-Armenië: 19-0. Komaan. Ze willen graag evenveel verdienen, maar er zit meer volk in de kleedkamers dan in de tribune. Je ziet het gras groeien terwijl je ernaar kijkt, zo traag gaat het allemaal.”

Raes: “Enfin, we hadden het dus over Lotte Kopecky.”

Wie kiezen we als Belgische Sportvrouw van het Jaar: Kopecky of wereldkampioene Nafi Thiam?

Dedecker: “Niet vergeten dat Nina Derwael ook weer brons pakt op het WK.”

Zegt de man die vorig jaar aan deze tafel voorspelde dat het voorbij was voor Derwael.

Dedecker: “Ik blijf achter die woorden staan. Aan de internationale top is het voorbij. Ze eindigt ook derde na twee nieuwe meisjes die er nu bij komen (Wei Xiaoyuan en Shilese Jones, red.). Gelukkig is er volgend jaar het WK in Antwerpen, maar voor Parijs gaat de decompressie te groot zijn. Derwael heeft geproefd van het leven. En volledig terecht. Turnen is slavenarbeid. Elke dag zes uur aan een paal hangen: wie houdt dat vol?”

“Ik zal nu iets zeggen: voor mij is Derwael een grotere sportvrouw dan Nafi Thiam. Gevaarlijk misschien, want Thiam is ook een prachtige atlete. Maar Roger Moens – 90 jaar – heeft mij een brief geschreven. Hij vroeg: hoeveel landen deden mee aan de zevenkamp dit jaar op het WK in Eugene, Oregon? Als je dat nagaat: vijftien atleten uit negen landen. En in de top vijf staan drie atleten uit België en Nederland. Als je op verkiezing van Sportman/Sportvrouw dan toch appels met citroenen vergelijkt, moet je de mate van internationalisering in de weegschaal leggen. Zonder iets af te doen van de atlete Thiam.”

©  Inge Kinnet

De Cauwer: “Zevenkamp is misschien niet de meest internationale discipline, maar ik vind het wel straf. Horden, kogelstoten, speerwerpen, alles door elkaar.”

Raes: “Ik had graag gezien dat Nafi zich een keer toelegde op het hoogspringen.”

Dedecker: “Waarmee ze kan meedoen aan de Diamond League-meetings die geen zevenkamp hebben.”

Raes: “Op het WK in Rome heb ik Stefka Kostadinova nog 2,09 meter zien springen. Minder dan een uur nadat Carl Lewis en Ben Johnson allebei onder het wereldrecord gingen op de 100 meter. Ik had Nafi ook graag eens zo hoog zien springen. Volgens mij heeft ze dat in zich. De vrouw van Ruben Van Gucht heeft ook 2,08 meter gesprongen.”

Thiam zette dit jaar na veertien jaar een punt achter de samenwerking met Roger Lespagnard.

Dedecker: “Logisch voor mij. Met respect, maar Roger was ondertussen één van de gefossiliseerde trainers.”

Raes: “Die als meerkamper zelf drie keer naar de Olympische Spelen is gegaan. Maar ik kan me voorstellen dat er na veertien jaar metaalmoeheid is.”

Dedecker: “Ik denk dat Nafi al langer nadacht over een nieuwe coach, maar uit respect nu pas die beslissing heeft genomen.”

Ook Matthias Casse veranderde dit jaar van coach. Kan Udo Quellmalz hem beter maken?

Dedecker: “Udo is een Oost-Duitser uit mijn tijd. Ik heb mijn twijfels, om eerlijk te zijn. Jammer dat Mark van der Ham is vertrokken, maar hij kon in Baku (bij de Azerbeidzjaanse federatie, red.) tien keer meer verdienen.”

©  BELGA

“Weet je wat mij dit jaar geïrriteerd heeft? Matthias – de nieuwe Robert Van de Walle, ik blijf daarbij – is dit jaar vicewereldkampioen geworden. En akkoord, je kan zeggen dat de tweede de eerste verliezer is. Maar dat staat op pagina 24 in de krant. Op de voorpagina: de eerste training van Charles De Ketelaere bij AC Milan. Een training, zeg.”

Raes: “Dat is de evolutie van de sportjournalistiek. De eerste training van de Rode Duivels staat ook op het eerste blad. Met foto’s van de auto’s, de kleren van Batshuayi en Kat-met-kleine-Ciro.”

De volleybalfederatie veranderde dit jaar niet van coach. De Yellow Tigers eindigden negende op het WK in Nederland mét Gert Vande Broek. Het bondsparket voert wel nog een onderzoek na de klachten van psychisch grensoverschrijdend gedrag.

Dedecker: “Gert is een van de topcoaches in de wereld. Een jaar geleden is hij aan de schandpaal genageld. Is er een karaktermoord op hem gepleegd. En vandaag weet hij nog altijd niet waar hij aan toe is.”

Je kan zoveel getuigenissen – over verwijten als ‘geiten’ en ‘schijtwijven’ – toch niet wegzetten als ‘een karaktermoord’? Er zijn speelsters die passen voor een WK omdat ze niet onder Vande Broek willen spelen. Dan klopt er toch iets niet?

Dedecker: “Er klopt iets niet, maar elke sport is een subcultuur met een eigen taal en eigen omgangsvormen. In welke omstandigheden zijn die dingen gezegd? Ik heb ook met een stuk in mijn kloten tussen mijn atleten gestaan. Tegen de zwarte judoka Leo White zei ik sneeuwwitje. Hij noemde mij slavenhandelaar. Amicaal, allemaal. Dat was een andere tijd, een andere benadering. Niet de pampercultuur van vandaag. Weet je dat je tegenwoordig al geen lijfstraffen meer mag geven?”

Raes: “Dat lijkt mij nu wel redelijk normaal, Jean-Marie.”

Dedecker: “Ik druk me verkeerd uit. Laatkomers laten pompen op training mag niet meer. Daarover komen klachten binnen. Op jeugdkampioenschappen mag je geen medailles meer uitdelen. Tenzij iedereen er een krijgt.”

Raes: “Maar moeten kleine kinderen dan triestig zijn omdat ze verloren hebben? Je bent in sport wel bezig met jonge mensen. Moeten die een coach hebben die hen kleineert? Mijn zoon speelt basketbal. Ik wil niet dat hij zo behandeld wordt.”

Dedecker: “Kleineren moet je nooit doen. Maar als je geen onderscheid meer maakt, als je in het onderwijs sterretjes uitdeelt in plaats van punten, dan draait het ook niet meer om uitblinken. Dan is het gedaan met topsport, met topwetenschap, noem maar op. Topsport is uitblinken. In het Latijn: excellere.”

©  Inge Kinnet

De Cauwer: “Ik vraag mij af: in hoe ver kan je als maatschappij weggaan van de natuur? Daar heb je wel een pikorde en een voedselpiramide. In de maatschappij bestaat de wet van de sterkste ook. Als je vijf keer meedoet aan een missverkiezing en je raakt nooit door de eerste ronde, dan moet je jezelf toch eens afvragen of je wel schoon genoeg bent. Ik ben zelf een kabouter van 1,73 meter. Als ik basket wil spelen, moet ik geen coach hebben die zegt: Joséke, ge doet goed uw best, jongen. Dan ben ik toch beter af met een Dedecker die zegt: José, ge zijt te klein, ga iets anders doen. Pamperen is nergens goed voor.”

Raes: “Als we over topsport praten, ga ik akkoord. Dat is ook het verhaal van de Rode Duivels en Roberto Martinez toch? Daar is ook veel te veel gepamperd. Gaan we het daar nu al over hebben? Of laten we eerst ons eten zakken?” (lacht)

Maandag deel 2: De Rode Duivels, Roberto Martinez en Messi als de GOAT

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer